Zie ook: Oostkamp, Waardamme.
Grote verbindingsas van Brugge met Kortrijk (N50). Loopt doorheen het centrum van Oostkamp. De straat wordt op het grondgebied van Ruddervoorde eerst Kortrijksesteenweg genoemd en krijgt pas vanaf de fusie van Ruddervoorde met Oostkamp de huidige benaming. De benaming verwijst naar de verbinding die de straat maakt vanuit Brugge met de stad Kortrijk.
Op de ommeloper van Ruddervoorde van 1724-1729 bestaat ten noorden van het huidige nr. 524 een straatje, de "Verduisterde Paepestraete", dat doodloopt richting de Torendreef en nog gedeeltelijk is af te lezen in de huidige perceellering. Ten noorden van het straatje is op de hoek een galg afgebeeld.
De steenweg Brugge-Kortrijk zoals we ze nu kennen, wordt aangelegd vanaf 1735 op het tracé van de voormalige heerweg. In 1748 wordt een afrekening gemaakt van het planeren en van het vervoeren van de stenen met paarden. Op 30 september 1750 wordt het octrooi verleend voor de aanleg van de weg met kasseien, min of meer het oude tracé volgend; de breedte van de kasseiweg wordt van drie op vijf roeden gebracht. Van 1750 tot 1752 werd het traject Brugge-Kuurne afgewerkt. Het gedeelte van de Kortrijksestraat op het grondgebied van Ruddervoorde vertoont nog het best het 18de-eeuwse, Oostenrijkse karakter; de breedte van de weg (circa 15 meter) en de sloten aan weerszijden ervan zijn nog goed bewaard.
Vermoedelijk tegelijkertijd met de heraanleg van de steenweg wordt het voormalige veldgebied ten zuidoosten van de weg aangeplant met bomen, door verschillende dreven opgedeeld in langwerpige percelen. De op de eind 18de-eeuwse Ferrariskaart aangeduide "Munke Bosschen" illustreren duidelijk deze ontginning. De perceelsindeling is in de restanten van het 18de-eeuwse bos tot op vandaag te herkennen aan de talrijke beukendreven. Een gedeelte van de Kortrijksestraat, ten zuiden van de Kortekeerstraat, loopt vandaag door de ankerplaats "Munkebossen" cf. landschapsatlas.
In het meest noordelijke deel van het nieuw aangelegde bos wordt vermoedelijk in het begin van de 19de eeuw een bestaande hofstede zogenaamd "Zorgvliet", die reeds wordt weergegeven op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), verbouwd tot een classicistisch kasteeltje/ landhuis. Voor de bouw van het kasteel in opdracht van baron de Croeser, werd naar verluidt in de omgeving van de bouwplaats klei gewonnen, verwerkt en tot duurzame bakstenen in het open veld gebakken. Na de Bevrijding was Zorgvliet een concentratieoord voor mannen en vrouwen die tijdens de oorlog fout zijn geweest. Naar verluidt werd "Zorgvliet" bij een hevig onweer gedeeltelijk verwoest. Het gebouw werd niet meer gerestaureerd. In 2000 wordt het voormalige kasteeldomein door de gemeente aangekocht. Het gaat om een domein van 11 hectare 23 are en 34 centiare bos met het puin van het uitgebrand kasteel in een verwaarloosd kasteelpark, een aanpalende villa en 88 are weidelanden ten zuiden van de Kortekeerstraat. Het domein heeft naast de ruïnes van het kasteel ook een ijskelder, een restant van de oude tuinmuur en de oranjerie en een unieke vijver. Sindsdien heeft de gemeente het domein opengesteld voor het publiek. Bij het omvormen van Zorgvliet tot openbaar domein, worden de recente constructies - die zonder bouwvergunning zijn opgetrokken - naast de ruïnes van het kasteel afgebroken. De vervallen brugconstructie over de vijver wordt opgebroken, de Rododendron en braammassieven worden teruggedrongen en de ruwe berk en zwarte els gerooid, de verstoorde bosbodem wordt afgeschraapt en afgedekt met een voedselarm bodemsubstraat. Voorts worden ook wandelpaden aangelegd.
Op de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) worden langs de steenweg de "St. Hubertherberg" weergegeven en drie grenspalen, één ongeveer ter hoogte van de toegangsdreef naar het kasteel "Zorgvliet", één ten noorden en één ten zuiden van de Robaardstraat.
In het begin van de 20ste eeuw laat van ridder Paul van Outryve d'Ydewalle (1858-1930) een kasteeltje in neo-Vlaamse renaissancestijl (cf. nr. 493) bouwen ten zuiden van de huidige Proosdijstraat.
In de tweede helft van de 20ste eeuw wordt op de zuidelijke hoek van de Kortekeerstraat het meubelbedrijf Hero gebouwd, dat na het failliet wordt uitgebouwd als een klein bedrijventerrein met regionaal karakter.
Thans brede, geasfalteerde straat, aan weerszijden beplant met Zomereiken, die zich bevinden tussen de sloten en de weg; de gemiddelde dikte van de bomen (circa 222 centimeter) laat een leeftijd van bij benadering 154 jaar vermoeden. Tot rond het grote kruispunt van de Kortrijksestraat met de Sint-Eloois- en Proosdijstraat sluit het uitzicht van de straat aan bij het steenwegtype cf. lintbebouwing bestaande uit afwisselend oudere (hoeve)bebouwing, vrijstaande woonhuizen en villa's en panden met commerciële activiteiten (o.m. horeca). Nr. 482, woning met aanpalende werkplaats, beide volgens het kadaster gebouwd in 1937. Nr. 456, een vrijstaande villa in neocottagestijl met o.m. strooien bedaking met halfronde klimmende dakvensters en de houten invulling van de zijpuntgevel, ontworpen in 1957-1959 door de Oostkampse architect Willy Lescouhier en gebouwd in opdracht van Roger Lescouhier in 1959 met naast de villa een lusttuin. De begane grond is later verbouwd cf. gebruik als taverne. Nr. 473, neocottagevilla gebouwd volgens het kadaster in 1956 in opdracht van brouwerij De Gomme uit Ruddervoorde (cf. Torhoutsestraat nr. 60) naar een ontwerp van 1953 van architect S. Wylein uit Izegem (de villa wordt gebouwd ter vervanging van een bestaand woonhuis). Gelegen in het gehucht "Kruiskalseide", op de hoek van de Kortrijksestraat en de Proosdijstraat, en getypeerd door een vrij steile bedaking met oranje leien en een met hout ingevuld puntgevelveld. Het café wordt in 1956 uitgebreid met een bijhorende garage cf. bewaarde bouwaanvraag.
Ten zuiden van het grote kruispunt van de Kortrijksestraat met de Sint-Eloois- en de Proosdijstraat bevinden zich enkele oudere hoeves, vaak in de 20ste eeuw voorzien van een nieuw woonhuis, soms na sloop van het oude, soms met behoud van het oude. Nr. 506 met woonhuis van circa 1943; wit beschilderd volume van twee bouwlagen onder een tentdak met groene Vlaamse pannen, doorbroken door rechthoekige dakvensters. Nr. 508, voormalige hoeve "'t Oud Sint-Hubert" cf. opschrift op houten uithangbord. Historische site die voor het eerst voorkomt op de kaart van 1726: twee vrijstaande volumes waarvan één dwars op en één parallel met de weg. Op het primitief kadasterplan (circa 1835) aangeduid als "St Hubrecht Herberg". In 1869 wordt het gebouwenbestand uitgebreid met een nieuw, vrijstaand landgebouw haaks op de reeds bestaande schuur. Recent is het oude woonhuis afgebroken en vervangen door een hedendaags. Ten oosten, 18de-eeuwse schuur (cf. afbeelding), in oorsprong dwarsschuur, later deels omgebouwd tot stallingen; aan de erfzijde in de tweede helft van de 20ste eeuw deels herbouwd. Aan de straatzijde, sporen van verschillende gedichte openingen, een bewaarde doorrit onder een iets hoger opgetrokken sleepdak met originele houten poort met klinket. Noordgevel met vlechtwerk, houten, rondbogig zolderluik tussen twee halfronde, verdiepte nissen; erboven uitvlieggaten. Zuidgevel met deels zichtbaar vlechtwerk; later (vermoedelijk in 1869 cf. soortgelijk materiaalgebruik en verankering) is een iets lager volume aangebouwd. Ten zuiden, schuur met rondboogvormig zolderluik in de oostgevel. Nr. 514, voormalige hoeve met een in de jaren 1960 herbouwd woonhuis, reeds weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1835) en circa 1882 uitgebreid met de thans bewaarde schuur (cf. afbeelding) en stal in opdracht van burggraaf Charles de Croeser de Berges-Vanhoobrouck Mooreghem uit Brugge. Verzorgde, verankerde bakstenen dwarsschuur, parallel georiënteerd met de rijweg, onder deels overgroeid en licht overkragend schilddak met Vlaamse pannen. Achteraan voormalig wagenhuis(?) met annex bergruimte. Nr. 512, hoeve met losse bestanddelen opklimmend tot de 18de eeuw gelegen op de hoek met Vlasbloemstraat. Reeds weergegeven op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), en op het primitief kadasterplan (circa 1835). Circa 1835 weergave van het woonhuis met twee grote en twee kleine landgebouwen - waaronder zeker één bakhuis - in de boomgaard. Circa 1882 vermeldt het kadaster een niet verder gespecificeerde vergroting van de hoeve. Tijdens de inventarisatieperiode is de hoeve echter deels afgebroken en heropgebouwd, met uitzondering van de aan de straat gelegen traveeën met de opkamer.
Tussen de jaren 1930-1950 komen de zuidoostelijk gelegen gronden langs de Kortrijksestraat in bezit van de aannemersfamilie Decloedt van Brussel/Brugge, die er verschillende eigendommen op bouwen zoals de nrs. 511, 513, 515 en 521. Nr. 511, hoeve uit 1939, gebouwd door aannemer Prosper Decloedt uit Brussel, bestaande uit een langwerpige stal, gelegen langs een dreef in de voormalige Munkenbossen; schuin georiënteerd woonhuis, dat getypeerd wordt door een half gemansardeerd zadeldak doorbroken door een breed dakvenster, en verschillende latere hangars en aanbouwen.
Tegen grens met Zwevezele (Wingene), wordt in de jaren 1950 een stuk van het dieperin gelegen voormalige kasteeldomein "Lakenbossen" (cf. Lakenbossendreef nr. 4) verkocht, verkaveld en geleidelijk aan bebouwd met villa's. Rechtover de Vlasbloemstraat ligt een klein, totaal losstaand bedrijventerrein zogenaamd Hero, genoemd naar en ondergebracht in de voormalige, hier gelegen meubelfabriek Hero.
AROHM, Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
GEMEENTEARCHIEF OOSTKAMP, Bouwaanvragen: Ruddervoorde, 1953, 1956, 1957.
KADASTERARCHIEF WEST-VLAANDEREN TE BRUGGE, 207: Mutatieschetsen, Ruddervoorde, 1869/59, 1885/87, 1885/88, 1937/36, 1943/13, 1959/28.
PROVINCIALE BIBLIOTHEEK BRUGGE, Ruddervoorde, Iconografie.
RIJKSARCHIEF BRUGGE, Landmetersarchief Peper (16de-18de eeuw), nr. 401: Ommeloper van de parochie Ruddervoorde, naar Cornelis Verhaeghe, J. Ghuuse, Simon Vandewalle, 1724-1729, 1e kohier, 4e begin.
Brochure OMD Oostkamp, 12 september 1999.
BOULJON B., Het Oostkamp, Ruddervoorde, Hertsberge en Waardamme van toen, Brugge, 1984, p. 134.
ZWAENEPOEL A., Inventaris van traditionele bomenrijen als leidraad voor natuur- en landschapsbehoud en -herstel in West-Vlaanderen, WVI in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, Brugge, 2006, p. 44-45, 64-65.
ZWAENEPOEL A., Inventaris van traditionele houtkanten als leidraad voor natuur- en landschapsbehoud en -herstel in West-Vlaanderen, WVI in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, Brugge, 2005, p. 217.
Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
't Kapelhof
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Kasteeldomein Raepenburg
Omvat
Landhuis Leegendael
Omvat
Langgestrekte hoeve
Omvat
Onze-Lieve-Vrouwkapel
Is deel van
Ruddervoorde
Is gerelateerd aan
Kortrijksestraat (Oostkamp)
Is gerelateerd aan
Kortrijksestraat (Waardamme)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kortrijksestraat (Ruddervoorde) [online], https://id.erfgoed.net/themas/11546 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Oostkamp
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.