Bochtige straat tussen de Hoogleenstraat en de Grotstraat met enkele doodlopende aftakkingen en een noordelijke afsplitsing naar de Aardemolenstraat. Ligt op het gehucht de Ginste. De naam verwijst naar de historische herenhoeve zogenaamd Ter Mols.

De oorsprong van de site  "Groot Goet ter Mols" (Grotstraat nummer 5) gaat zeker terug tot de middeleeuwen. Pas in de 16de eeuw wordt het goed vermeld in documenten. Voor het eerst in 1571 als " 't Goet te coolscamps onder d'heerlijckhede van coolscamps" vermeld en dus oorspronkelijk horend bij de heerlijkheid van Koolskamp. De Flou spreekt van een heerlijkheid gelegen tussen Oostrozebeke en Wielsbeke. Nog in 1571 echter blijkt het domein volgens de vermelding " 't goet te mols, voormaels 't goet te coolskamp" niet meer bij de heerlijkheid te horen. De pachthoeve beslaat op dat moment circa 69 hectare en neemt een groot deel van de Ginste in. De naam van de toenmalige eigenaar, jonkheer Jeroen de Mol kan eventueel de oorsprong van de hoevenaam verklaren. Het goed staat op meerdere oude kaarten afgebeeld, onder andere op een kaart uit een renteboek van 1642 met voormalige motte en omwalling. Dat hier een versterkte tempelierswoning zou hebben gestaan, is slechts een hypothese. Waarschijnlijk was de motte wel bebouwd. In 1567 is er immers sprake van een "een zeer schoon steenen huus" gebouwd door Jeroen de Mol in de nabijheid van zijn hoeve en gebruikt als buitenverblijf. Het penningkohier van 1571 vermeldt een "huus van plaisance", in bezit van Hiëronymus de Mol, ridder uit Watermaal. In 1614 zou het huis al verdwenen zijn. Documenten beschrijven het goed als een uitgestrekt domein onder andere met bossen, meersen en landerijen. De hoeve verandert regelmatig van eigenaar en krijgt doorheen de tijden naast de oude vermelding " 't Goet te Coolscamp" verschillende aanduidingen, ook al naargelang de toenmalige bewoners (onder andere "Kuupershof").

In de 18de eeuw is er sprake van een tweede hoeve, zogenaamd " 't Kleen goed te Molst" (zie Boomgaardstraat nummer 9), op de kaart van 1642 staat hier een hoeve getekend. Op de Ferrariskaart (1770-1778) staan de kleine en grote Molst getekend. Op de Atlas der Buurtwegen (1845) respectievelijk als "Ferme Craeymeersch" en als " 't Goed ter Molsten" aangeduid. In de tweede helft van de 19de eeuw zou het ganse domein in drieën worden opgesplitst, de derde hoeve "Goed ter Molst" ligt aan de Molstenstraat (nummer 44), is gerenoveerd en heringericht als woonhuis.

Enkele straatdelen krijgen in de loop der tijden andere benamingen. In 1642 wordt het weggedeelte tussen de Holdebeekstraat en de Vijf Eikenstraat beschreven als "de straete vande Hollebeke naer de Ghinste". Op de Atlas der Buurtwegen (1845) "Groote Molstestraet" genoemd, het eerste stuk is dan een onderdeel van de "Hoogeleenenstraet". De huidige benaming dateert officieel van 1960.

Van oudsher een landelijke straat met verspreide bewoning zoals te zien op de Atlas der Buurtwegen.

Woonstraat, de huizen (rijhuizen of halfopen bebouwing) in de bebouwde kom van de Ginste dateren hoofdzakelijk uit de tweede helft van de 20ste eeuw met dominerende aanwezigheid van een appartementencomplex "RESIDENTIE TER GHINSTE", zie opschrift. De pastorie (nummer 79) dateert van 1943.

De achterin gelegen weverij Ter Molst (nummer 42) ontstaat op gronden van de hoeve "Goed ter Molst" (nummer 44). De teloorgang van de vlasnijverheid zette de toenmalige uitbater Remi Vanacker na de Tweede Wereldoorlog er toe aan over te schakelen op een weverij. Het familiebedrijf start in 1953 en kent vanaf 1962 een wereldwijde expansie. De productie bestaat hoofdzakelijk uit meubel- en gordijnstoffen. Groot gebouwencomplex, op het einde van de jaren 1950 wordt aan de voorkant een nieuwe vleugel met kantoren en magazijnen toegevoegd.