De Quellinstraat is een drukke straat in de stationsbuurt, die de De Keyserlei met het stadspark verbindt. De rechte straat maakt deel uit van het in dambordpatroon opgebouwde stratenpatroon dat men voor deze wijk voor ogen had. De straat werd aangelegd in 1868 en werd samen met de Van Ertbornstraat die in het verlengde ligt, genoemd naar de familie Quellin, een beroemde kunstenaarsfamilie uit de 17de eeuw. De Van Ertbornstraat, aan de andere kant van de De Keyserlei, kreeg al in 1869 haar eigen naam.
De Quellinstraat is een brede woon- en winkelstraat, met een eind-19de-eeuwse basisbebouwing die door talrijke verbouwingen en nieuwbouwprojecten erg versnipperd is geraakt, wat geleid heeft tot een erg heterogeen straatbeeld. In de Quellinstraat vinden we talrijke handelszaken terug, vaak ondergebracht in panden die oorspronkelijk als woning werden gebouwd en die dus verbouwd werd op de begane grond. Opvallend zijn ook de talrijke flatgebouwen die er vanaf de jaren 1930 tussen de eind-19de-eeuwse panden werden ingeplant.
De Quellinstraat bevat een aantal prestigieuze, grote panden in neoclassicistische stijl, die herinneren aan de grandeur van weleer. Zo zijn er de twee herenwoningen voor Guillaume Meurisse en voor van der Stegen, alletwee daterend uit de jaren 1870 en door vooraanstaande architecten ontworpen. Op de hoek met de De Keyserlei bevinden zich twee markante panden, allebei verwijzend naar de glorieuze periode eind 19de en begin 20ste eeuw wanneer de straat deel uitmaakte van het centrum van het Antwerpse uitgaansleven, met bioscopen, winkels en feestzalen. Ciné Quellin, daterend uit 1914 en voorzien van een zeer opvallende, rijke neoclassicistische gevelwand in de Quellinstraat, werd verbouwd tot appartementen en kantoren. Het second empire hoekpand is één van de oudste en tevens best bewaarde gevels in de straat.
De meeste eind-19de-eeuwse panden waren van een meer bescheiden omvang en telden drie traveeën en drie bouwlagen. Op nummer 15 is er de smalle woning die rond 1870 werd gebouwd voor J. Joostens, wonende op de Paulusplaats 23. Oorspronkelijk had deze woning geen voordeur in de gevel, omdat ze toegankelijk was via een poortdoorgang links naast de woning, die nu niet meer bestaat. Op nummer 30, een samen met 28 als samenstel gebouwd neoclassicistisch burgerhuis ontworpen door Edmond Leclef in 1875 voor Peeters. De aansluitende woning op nummer 32 werd wellicht ook door Edmond Leclef ontworpen in hetzelfde jaar, voor de Wolf; de detaillering van de bovenverdieping is echter niet helemaal zoals op het plan uitgevoerd. De woningen ernaast (34-36) werden in 1880 ontworpen door Emile Wauters voor Louis Van den Broeck, wellicht als meergezinswoningen. Op nummers 48-50 komen we opnieuw Edmond Leclef tegen als ontwerper, die dit keer werkt voor eigen rekening. Het betreft een combinatie van een grote woning van vier traveeën met rechts daarvan een smallere woning, beide met een eenvoudige klassieke vormgeving. Ze werden als huurwoningen gebouwd; de winkelpuien zijn van latere datum. Een andere bouwmeester die we meermaals terugvinden in deze straat is Godfried Van Halle. Behalve zijn eigen woning, ontwierp hij er nog een achttal huizen, wat een groot deel van zijn gekende oeuvre uitmaakt. De meeste panden zijn echter niet meer terug te vinden in het straatbeeld.
Een tweede belangrijke bouwfase in de straat is het interbellum, met een aantal appartementsgebouwen die tussen de 19de-eeuwse woningen werden gebouwd. Het woon- en winkelhuis ontworpen door Huib Hoste werd ondertussen gesloopt. Op nummer 43 een appartementsgebouw dat Cols en de Roeck in 1936 ontwierpen voor N.M. Dikker, met de driezijdige verzonken erkers die typisch zijn voor hun bouwstijl. Het appartement daarnaast, op nummer 45, werd getekend door architect D. Moëd in 1936, in opdracht van M. Aroueté. Aan de even zijde van de straat vinden we op nummer 40 een standaard vormgegeven appartementsgebouw dat in 1957-58 gerealiseerd werd door de firma Amelinckx en op nummer 56 een kantoorgebouw gesigneerd door Bilmeyer en Claes, daterend van rond 1934.
De kruising van Rubenslei, Maria-Theresialei, Quellinstraat en Quinten Matsijslei, werd van 1881 tot 1934 ingenomen door het standbeeld van Quinten Matsijs door Jacques de Braekeleer, Leonard en Henri Blomme, vandaag opgesteld op de Baron Dhanislaan.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2013: Quellinstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/149100 (geraadpleegd op ).
Tussen De Keyserlei en Quinten Matsijslei. Naamgeving in 1868 naar de beroemde kunstenaarsfamilie uit de 17de eeuw, aanvankelijk ook voor de verlenging tot aan de Franklin Rooseveltplaats, die in 1869 verdoopt werd in Van Ertbornstraat. Burgerhuizen waarvan verschillende opklimmend tot circa 1868-70, zie bouwaanvragen, afgewisseld met flatgebouwen opklimmend tot circa 1930 en nieuwe bouw. Oudste bebouwing als enkelhuistype met bepleisterde, beschilderde lijstgevel op sokkel van arduin; neoclassicistische stijl, zie geblokte begane grond, schijnvoegen, panelen, lijstwerk, balkons met balustrade of ijzeren leuning, rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met oren, sleutel, fronton; klassieke gevelafsluiting; verschillende huizen met winkelpui.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Quellinstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113612 (geraadpleegd op ).