Straat gelegen ten noordoosten van de dorpskern van Ruddervoorde. De straat verbindt de Sint-Elooisstraat ter hoogte van het gehucht Legendale met de Kortrijksestraat en het gehucht Sint-Hubertus. De benaming klimt zeker op tot het tweede kwart van de 19de eeuw zie het primitief kadasterplan (circa 1835) vermeldt "de sand straat" en in de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) vermeld als Zandstraat en omschreven als "Chemin du cabaret St Hubert au celui Het Hof van Brussel".

Het tracé van de straat staat voor het eerst afgebeeld op de op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). In de 16de-17de eeuw vertrekt de straat ongeveer ter hoogte van de kruising van de Terluchtestraat en de Sint-Elooisstraat en loopt in een boog naar het huidige, meest zuidelijke tracé. Bij De Flou wordt de straat voor het eerst vermeld in 1635. Op de ommeloper van Ruddervoorde van 1724-1729 volgt de straat het huidige tracé, terwijl het boogvormige traject van de Pourbuskaart als kerkwegel is voorgesteld. Op de vermelde ommeloper wordt de straat omschreven als "De Lentschoor(?)straete" en zijn al enkele verspreide hoeves zichtbaar. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), is de Zandstraat afgebeeld als een bijna volledig met bomen afgeboorde weg die aansluit op een dreef die in noordoostelijke richting, loodrecht leidt naar de Kortrijksestraat en daar verder loopt in de Sint-Hubertusstraat (naar de Magerbossen ?). In 1899 wordt deels langs de bestaande straat en vanaf de vermelde dreef weg van de straat in meer oostelijke richting, een tramspoor aangelegd.
Heden vrij desolate straat met geasfalteerd wegdek.