Teksten van Arthur Goemaerelei

https://id.erfgoed.net/themas/11616

Arthur Goemaerelei ()

De Arthur Goemaerelei loopt van de Markgravelei naar de Desguinlei, met een knik ter hoogte van de Bosmanslei. Deze voormalige buurtweg nummer 45, die het Leikwartier verbond met de Kielsevest, kreeg in 1846 de benaming Bareellei. De straat werd in 1904 heraangelegd, in het kader van een nieuwe verkaveling op de gronden van de Maatschappij Belpaire & C°. Deze vastgoedoperatie, had de creatie van een voorname residentiële wijk tot doel, als uitbreiding van het Leikwartier en bestemd voor de hogere burgerij. Het aanlegplan omvatte twee parallelle lanen, de geknikte Arthur Goemaerelei en de rechtlijnige Van Putlei, verbonden door een dwarse laan, de Bosmanslei. Het ‘rond punt’ op de kruising van de Bosmanslei en de Van Putlei vormde het centrum van de nieuwe wijk, die in 1911 werd aangesloten op de nieuw aangelegde Jan Van Rijswijcklaan. Mede door haar ligging in het voorname Leikwartier, en de royale perceelstructuur, groeide de wijk al snel uit tot de zuidelijke tegenhanger van de wijk Zurenborg. Dit wordt weerspiegelt in het profiel van de bouwheren, die de hogere geledingen van de maatschappij vertegenwoordigden. Tot de bewoners behoorden zakenlui en bedrijfsleiders onder meer uit de maritieme sector, bankiers, consuls, magistraten en hoge militairen, naast de gebruikelijke renteniers. Een aparte categorie vormen de kunstenaars die zich in de wijk vestigden, waaronder zowel schilders, musici als letterkundigen, naast de hoofdredacteuren van enkele Antwerpse kranten. Van de architecten die zelf in de wijk actief waren, bouwden Richard en Florent Vaes, Joan Coninck Westenberg, Daniël Rosseels, Hendrik Delvaux, Michel De Braey en Laurent Duvivier, hier ook hun eigen woning. Dat de Franse zusterorde 'Dames de Sion' in de Arthur Goemaerelei een pensionaat voor meisjes van stand oprichtte, wijst eveneens op de bevoorrechtte status van de wijk.

In 1911, na de heraanleg, kreeg de Arthur Goemaerelei haar huidige benaming. Arthur Goemaere (1841-1902) was journalist en hoofdredacteur van de Antwerpse liberale krant Le Précurseur. Hij richtte in 1885 de Belgische Persbond op, en in 1894 de Union Internationale des Associations de Presse. Tijdens zijn ambtsperiode vanaf 1895 als liberaal Schepen van Openbare Werken, was hij mee verantwoordelijk voor de aanleg van de Leysstraat. Een gedenkplaat bevindt zich op de tuinmuur van het hotel Jussiant (Arthur Goemaerelei 28, Antwerpen).

De kavels hadden verplichte voortuinen afgesloten door een smeedijzeren sierhek, en waren zowel bestemd voor aaneengesloten rijbebouwing als halfopen bebouwing. Waar driekwart van de percelen al vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was bebouwd, werden ook de resterende kavels op enkele na in de vroege jaren 1920 ingevuld. De basisbebouwing die opmerkelijk homogeen is bewaard, bestaat uit bescheiden tot voorname burgerhuizen en enkele riante herenwoningen, aangevuld met een vroeger pensionaat (nummer 18). Van de oorspronkelijke bebouwing van de Barreellei bleef slechts een tweetal panden bewaard, aan beide uiteinden van de pare zijde op nummers 2 en 68. Het betreft doorsnee 19de-eeuwse rijwoningen van twee bouwlagen, met een bepleisterde lijstgevel in neoclassicistische stijl. De periode vóór 1914 wordt gekenmerkt door een bebouwing met een kleurrijk en speels karakter. Het overwicht van de architectuur bestaat uit rijhuizen in eclectische stijl, met een beperkt aandeel panden in een meer uitgesproken neotraditionele, cottage- of art-nouveaustijl. Even verscheiden is het beeld van de vroege interbellumarchitectuur, samengesteld uit een behoudend aandeel architectuur dat voortbouwt op de beaux-artsstijl, naast meer progressieve uitingen van vroege art deco. Opmerkelijk is het veralgemeend gebruik van natuursteen of baksteen als gevelbekleding, vanwege een verbod op gevelbepleistering in het bouwreglement. Naoorlogse nieuwbouw blijft beperkt tot een vijftal kleinere appartementsgebouwen die het gabariet weliswaar verstoren, en het grotere kantoorgebouw van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (KVIV) op de hoek met de Desguinlei, waarvoor in 1987 ondanks bewonersprotesten drie verkrotte panden werden gesloopt.

De eerste bouwaanvragen voor de Arthur Goemaerelei dateren van 1905, het jaar waarin meteen een tiental percelen werd bebouwd. Naast het gevarieerde en kleurrijke materiaalgebruik, is een algemeen kenmerk uit de periode vóór 1914 de decoratieve gevelbehandeling, vaak in een asymmetrische compositie, met erkers of bow-windows, smeedijzeren balkons, risalieten en geveltoppen. De burgerhuizen van het conventionele type, die het merendeel van de bebouwing uitmaken, hebben een gemiddelde gevelbreedte en tellen twee of drie bouwlagen. Opmerkelijke voorbeelden die de verscheidenheid van deze standaardbebouwing illustreren zijn de woning Laruelle in art-nouveaustijl door Ferdinand Dermond, de woning Ontrop in neotraditionele stijl door Jos Viérin, en de woning Van Neste in cottagestijl door Walter Van Kuyck. Van een afwijkend type zijn de twee groepen bel-etagewoningen Storms en Mayer Van den Bergh, opgetrokken als vastgoedinvestering naar ontwerpen van respectievelijk Jan Frans Sel en Joseph Hertogs. Deze laatste was ook verantwoordelijk voor de twee burgerhuizen die als symmetrische pendants de toegang tot de straat vanaf de vest markeerden, waarvan er slechts één is bewaard. Veruit de meest imposante herenhuizen van vóór 1914 zijn het hotel Vanden Bussche in pompeuze beaux-artsstijl door Ernest Pelgrims, het hotel de Hasque en de architectenwoning door Louis De Vooght in eclectische stijl. Tot de weinige gesloopte of door oorlogsgeweld vernielde panden uit deze periode behoren de woning De Vlaeyen door Alfred Portielje op nummer 30 uit 1910, en de woning Van Havere door Rodolphe Frank op nummer 62 uit 1907.

Waar het architectenbureau Cols en De Roeck in het begin van de jaren 1920 voor vier woningen tekende, verrezen aan de Arthur Goemaerelei ook twee van de interessantste uitingen van de art-decostijl in Antwerpen. Het somptueuze hotel Jussiant, dat een centrale inplanting kreeg in de as van de Bosmanslei, is een belangrijk ontwerp van de associés Jan Vanhoenacker, John Van Beurden en Jos Smolderen. Met de door bronzen luipaarden bewaakte dubbelwoning Verswijver introduceerde Paul Smekens later in het decennium een aan Willem Marinus Dudok en Frank Lloyd Wright ontleend premodernisme. Uit deze periode valt nog de vrijstaande woning voor juffrouw M. Geelhand op nummer 26 te vermelden, een weinig markante baksteenbouw ontworpen door G. en J. Dieltiëns in 1924. Een opvallende naoorlogse invulling is het herenhuis voor Harry Van Gelder op nummers 52-54, ontworpen door Alphonse De Roeck in 1955, anachronistisch geïnspireerd op het 18de-eeuwse hotel. De meest recente toevoeging aan het straatbeeld van de Arthur Goemaerelei is het appartementsgebouw "Evergreen" door Pierre J. Tack op nummer 30, waarvan het ontwerp in twee stadia tot stand kwam in 1993-1997.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1910#1966 (nummer 30), 1907#1204 (nummer 62), 1924#18725 (nummer 26), 18#34919 (nummers 52-54), 86#940430 en 86#970451 (nummer 30).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Arthur Goemaerelei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/140042 (geraadpleegd op ).


Arthur Goemaerelei ()

Straat lopende van de Markgravelei naar de Desguinlei met knik ter hoogte van de Bosmanslei.

Voormalige buurtweg nummer 45, sedert 1846 als Bareellei gewettigd. Op 11 juli 1911 werd deze naam veranderd in Arthur Goemaerelei. Arthur Goemaere (1841-1902) was vanaf 1895 schepen van Openbare Werken.

Speelse bebouwing van heren- en burgerhuizen met voortuintjes die aan de straatzijde met ijzeren hekken zijn afgesloten. Rijhuizen, halfvrijstaande of vrijstaande woningen uit de periode circa 1912 en circa 1925-30 overwegend in eclectische stijl met neoclassicistische, art-nouveau- of neo-Lodewijk XVI-inslag; een aantal huizen met art-decokenmerken.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Arthur Goemaerelei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113376 (geraadpleegd op ).