Straat met rechtlijnig tracé tussen de Lange Elzenstraat en de Balansstraat, gelegen op het Zuid. De straat werd aangelegd op initiatief van de eigenaar van de gronden Charles Vanderlinden, die zelf meerdere bouwprojecten in de nieuwe verkaveling voor zijn rekening nam. Opening bij Koninklijk Besluit van 19 augustus 1884, en naamgeving naar Ferdinand de Braekeleer de oudere (1792-1883), kunstschilder, gemeenteraadslid en vader van de kunstschilder Hendrik de Braekeleer (1840-1888). De De Braekeleerstraat maakt met de Catharina Beersmansstraat, de Victor Driessensstraat en De Beuckerstraat, deel uit van een groep van vier parallelle straten met een gelijkaardige, laat-19de-eeuwse of vroeg 20ste-eeuwse rijbebouwing.
De bebouwing met bescheiden burgerhuizen in neoclassicistische of neo-Vlaamserenaissance-stijl, vaak onderdeel van eenheidsbebouwing, kwam tot stand tussen 1886 en 1896. Beide straatwanden worden gekenmerkt door een afwisseling van bepleisterde en beschilderde of bakstenen lijstgevels. Grondeigenaar Charles Vanderlinden en aannemer Petrus Franciscus Huygels-Van Humbeeck, namen het merendeel van de bouwprojecten voor hun rekening. Uit stijlovereenkomsten tussen de projecten van beide bouwheren, kan worden afgeleid dat de aannemer instond voor de uitvoering en allicht ook het ontwerp van al deze woningen.
Tot de minder gaaf bewaarde bouwprojecten van Charles Vanderlinden behoren het geheel van vier gekoppelde rijwoningen uit 1892 op nummers 36-42, en het geheel van drie gekoppelde rijwoningen uit 1893 op nummers 24-28. Tot de minder gaaf bewaarde bouwprojecten van Petrus Franciscus Huygels behoren de rijwoning uit 1886 op nummer 7, restant van een geheel van twee gekoppelde panden, de rijwoning uit 1887 op nummer 25, restant van een geheel van vijf gekoppelde panden, de rijwoning uit 1889 op nummer 39, restant van een geheel van drie gekoppelde panden, en de twee gekoppelde rijwoningen uit 1890 op nummers 43-45, restant van een geheel van drie gekoppelde panden. De rijwoningen uit 1889 op nummer 18 en 22, vormen het restant van een geheel van drie gekoppelde panden door aannemer Louis Joris in opdracht van de heer Dierckx-Schuiten.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1892#1597 (nummers 36-42), 1893#712 (nummers 24-28), 1886#117 (nummer 7), 1887#1403 (nummer 5), 1889#1305 (nummer 39), 1890#951 (nummers 43-45) en 1889#124 (nummers 18 en 22).