De Stierstraat is een korte rechte straat gelegen in Zurenborg, tussen de Dageraadplaats en Lange Van Ruusbroecstraat. De straat maakt deel uit van het rationele stratenplan met rechte straten dat in 1882 werd uitgetekend voor de nieuwe Oostwijk. De naamgeving van de straat dateert van 1883 en sluit aan bij het thema van de sterrenbeelden dat men voor een groot deel van de straten in Zurenborg koos.
De bebouwing in de Stierstraat is exemplarisch voor de hele wijk. Het gaat om eind-19de- en begin-20ste-eeuwse rijwoningen van twee tot drie traveeën en twee tot drie bouwlagen, met gevels die afwisselend in neoclassicistische en in een meer kleurrijke bouwstijl zijn gerealiseerd zoals neorenaissance, eclecticisme of art nouveau. Hoewel het algemene beeld van Zurenborg eclectisch aandoet, is het merendeel van woningen in een eenvoudige neoclassicistische bouwstijl opgetrokken. Een groot deel van de woningen is reeksbouw door investeerders, die in Zurenborg vaak van vooraanstaande, adellijke afkomst zijn. Een voorbeeld vinden we op 11-13, een klein samenstel ontworpen door architect Victor Durlet voor Emile Geelhand-Moretus, een van de rijkste personen in België in die tijd. De vier woningen op nummers 18-24 werden in 1890 getekend door architect Albert Arnou voor Jules Beeckmans de Wezenbeeck (1850-1929), gehuwd met mevrouw Pouppez de Kettenis. Architecten Durlet en Arnou waren zeer productief op Zurenborg, en voerden veel bouwprojecten uit voor de "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises", de bouwmaatschappij die in 1886 werd opgericht om de woningbouw in de wijk te organiseren. De bouwmaatschappij profileerde zich in de Stierstraat met een zeer opvallend, eclectisch ensemble van zes woningen naar ontwerp van architect Ernest Stordiau. De excentrieke neo-Florentijnse renaissancestijl die Stordiau onder meer met dit ensemble illustreerde in Zurenborg, heeft in belangrijke mate het aparte karakter van de wijk bepaald.
De meeste woningen echter, werden voorzien van een standaard neoclassicistische gevel. In de Stierstraat zijn vooral bescheiden woningen gebouwd, van twee bouwlagen en twee of drie traveeën. Nummer 5 is een neoclassicistisch winkelhuis, met een centrale etalage op de begane grond, geflankeerd door twee deuren. Het aparte gevelontwerp van aannemer en metser J. Cannoot-Torfs werd deels teniet gedaan door verbouwingen en vernieuwingen. De aansluitende woning op nummer 7 is veel eenvoudiger, met een standaard neoclassicistische gevel van twee traveeën breed, wellicht in het interbellum met een verdieping verhoogd.
Nummers 23-25 zijn een typisch voorbeeld van een investeringsproject, waarbij in de achterliggende straat drie woningen met hetzelfde gevelplan werden gebouwd, namelijk Grotebeerstraat 52-56. Aannemer Louis Peeters-Gowie realiseerde het project in 1902 voor L. Vandenbosch, wonende op de Kaasrui 7. Het zijn eenvoudige, standaard neoclassicistische burgerhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen. Van dezelfde aannemer is de huizenrij op nummers 28 tot en met 34. Nummer 28 realiseerde Peeters-Gowie in 1890 voor eigen rekening, met wijzigingen aan het benedenvenster dat oorspronkelijk gekoppeld was. De aansluitende rij op nummers 30-34 volgde in 1891, eveneens in eigen naam en gecombineerd met eenzelfde set van drie huizen in de Walvisstraat 4-8. Het gaat om kleine huizen van twee bouwlagen en twee traveeën met een lijstgevel die door elementen als de ronde balkons, de noppen en ruiten, de vlakke cartouches en geaccentueerde entablementen, een eigen, van de standaard afwijkende gevelafwerking krijgen. Dit type woningen vormt de basisbebouwing van de wijk Zurenborg; ook architecten als Ernest Dieltiëns en Albert Arnou ontwerpen dergelijke gevelrijen.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1902 # 1051 (5), 1902 # 1032 (23-25), 1890 # 988 (28), 1891 # 918 (30-34).