Straatje ten oosten van de dorpskom van Ruddervoorde en meer bepaald ten oosten van de Kortrijksestraat. Doodlopende zijstraat van de vermelde straat. De straatnaam is vermoedelijk afgeleid van de historische herberg, die zich situeerde ten zuiden van de Zandstraat en zijn naam schonk aan het ganse gehucht confer afgebeeld op de Atlas van Vandermaelen (1846-1854). Niettemin wordt de benaming aan de straat pas toegekend na de fusie van Ruddervoorde met Oostkamp in 1977, en heet de straat voordien Gelei.
Voor het eerst deels aangeduid op het primitief kadasterplan (circa 1835) met een drievoudige knik verder lopend en met enkele schaarse huisjes. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) is het tracé minder herkenbaar weergegeven: ze start van aan de Kortrijksestraat als dreef ten zuiden van een hofstede (het latere kasteel "Sint-Hubert" cf. Kortrijksestraat nr. 493) en loopt verder als "Sentier n° 39", omschreven als "Sentier du cabaret dit St Hubert à la ferme Bontens", zogenaamd "Acker weg" richting Scharestraat over de Leugenaars- en de Poversbeek. Toen op één (thans verdwenen) hoeve na onbebouwd. In de tweede helft van de 19de eeuw wordt de straat met veelvuldig gebogen verloop en met de thans nog bestaande bebouwing weergeven cf. kaart van het Militair Cartografisch Instituut van circa 1880.
Geasfalteerde straat met veelvuldig gebogen verloop en met schaarse, verspreide bebouwing van enkele hoevetjes, in kern opklimmend tot de 19de eeuw (nrs. 2 en 4) of 20ste eeuw (nr. 6).