Onderdeel van de gewestweg de N305 die de dorpskernen van Meulebeke en Dentergem verbindt. De aanleg, daterend van circa 1886 tot 1892, volgt op het grondgebied van Oostrozebeke grotendeels het verloop van de oude weg naar Gent, in 1654 vermeld als "de Gendt straete". In 1772 is er sprake van "de straete leedende van de Ginste naer Dentergem", in de Atlas der Buurtwegen (1845) aangeduid met "Gendschestraet".
De weg vormt grosso modo de grens tussen de Ginste en Verre Ginste in de uiterste noordhoek van Oostrozebeke. Op het kruispunt met de Wakkensteenweg was er tot de jaren 1960-1970 een concentratie van drie herbergen waarvan "De Groote Ghinste" teruggaat tot 1571.
Ten zuiden van de weg bevindt zich het hoogste punt van Oostrozebeke (31,25 meter), indertijd gebruikt als molenberg met de molen op de Ferrariskaart (1770-1778) beschreven als "den Borgh meulen". In de oorspronkelijke kadastrale legger (circa 1830) aangeduid als "windoliemolen", op de Atlas der Buurtwegen (1845) als "Moulin Ginste Stampkot" en op de Vandermaelenkaart (circa 1850) als "Stampkotmolen". Er liep een voetweg langs de molensite van west naar oost. De molen is zeker al vóór 1910 afgebroken, zie herziene kaart van het Militair Cartografisch Instituut.
Van oudsher een landelijke weg met verspreide bewoning zoals te zien op de Ferrariskaart. Van de meestal achterin gelegen hoeves zijn weinig oorspronkelijke gebouwen bewaard gebleven.
Een nieuwe betonnen brug leidt de Gentstraat over de Krommendijkbeek.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 208: Oorspronkelijke Kadastrale Legger, Oostrozebeke, Sectie B, nr. 28.
- Cartografisch Instituut (Militaire stafkaart, 1862, herzien in 1884 en 1910).
- DELANGE M., Oostrozebeke, in HOLLEVOET F., Als straten gaan… praten, Tielt, 2005, p. 119, 133.
- LOBBESTAEL R., De Ghinste en oude kaarten, in 't Ginsteblad, jg. 3, nr. 4, 1983, p. 7, 9.