Bochtige weg tussen de Meulebekesteenweg en de Tieltsteenweg. Was vroeger een geheel met de Vlasstraat en wordt als dusdanig op de Atlas der Buurtwegen (1845) vermeld als "Kallemoeyeweg". Vanaf 1960 worden beide straatdelen opgesplitst. Vlak bij de Tieltsteenweg kruist de straat de Kallemoeibeek.
De naam (zie ook kol of kolle te verklaren als toverheks) houdt verband met de zogenaamde Kalle-met-den-Haak, een watergeest die zich ophoudt in de Mandel en Mandelputten en kinderen angst moet aanjagen. Dat de naam verwijst naar ene Katelijne is weinig waarschijnlijk. Een derde interpretatie behelst een kalmoes etende waternimf of heksenmeesteres.
Van oudsher een landelijke weg met verspreide hoevebouw. Nummer 7 gaat volgens kadastergegevens terug tot circa 1834 wanneer een nieuw woonhuis het oude vervangt, circa 1884 heropbouw van de landgebouwen en oprichten van een bakhuis. Het woonhuis is heden ingrijpend gerenoveerd. Het erf is toegankelijk via een ijzeren hekken gevat in bakstenen pijlers, links met Mariakapelletje, en via een tweede gekasseide erfoprit vanaf de Vinkstraat.
CLAERHOUT J., Oostrozebeekse sagen en legenden, in Cronycke van die Rooselaer & De Ginsteblomme, nr. 73, 2004, p. 10.
DELANGE M., Oostrozebeke, in HOLLEVOET F., Als straten gaan… praten, Tielt, 2005, p. 122.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostrozebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL33, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)