Straat gelegen in het uiterste zuidwesten van Ruddervoorde, als grens met de gemeente Lichtervelde (enkel de oostzijde van de straat behoort tot Ruddervoorde). De straat loopt in zuidoostelijke richting verder tot over de grens met Lichtervelde, waar de straat Vrijgeweidestraat heet.

Van oudsher is het gebied in het noorden van Lichtervelde en een deeltje van het zuiden van Ruddervoorde ingenomen door het Vrijgeweid, een gemeenschappelijk gebied waar de bewoners de grafelijke toelating hebben om hun vee vrij te laten weiden of grazen. In de vorige eeuw was er nogal wat veld (zie Algemene geschiedenis van de veldontginningsgebieden), waren er ondiepe vijvers en heel veel hagen, bomenrijen, dreven en ander hout.
Opeenvolgende ontginningsgolven vegen al die wilde schoonheid ongenadig weg, want in 1940 gaat de Belgische staat over tot de onteigening van het gebied; zo komt het in het bezit komt van de Nationale maatschappij van Kleine Landeigendommen. In 1952 worden de gronden verkocht en verkaveld. Sindsdien onderverdeeld in vierkante akkers en weiden en sporadisch bebouwd met zogenaamde "witte boerderijen" (zie nummer 1, Sasputstraat nummers 2 en 4, Cijnsdreef nummers 4 en 13).

Loodrechte straat getypeerd door een weids landschap met schaarse bebouwing, evenwel met behoud van agrarische functie.