Lange straat met gebogen tracé tussen de Solvynsstraat en de Jan Van Rijswijcklaan. De naam verwijst naar de Lo(e)sane, een veldnaam reeds voorkomend in de 14de eeuw. Deze oude weg naar het galgenveld werd in 1698 vermeld als "Lossane" (gebogen noordelijk deel) en "Galgestraat" (zuidelijk deel), laatstgenoemde nadien ook Kleine Galgestraat. De naam Lozanastraat dateert van 1862, het predicaat Lange werd in 1869 toegevoegd.
Vrij heterogene bebouwing grotendeels opgetrokken in het laatste kwart van de 19de en de vroege 20ste eeuw. Neoclassicistische burger- en herenhuizen met bepleisterde en beschilderde lijstgevels uit de eerste bebouwingsfase, zijn nog sporadisch bewaard over de volledige lengte van het tracé. Het bouwblok met de Sanderusstraat en de Anselmostraat vormt een homogeen ensemble burgerhuizen en meergezinswoningen uit begin jaren 1900, gekenmerkt door kleurrijke baksteenparementen. Tot de doorsnee of minder gaaf bewaarde panden behoren voor eigen rekening opgetrokken burgerhuis (gedecapeerd) door architect Theodoor Vermeulen uit 1905 op nummer 51, en het geheel van drie burgerhuizen Arthur Caels door aannemer Eugène Van Beylen uit 1907 op nummers 63-67. Tot de vermeldenswaardige panden uit het interbellum behoren de woning Mion door architect Joseph Ditvoorts uit 1927 op nummer 14, een verbouwing in art-decostijl van een neoclassicistisch burgerhuis uit de jaren 1870, en de modernistische dokterswoning Nyssen door Léon Stynen uit 1931-1932 op nummer 228. Een zone in het zuidelijke straatgedeelte, waar zich het in 1876 ontworpen Ouderlingentehuis door Ernest Dieltiëns bevond, werd aan het einde van de Tweede Oorlog getroffen door ‘vliegende bommen’, en vervolgens met een verbrede rooilijn heropgebouwd. De straatwanden worden veelvuldig onderbroken door grootschalige nieuwbouwcomplexen, met name op de grote kruispunten en in het laatste straatgedeelte.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1905#891 (nummer 51), 1907#620 (nummers 63-67), 1927#27002 (nummer 14) en 1932#41313 (nummer 228).