Geografisch thema

Sijslostraat (Ruddervoorde)

ID
11563
URI
https://id.erfgoed.net/themas/11563

Beschrijving

Zie ook: Waardamme.

Straat die begint in het centrum van Ruddervoorde en die dan eerst in noordwestelijke en dan in noordelijke richting draait om uiteindelijk volledig ten noordoosten van de gemeentekern van Ruddervoorde te lopen in het verlengde van de Sijslostraat op grondgebied Waardamme. De straat loopt meer bepaald van aan het Sint-Elooisplein naar de grens met Waardamme, die zich bevindt ter hoogte van de Zedelgemsestraat. De straatnaam verwijst naar een hofstede zogenaamd "Sysloo-ackere" op een niet nader bepaalde locatie te Waardamme en wordt reeds vermeld in 1441. Het toponiem "Sijslo" wordt volgens De Flou voor het eerst vermeld in 1388 en de "Eyseloo Straete" voor het eerst in 1800 op een Carte van Maillart. De straat werd ook de "Roeselaarse aardeweg" of Rijselsestraat genoemd; deze laatste benaming bleef behouden op het grondgebied Loppem (Zedelgem). Tot aan de fusie van Waardamme met Oostkamp in 1977 heet de straat de Roeselarestraat.

De straat is één van de oudste historische tracés van Waardamme, want reeds afgebeeld op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601); enkel bebouwing weergegeven op het grondgebied Ruddervoorde. Tijdens de middeleeuwen verbindt de weg Brugge met Rijsel, vandaar de oude benaming "Rysselschen Heerwegh". De ommeloper van Ruddervoorde van 1724-1729 vermeldt de straat in de dorpskom als "Kercke of te Lymmaet Straete loopende naer Sijslo". De Liematenstraat wordt volgens De Flou vermeld in de periode 1700-1839 en komt voor in de benaming van maaimeersen te Ruddervoorde (Liematen), een brug (Liematebrugghe), een bos (Liematebusch), een duiker (Liemate-buis, Liemate-buis), een dijk (Liemaeten dam) en een stuk land (Limaete Stuck) te Ruddervoorde. Het gehucht Liematen situeert zich thans ten zuidwesten van het kasteeldomein "Pecsteen" (zie Hillestraat nummer 41). Het tweede stuk van de straat wordt op de ommeloper omschreven als "Den heerweg van Rousselaere naer Brugge"; het vormt op dat ogenblik grosso modo één tracé met de Kwagatstraat, de Hogestraat en de Westkantstraat. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), loopt de straat op grondgebied van Ruddervoorde doorheen het gehucht "Eyseloo straete". Aanduiding van enkele verspreid gelegen, voornamelijk kleine hoeves. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) is de straat geregistreerd als "Chemin n° 2", meer bepaald de "Chemin de Ruddervoorde à Lophem" of "Lophemschestraet". De straat is nog steeds zeer schaars bebouwd en loopt via de herberg "Den Wikkelaere" op de hoek met de Kwadegatstraat naar de Sijslomolen. Het begin van de Sijslostraat wordt in het eerste kwart van de 20ste eeuw de Pastorijstraat genoemd, naar de toen nog aanwezige pastorij ter hoogte van het huidige Sint-Elooisplein. De pastorij wordt in 1919-1920 afgebroken, waarna het Sint-Elooisplein (met paviljoen) wordt aangelegd. Sinds de jaren 1970 vormt de straat samen met de Sint-Elooisstraat en de Proosdijstraat de hoofdverbinding (N368) tussen Zedelgem, Ruddervoorde, Hertsberge en Beernem.

Thans doorgangsstraat getypeerd, buiten de dorpskom, door de typische lintbebouwing. Oude foto's van de bebouwing in de kern van Ruddervoorde tonen de 19de-eeuwse typische, lage dorpswoningen zoals nummers 9 en 32. Nummer 9, lage dorpswoning van twee traveeën vermoedelijk herbouwd in het begin van de 20ste eeuw met toevoeging van het dakvenster. Licht getoogde openingen waarin rechthoekige vensters of deur. Deze lage woningen zijn veelal in het begin van de 20ste eeuw vervangen door soortgelijke, eenvoudige woningen van anderhalve of twee bouwlagen vaak met ondertussen bepleisterd parement. Nummers 6-10, nummers 12-14 van de jaren 1890 met baksteenfries tussen de verdiepingen, nummer 24, nummer 31 met geïncrusteerde versieringen in een strook onder de goot. Nummer 32, dieperin gelegen éénlaagshuisje met gevelafwerking en dakbedekking uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, doch de woning zelf is gezien haar ligging, mogelijk ouder (19de-eeuws). Nummer 1, hoekpand aan de Sint-Eligiuskerk (zie Markt nummer 1), gebouwd met typisch parement dat oranje baksteen combineert met accenten van gele baksteen. Wellicht daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw en later voorzien van een overhoekse winkelpui (zie afbeelding).

Verder weg van de dorpskom wisselt meer landelijke architectuur uit de 19de-begin 20ste eeuw zich af met sporadische villabebouwing zoals nummer 79, kleine cottageachtige woning (zie overkragende dakhelling, onregelmatige plattegrond door de erkeruitbouw, open loggia als inkom), volgens het kadaster gebouwd in 1937 doch thans sterk gerenoveerd. Nummer 28, imposante villa (zie afbeelding) gelegen tegenaan het centrum van Ruddervoorde, in 1954 gebouwd naar ontwerp van architect René Platteeuw uit Brugge in opdracht van bankbestuurder Gabriël Van Tornhout uit Ruddervoorde.
Nummer 72, boerenarbeidershuisje gelegen langs de straat; verankerde baksteenbouw geritmeerd door deels aangepaste, in oorsprong licht getoogde openingen onder geblokte ontlastingsbogen; later bepleisterde zijgevel. Ter hoogte van nummer 110 is een mooie, 19de-eeuwse, dwars op de straat georiënteerde stal- en schuurvleugel van een voormalige hoeve bewaard (zie afbeelding). Verankerde baksteenbouw onder een zadeldak met Vlaamse pannen met lichte knik. Voormalige erfgevel deels uitgebouwd met houten beplanking en voorzien van dubbele, groen beschilderde poort; tevens meerdere stalopeningen. Kopgevel aan straatkant met uilengat, luchtsleuven en sporen van drie gedichte openingen van een bergplaats.

  • Gemeentearchief Oostkamp, Bouwaanvragen: Ruddervoorde, 1954.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Ruddervoorde, 1836/11, 1936/15, 1955/14.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1929, deel IX, kolom 693-695.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1934, deel XV, kolom 653-655.
  • GOETHALS L., Ruddervoorde vroeger en nu, Roeselare, 1980, p. 30., 32-34.

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning

  • Omvat
    Café Stad Torhout

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Ensemble van burgerhuizen en schoorsteen

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Omvat
    Houtzagerij Vanhaelemeersch

  • Omvat
    Samenstel van arbeiderswoningen

  • Is deel van
    Ruddervoorde

  • Is gerelateerd aan
    Sijslostraat (Waardamme)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sijslostraat (Ruddervoorde) [online], https://id.erfgoed.net/themas/11563 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.