Straat ten noorden van de dorpskern van Ruddervoorde, die deels de grens vormt tussen Ruddervoorde en Waardamme. De bebouwing aan de noordelijke kant van de straat, vanaf de Kortrijksestraat (Waardamme) tot aan de voormalige toegangsdreef van het kasteel "Pecsteen" (zie Hillestraat nummer 41), behoort tot Waardamme, terwijl de zuidelijke straathelft volledig behoort tot Ruddervoorde. De straat loopt van de Kortrijksestraat (Waardamme) naar de Sint-Elooisstraat. Volgens Lambert herinnert de straatnaam aan het huis "Ter Luchte", een woning gelegen langs de Kortrijksestraat, rechtover de meubelfabriek Hero. Tot aan de fusie van Ruddervoorde met Oostkamp in 1977 wordt de straat Waardammestraat genoemd. De straatnaam verwijst naar een niet nader bepaald leengoed, genaamd "Ter Lucht" te Ruddervoorde. Het toponiem wordt volgens De Flou voor het eerst vermeld in de 14de eeuw als "Jan van der lucht"; "tghoet ter lucht" wordt voor het eerst vermeld in 1494-1513, in 1846 vermeld als "het huis ter Lucht".

De straat wordt reeds aangeduid op de op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601): ze vertrekt van aan de Kortrijksestraat en loopt langs twee kleine heidevelden, van mekaar gescheiden door een weg, en een molen naar de dorpskern. Het betreft de "Leitemolen", een houten graanwindmolen die is afgebroken in 1884. Volgens de ommeloper van Ruddervoorde, gedateerd 1724-1729, is in het begin van de 18de eeuw enkel het grootste heideveldje bewaard en het wegje slechts gedeeltelijk; de molen wordt, evenals een bijhorend gebouwtje, wel duidelijk afgebeeld. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), is er weinig verandering te merken: "Den Leyte Molen", die in de 18de eeuw eigendom is van de heer van Ruddervoorde, Frederick Nieulandt, paalt aan een moerassige weide, ongeveer ter hoogte van de dreef naar het vermelde kasteeldomein. De bebouwing beperkt zich tot enkele schaarse verspreide hoevetjes. Door P.C. Popp circa 1840 zogenaamd "Straat van Ruddervoorde naar Waardamme". Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) wordt de straat omschreven als "Chemin de Ruddervoorde à Waardamme à la rencontre de la route de Courtrai à Bruges", zogenaamd "Beernemstraat". Op de Atlas is de moeraszone vermoedelijk reeds ontgonnen (zie perceelstructuur), doch nog maar sporadisch bebouwd. Het gereduceerd kadasterplan (circa 1850) geeft nog steeds een beperkte heide-oppervlakte weer. Zeker tegen het einde van de 19de eeuw is het gebiedje ontgonnen zie weergave van een afwateringskanaaltje op de kaart van het Militair cartografisch Instituut van circa 1880. De vermelde kaart geeft ook de molen niet meer weer. Het afwateringskanaal, op een kaart van het Militair Geografisch Instituut van de jaren 1960 zogenaamd Vijverbeek, is sindsdien verdwenen ten voordele van het sindsdien aangelegde industrieterrein "De Leite".

De huidige, recent heraangelegde straat wordt thans aan de zuidzijde tot aan de Leitemolenstraat ingenomen door het vermelde industrieterrein "De Leite" (zie De Leiteweg). De straat loopt over een zijbeekje van de Waardammebeek. Ten noorden van de straat situeert zich op grondgebied Ruddervoorde het voormalige bos dat deel uitmaakte van het kasteeldomein "Pecsteen" (zie Hillestraat nummer 41) en waardoor de oorspronkelijke, gekasseide toegangsdreef loopt. De toegangsdreef is afgesloten door twee vrij robuuste, bakstenen pijlers met een arduinen dekplaat en twee imposante, dito vazen waartussen een sierlijk, ijzeren hekken is bevestigd.

Tussen de Sint-Elooisstraat en de Leitemolenstraat, is de Terluchtestraat ingenomen door het rusthuis "Ter Luchte" dat bereikbaar is vanuit de Sint-Elooisstraat. Ten noorden liggen nieuwe verkavelingen uit de jaren 1980, waarvan de straatnamen refereren aan het nabijgelegen kasteel "Pecsteen" (zie Hillestraat nummer 41) zie Baron Pecsteenstraat, Ridderstraat. Verder in beperkte mate aaneengesloten bebouwing die aansluit bij de dorpskern en de bebouwing van de Sint-Elooisstraat: lage dorpswoningen met geïncorporeerde berg- of stalruimte (zie nummer 6).