Straat in het centrum van Oostkamp, net ten zuiden van het Gemeenteplein. De straat loopt van de kruising van de Majoor Woodstraat en het Arentsplein in zuidelijke richting, parallel met de Kortrijksestraat, om via een knik in westelijk richting uit te komen op de Kortrijksestraat.
Eén van de historische straten van de voormalige dorpskern van Oostkamp cf. eerste gekende weergave op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). Eertijds heeft de straat de functie van noord-zuidas, in het noorden via de huidige Rustoordstraat aansluitend op de huidige Brugsestraat en in het zuiden via de huidige Kortrijksestraat. Het accent van het tracé Rustoordstraat-Walstraat werd vermoedelijk in het begin van de 18de eeuw verlegd naar de huidige Brugsestraat-Kortrijksestraat: de straat verliest aan commercieel belang door de verbreding en verharding van de Kortrijksestraat. De Walstraat heeft nog lange tijd de naam "Oude Cortrijcksen Heerweg" gehad. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), afgebeeld met beperkte bebouwing aan de westzijde. Vanaf de jaren 1840 wordt een molen gesignaleerd op de noordelijke straathelft, in de bocht van het stuk naar de Kortrijksestraat. Deze houten korenwindmolen wordt zogenaamd de "Knockmolen" naar de kromming of bocht (knok) in de weg. De molen is eigendom van de familie Braet, die later een molen aankoopt langs de Brugsestraat (cf. Brugsestraat nrs. 7 en 9). Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) wordt de straat vermeld als "Chemin n° 14", omschreven als "Chemin de la route de Courtrai à Bruges à la même route", zogenaamd "Knockstraetje". Op de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) wordt de molen vermeld als de "Knokmolen". Circa 1888 meldt Claeys dat er een 60-tal bomen staan in de straat. In 1894, na het overlijden van de heer Isidoor Braet in 1892 en mede door de concurrentie met de molen "Braet" (cf. Brugsestraat nr. 9) naast de Sint-Pieterskerk (cf. Gemeenteplein z.nr.), wordt de molen gesloopt en de onderdelen openbaar verkocht. In 1906 beslist de gemeenteraad de buurtweg nr. 14, het Knokstraatje, te "verstenen". Heden rechte straat met quasi aaneengesloten, overwegend kleine woningen uit de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw. Typische lage dorpswoningen van één bouwlaag (cf. nr. 34) tot anderhalve bouwlaag (cf. nr. 44, nr. 60, nr. 68 en nr. 76), sommigen in de jaren 1930 vervangen door kenmerkende, kleinschalige (rij)huizen. Nr. 90, 19de-eeuwse woning van anderhalve bouwlaag dwars op de rijweg gelegen. Nrs. 1-5, woningen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met kenmerkend gebruik van bruine en oranje baksteen, betonnen strekken en met quasi volledig bewaard houtwerk. Nrs. 26-28, woningen van gele baksteen met granito voor het draagvlak van de erker op de eerste bouwlaag.
BOULJON B., Het Oostkamp, Ruddervoorde, Hertsberge en Waardamme van toen. Een verzameling foto's van de vier Oostkampse deelgemeenten in de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw, Brugge, 1984, p. 59.
CLAEYS G., Kroniek van Oostkamp, Brugge, 1985, p. 345, 364-365.
VAN SLAMBROUCK J., De molens van Oostkamp, in Ons Molenheem, vol. 30, p. 200, p. 95.
Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)