Straat met rechtlijnig tracé tussen de Robert Molsstraat en de Van Schoonbekestraat, geopend in 1910. De straatnaam verwijst naar de wol- en huidenhandelaars Jan Lodewijk (1786-1865) en Lieven Christiaan Lemmé (1789-1863), afkomstig uit Frankfurt am Main, die zich in 1814 te Antwerpen vestigden en een belangrijke rol speelden in het stedelijke economie.
De homogene bebouwing van burgerhuizen en meergezinswoningen in eclectische, beaux-arts- of art-nouveaustijl, dateert grotendeels uit de periode van kort na de opening van de straat in 1910, tot aan de Eerste Wereldoorlog. De Naamlooze Maatschappij "Vooruitzicht" met Jules Hofman als architect, realiseerde in totaal tien panden in de Lemméstraat, waaronder de woning Lempereur uit 1911 op nummer 10. Enkele resterende kavels werden pas begin jaren 1920 ingevuld. Lijstgevels met parementen in contrasterend metselwerk bepalen het straatbeeld.
Tot de doorsnee of minder gaaf bewaarde panden behoren de woning Raymond Jacobs door architect Hippoliet De Vos uit 1923 op nummer 11, het geheel van drie gekoppelde burgerhuizen op nummers 12-16, de woning Charel Jacob door aannemer Ch. Claessens-Lauwers uit 1911 op nummers 22-24 en het gedecapeerde hotel Ferdinand Marsily-Pecher door architect Frans Stuyck uit 1910 op nummer 26.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1911#1039 (nummer 10), 1922#13203 en 1923#14937 (nummer 11), 1911#133 (nummers 22-24), 1910#2269 (nummer 26).