Wijknaam van het meest zuidwestelijke deel van Oostrozebeke gelegen in een heuvelachtig gebied met hoogtes tot 30 meter. Het oude toponiem zou al in 1067 voorkomen in een schenkingsakte waarin Lietbert twee tienden schenkt aan de Sint-Salvatorskerk uit Harelbeke. Doch een naamsverwisseling met Ooike valt niet uit te sluiten. Het document vermeldt "in vico vocabulo hodecca" wat betekent 'op de plaats genaamd Hodecca'. In 1571 is er sprake van "hotyca", in 1787 van "Tolecat" op de Vandermaelenkaart (circa 1850) van "Otteca". Op de Atlas der Buurtwegen (1845) staat Otteca als hameau vermeld. Door de aanleg van het kanaal van Roeselare naar de Leie in 1863-1871 geraakt het noordelijke stuk van de wijk afgescheiden.
Deze wijd vertakte straat doorkruist het ganse gebied waarvan de verschillende onderdelen namen hadden als "Blondeelstraet", "Bulckensstraet", "Klytstraet", "Nieuwenhovestraet", "Ottecastraet" en "Potterystraet" maar op de Poppkaart (1850) allen samen onder de noemer "Chemin d 'Hulste à Ingelmunster" vallen. Tegenwoordig heten alle straatdelen Otteca. Het hooggelegen en verlaten gebied, waar tot de aanleg van het kanaal ook het zogenaamde "Goet van Nieuwenhove" (zie Leegstraat nummer 195) bij hoorde, is in de volksoverlevering de plaats van allerlei sagen en legenden bevolkt door kabouters en witte wasvrouwen verblijvend in het zogenaamde Spookkasteel (zie "Goet van Nieuwenhove").
Van oudsher een landelijk gebied met verspreide bebouwing vooral bestaande uit hoeves zoals te zien op de Ferrariskaart (1770-1778) en de Atlas der Buurtwegen. De meeste hoeves zijn bewaard maar meestal recent verbouwd of vernieuwd. Op nummer 2, volgens het opschrift de "Merelhoeve", een nieuw woonhuis met oudere bijgebouwen. Voorts enkele, meestal vrijstaande woningen, uit de loop van de 20ste eeuw.
- CLAERHOUT J. 2004: Oostrozebeekse sagen en legenden, Cronycke van die Rooselaer & de Ginsteblomme 73, 8-11.
- DELANGE M.2005: Oostrozebeke, in: HOLLEVOET F., Als straten gaan… praten, Tielt, 127.
- FOTO- EN DIAKLUB 1985: Terugblik op Oostrozebeke, Oostrozebeke, 1985, 6.