Straat aan de westzijde van de spoorwegberm van het Centraal Station, tussen de Plantin en Moretuslei en de Zurenborgstraat. Naamgeving naar Gerard Mercator (1512-1594), aardrijkskundige en cartograaf; tijdelijk (1875 tot 1901) Mercatorstraat-Zuid als tegenhanger van Mercatorstraat-Noord (huidige Oostenstraat) aan de oostzijde van de spoorwegberm. Het straatgedeelte tussen Plantin en Moretuslei en Lamorinièrestraat werd aangelegd omstreeks 1860, en verlengd tot de Zurenborgstraat in 1875.

Gekasseide straat met lintbebouwing aan de westzijde, en de verhoogde spoorwegberm ten oosten. Van de oorspronkelijke bebouwing, bestaande uit neoclassicistische burgerhuizen, zijn slechts een tiental panden bewaard, die dateren uit eind jaren 1870 tot eind jaren 1880. Het gehavende nummer 62 maakte oorspronkelijk deel uit van een geheel van twee gekoppelde woningen, gebouwd in opdracht van de weduwe Derden naar een ontwerp door de gebroeders Léonard en Henri Blomme uit 1881. Nummer 90, oorspronkelijk gekoppeld aan het verbouwde nummer 92, werd later verhoogd. Van het nummer 94 is de bovenste verdieping aangepast. Appartementsgebouw in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Red-Star-Line-agent M.G. Freudberg naar een ontwerp door Alfred Portielje en Jan De Braey uit 1929 op nummer 40 en Belgiëlei 3, en modernistische "Résidence Mercator", een realisatie van het bouwbedrijf François Amelinckx in opdracht van het echtpaar L. Mechels-Vandenberge, naar een ontwerp door Marc Segers uit 1935-1936, op nummer 132.

Aan westzijde van spoorwegberm, tussen Plantin en Moretuslei en Zurenborgstraat. Naamgeving naar Mercator (1512-94), aardrijkskundige en cartograaf; tijdelijk (1875 tot 1901) Mercatorstraat-Zuid als tegenhanger van Mercatorstraat-Noord (huidige Oostenstraat) aan oostzijde van spoorwegberm. Weggedeelte tussen Plantin en Moretuslei en Lamorinièrestraat aangelegd circa 1860, verlengd tot Zurenborgstraat in 1875.

Gekasseide straat met lintbebouwing aan zuidzijde, verhoogde spoorwegberm ten oosten. Neoclassicistische enkelhuizen van drie traveeën en drie à vier bouwlagen onder zadeldaken, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels verhoogd met lijstwerk, centrale of gevelbrede balkons, rechthoekige muuropeningen. Oorspronkelijke bebouwing hier en daar onderbroken door hogere flatgebouwen.