Rechte straat tussen Lamorinièrestraat en Boomgaardstraat. Aangelegd bij Koninklijk Besluit van 13 oktober 1875 op gronden de gebroeders Grisar en van de Burgerlijke Godshuizen. De naam verwijst naar de componist Albert Grisar (1808-1869).
Aan de oostzijde wordt het straatbeeld bepaald door het monumentale voormalige Meisjesweeshuis naar ontwerp van Ernest Dieltiëns uit 1876, opgetrokken in 1879-1882. Aan de westzijde domineert een opmerkelijke reeks burgerhuizen in neoclassicistische, eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl uit de jaren 1890. Tot de best bewaarde neoclassicistische panden met bepleisterde en beschilderde lijstgevels uit de jaren 1870 en 1880 aan beide straatzijden behoren het burgerhuis door aannemer Ch. Buqué uit 1886 op nummer 5, het burgerhuis op nummer 7, enig restant van een eenheidsbebouwing van vijf panden gebouwd door de weduwe André Nottebohm-von Laer naar een ontwerp door Edmond Leclef uit 1888, verder de burgerhuizen op nummers 28 en 36-38. Op nummer 6 een neoclassicistisch rijhuis met bewaarde houten winkelpui daterend van 1896.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1886#1376, 1888#606 en 1896#1263.