Geografisch thema

Groenstraat

ID
11534
URI
https://id.erfgoed.net/themas/11534

Beschrijving

Straat ten zuiden van het centrum van Ruddervoorde. Lange landweg lopende van oost naar zuidwest, in het verlengde van de Vlasbloemstraat in het oosten tot aan de Westkantstraat. De straatnaam verwijst naar een wijk te Ruddervoorde; De Flou vermeldt zowel de wijk Groenstraat, als de wijk Groenstraathoek. Het toponiem "Groenstraete" wordt bij De Flou voor het eerst vermeld in 1624; "Groenstraet-hoek" wordt voor het eerst vermeld in 1846.

De straat is één van de historische tracés van de Ruddervoorde, die al is aangeduid op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). De straat verschijnt er volledig onbebouwd op de hoek met de huidige Westkantstraat na. Op de ommeloper van Ruddervoorde van 1724-1729 wordt het meest zuidelijke stuk, tussen de Westkantstraat en de Tempeliersstraat/Robaardstraat, omschreven als "Den Ouden Dixsmuidschen Boterweg"; het tweede stuk, tussen de huidige Tempeliersstraat/Robaardstraat en de Leegtestraat/Torendreef, wordt omschreven als "De Kerckestraete". De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), geeft de straat weer als een kronkelende, tot aan de Westmolen-/Eikenstraat met hagen omzoomde landweg. Vanaf dat kruispunt is de straat, lopende naar het gehucht "Maerminne", met bomen omzoomd. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) wordt de straat omschreven als "Chemin n° 15", met als beschrijving "Chemin de la route de Courtrai à Bruges au cabaret Vliegend Peerd", zogenaamd "Groenestraet". Verschillende mutatieschetsen uit de tweede helft van de 19de eeuw tot de eerste helft van de 20ste eeuw (onder meer uit 1885, 1935) uit het kadasterarchief vermelden als straatnaam voor de Groenstraat "Den oude Dixmuidschen straat". Een gedeelte van de Groenstraat tussen de Westmolenstraat en de Tempeliersstraat loopt vandaag door de ankerplaats "Munkebossen" zie landschapsatlas.

Thans lange, landelijke weg met behouden agrarische functie, in kern vaak opklimmend tot begin 18de eeuw, in sommigen gevallen (zie nrs. 28-30) mogelijk zelfs 16de eeuw. Nummer 24, hoeve zogenaamd "'T OUDVRIESEHOF" zie bord met beschilderd opschrift tegen de zijgevel van de schuur, gelegen in een kromming van de Groenstraat. De benaming verwijst mogelijk naar de bouwheer Johannes Devriese zie mutatieschets van 1852. Zwaar aangepaste hoeve met losse bestanddelen bestaande uit een sterk gerenoveerd woonhuis voorafgegaan door een nu begraasde voortuin, verfraaid met hedendaagse beplanting, en een lange, dwars ten opzichte van de straat en het woonhuis georiënteerde stalling. Woonhuis en stal dateren volgens het kadaster van 1852, doch het lange schuurvolume vermeldt "1841" in de dakbedekking. Nummer 26, hoeve waarvan het boerenhuis reeds staat aangeduid op de ommeloper van Ruddervoorde van 1724-1729. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), is vooraan op het erf een kleiner landgebouw aangeduid en loodrecht op de hoeve komt een met bomen omzoomde dreef uit die doorheen het toenmalige "Papenburghbos" als verbinding fungeert met een boswegje. Deze voormalige dreef is vandaag nog herkenbaar, loodrecht lopend tussen de velden, en leidt thans naar de Rapenburgstraat. Het voormalige woonhuis (eertijds van het langgeveltype met geïncorporeerde stal) is deels bewaard geleven achter een nieuw woonhuis van de jaren 1950. Woondeel: verankerde, wit beschilderde baksteenbouw onder een zadeldak met mechanische pannen met een licht getoogde deuropening en aangepast rechthoekige vensters; het staldeel werd later uitgebreid. Begraasd erf, omgeven door betonnen paaltjes met twee pijlertjes, waartussen een metalen hekken, bereikbaar via een onverharde oprit.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Afdeling Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Ruddervoorde, 1852/11.
  • Rijksarchief Brugge, Landmetersarchief Peper (16de-18de eeuw), nummer 400: Ommeloper van de parochie Ruddervoorde, naar Cornelis Verhaeghe, J. Ghuuse, Simon Vandewalle, 1724-1729, 1e kohier, 2e, 3e en 13e begin.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel IV, Brugge, 1924, kolom 988-989, 993.

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Elektriciteitscabine in art-decostijl

  • Omvat
    Hek en linde

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Is deel van
    Ruddervoorde


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groenstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/11534 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.