Straat ten noordoosten van het centrum van Ruddervoorde, tegenaan de grens tussen Ruddervoorde en Waardamme, die zich situeert ten zuiden van de Akkerstraat. Kort straatje dat in zuidoostelijke richting loopt van de Akkerstraat naar de Proosdijstraat. De benaming vormt door de lengte van de straat de tegenhanger van de ten noorden gelegen Akkerstraat en verwijst naar de naam van een langs de Proosdijstraat gelegen perceel "De (Hoge) Akker". Tot aan de fusie van Ruddervoorde met Oostkamp in 1977 is de straat een zijtak van de Akkerstraat. De naam "De Akker" wordt eveneens gebruikt voor het nabijgelegen, 19de-eeuws kasteeltje aan de Proosdijstraat (cf. Proosdijstraat nr. 1) en het industrieterrein ten noorden van de Akkerstraat (grondgebied Waardamme). De Flou verklaart de benaming als een landerij en bos te Ruddervoorde, die voor het eerst worden vermeld in 1401.
Reeds duidelijk gedeeltelijk weergegeven op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601), als onderdeel van de Akkerstraat die begint aan de Kortrijksestraat en over het tracé van de huidige Korte Akkerstraat doorloopt. Op de ommeloper van Ruddervoorde van 1724-1729 wordt de straat, samen met de Akkerstraat, omschreven als "Zijhweg van de Schaarstraete naer Ruddervoorde"; vermoedelijk maakt de straat in die periode dan ook deel uit van het grondgebied van Waardamme. Op het einde van de 18de eeuw - cf. Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778) - loopt het straatje doorheen bos richting Proosdijstraat. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) is de straat geregistreerd als "Chemin n° 11", omschreven als "Chemin de celui dit Beernemstraet au Château Hersberghe Casteel", zogenaamd "Meulenstraet". De straat begint op de Atlas aan de "Ferme Van Hanart" op de hoek met de Akkerstraat en is slechts schaars bebouwd.
Thans kort straatje met bochtig verloop; geasfalteerd wegdek en schaarse, verspreid gelegen woningen.