Straat ten oosten van het centrum van Oostkamp, gelegen in het gehucht Moerbrugge. Heden lange, kronkelende en uiteindelijk doodlopende weg, die start van aan de Patersonstraat en loopt tot aan het Geuzegat. De straat loopt thans dood tegen de spoorweg, ter hoogte van de Geuzegatdreef.
De straat is genoemd naar het gehucht de Gevaerts, gelegen aan weerszijden van de vaart Gent-Brugge, op het grondgebied van Beernem.

Het eerste gedeelte van de straat - tussen de Patersonstraat en het kruispunt met de Stuivenbergstraat - wordt reeds weergegeven op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). De ommeloper van Oostkamp, getekend door landmeter J. Lobberecht (1661-1662), vermeldt "Vurkel" of "Vurkelaer". In de loop van de 18de eeuw worden enkele, verspreid gelegen hoeves opgetrokken, onder meer het vrij imposante, omwalde "Schotsgoed" (zie nummer 130) met uitzonderlijke toegangspoort. Ten oosten van de hoeve loopt in die periode een dreef van aan de vaart Gent-Brugge loodrecht naar de Stuivenbergstraat; thans onderbroken door de tussen 1834 en 1838 aangelegd spoorlijn Brussel-Oostende.

Het stuk van de Gevaartsestraat vanaf de Patersonstraat staat vanaf circa 1800 bekend als "Ruisseleedse Heirweg". In een verslag van 1805 wordt de straat "Kortekeerstraete" genoemd en beschreven als lopend doorheen de heide. Het meest noordelijke straatdeel wordt op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) geregistreerd als "Chemin n° 3", omschreven als "Chemin du hameau de Moerbrugge à Beernem (lieu dit Trois Rois)", zogenaamd "Ruissenleedschenheerweg". Het tweede deel heet "Chemin n° 27", met als beschrijving "Chemin du hameau de Stuivenberg à la ... à Charles Naessent à Beernem hameau Gevaert", met de benaming "Gevaertweg". In het begin van de 20ste eeuw wordt de straat tot ter hoogte van nummer 79 als officiële gemeenteweg beschouwd zie kaart van het Militair Cartografisch Instituut van circa 1911. Op een kaart van de jaren 1920-1930 van Moerbrugge aangeduid als "Heirweg".
De straat is grotendeels opgenomen in de ankerplaats "Leiemeersen - Kanaal Brugge-Gent" zie landschapsatlas.

De straat wordt van oudsher, in het tweede deel, onderbroken door de Bornebeek. Het brugje over de beek, dat uitmondt in het kanaal Gent-Brugge in het natuurreservaat de Leiemeersen, wordt eertijds "Papen brugstok" genoemd. Ter hoogte van nummer 130 loopt een lange dreef, zogenaamd de "Geuzengatdreef", loodrecht naar de vaart; benaming afgeleid van de Geuzenbeek die aan de overzijde van de vaart stroomt.
Thans lintvormende bebouwing bestaande uit vrijstaande panden, met achteraan een open zicht op de Leiemeersen langs de vaart. Bebouwing uit de jaren 1930 tot op heden. Daarnaast ook nummer 27 (zie afbeelding), een bewaarde dieper gelegen hoeve, bereikbaar via een verharde oprit met twee arduinen schamppalen. Reeds weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843). Eénlaags boerenhuis met in het verlengde liggende stallingen. Boerenhuis met wit beschilderde voorgevel met centraal dakvenster.

Vanaf het kruispunt met de Bareelstraat meer bebouwing met agrarische functie; ook concentratie van enkele recente boomkwekerijen. Nummer 76, boerenarbeiderswoning loodrecht op de weg georiënteerd. Verankerd bakstenen dubbelhuisje van anderhalve bouwlaag. Voorgevel afgeboord door een muizentandfries onder de dakgoot.

Rechthoekige vensters met lateien van oranje baksteen. Blind venster boven de voordeur en een groot, rechthoekig, later ingebracht venster rechts van de deur. Achtergevel met wellicht in de jaren 1950 vernieuwd parement. Nummer 77, boomkwekerij Goossens, dieperin gelegen woonhuis (zie afbeelding), toegankelijk via een lange, rechte oprit tussen twee wit beschilderde, bakstenen pijlers met arduinen, verjongende afdekplaat. Zeer recent, sterk gerenoveerd woonhuis en bijgebouw. Tracé van de Gevaartsestraat vanaf het kruispunt met de Stuivenbergstraat verhard met betonplaten.