Geografisch thema

Van Putlei

ID
11905
URI
https://id.erfgoed.net/themas/11905

Beschrijving

De Van Putlei loopt van de Markgravelei naar de Desguinlei. De straat werd in 1904 aangelegd, in het kader van een nieuwe verkaveling op de gronden van de Maatschappij Belpaire & C°. Deze vastgoedoperatie, had de creatie van een voorname residentiële wijk tot doel, als uitbreiding van het Leikwartier en bestemd voor de hogere burgerij. Het aanlegplan omvatte twee parallelle lanen, de geknikte Arthur Goemaerelei en de rechtlijnige Van Putlei, verbonden door een dwarse laan, de Bosmanslei. Het ‘rond punt’ op de kruising van de Bosmanslei en de Van Putlei vormde het centrum van de nieuwe wijk, die in 1911 werd aangesloten op de nieuw aangelegde Jan Van Rijswijcklaan. Mede door haar ligging in het voorname Leikwartier, en de royale perceelstructuur, groeide de wijk al snel uit tot de zuidelijke tegenhanger van Zurenborg. Dit wordt weerspiegelt in het profiel van de bouwheren, die de hogere geledingen van de maatschappij vertegenwoordigden. Tot de bewoners behoorden zakenlui en bedrijfsleiders onder meer uit de maritieme sector, bankiers, consuls, magistraten en hoge militairen, en de gebruikelijke renteniers. Een aparte categorie vormen de kunstenaars die zich in de wijk vestigden, waaronder zowel schilders, musici als letterkundigen, naast de hoofdredacteuren van enkele Antwerpse kranten. Van de architecten die zelf in de wijk actief waren, bouwden Richard en Florent Vaes, Joan Coninck Westenberg, Daniël Rosseels, Hendrik Delvaux, Michel De Braey en Laurent Duvivier, hier ook hun eigen woning. Dat de Franse zusterorde 'Dames de Sion' in de Arthur Goemaerelei een pensionaat voor meisjes van stand oprichtte, wijst eveneens op de bevoorrechtte status van de wijk.

De straat is genoemd naar Jozef Cornelis Van Put (1811-1877), burgemeester van Antwerpen voor de Meetingpartij van 1863 tot 1872. Onder zijn ambtsperiode werden de Leien aangelegd op het tracé van de Spaanse omwalling en vesten, kwamen het Stadspark tot stand en de De Keyserlei. De kavels hadden verplichte voortuinen afgesloten door een smeedijzeren sierhek, en kwamen zowel in aanmerking voor aaneengesloten rijbebouwing als voor halfopen bebouwing. Waar nog vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zowat 80 % van de beschikbare percelen bebouwd was, werd een tiental percelen begin jaren 1920 ingevuld, twee in de jaren 1930, en de enkele resterende in de naoorlogse periode. De bebouwing bestaat uit voorname burgerhuizen, afgewisseld met riante, halfvrijstaande herenwoningen, die voor de wijk als geheel in de Van Putlei de grootste concentratie vormen. In totaal veertien panden werden gesloopt voor de bouw van flatgebouwen, twee ervan al eind jaren 1930 en begin 1940. Vrij banaal van ontwerp en met een afwijkend gabariet verstoren zij de homogeniteit van de gevelwanden, met name in de omgeving van het ‘rond punt’ en op de hoeken met de Desguinlei.

De eerste bouwaanvragen voor de Van Putlei dateren van 1904, het gros zelfs van vóór 1910. Het straatbeeld wordt in grote mate bepaald door statige hotels in eclectische stijl, naar beaux-arts-traditie geïnspireerd op het Franse classicisme, de Lodewijk XIV- of de régencestijl. Opmerkelijk is het veralgemeend gebruik van natuursteen of baksteen als gevelbekleding, vanwege een verbod op gevelbepleistering in het bouwreglement. Naast het gevarieerde en kleurrijke materiaalgebruik, en het levendige profiel van de architectuur, is het belangrijkste kenmerk de decoratieve gevelbehandeling, vaak in een asymmetrische compositie, met erkers of bow-windows, smeedijzeren balkons, risalieten en geveltoppen. Niet toevallig tekenden vooral gevestigde architecten van de oudere generatie, die al sinds de late 19de eeuw in dienst van de betere kringen opereerden, voor het merendeel van de herenhuizen in de Van Putlei. Zo realiseerden Frans Van Dijk twee hotels voor de adellijke familie Ullens de Schooten, en zowel Ernest Stordiau als Joseph Hertogs een geheel van twee gekoppelde hotels voor respectievelijk de aannemer Huygels en de zakenman Fester. Behalve de hotels Strasser en Nurnberg ontwierp Emile Thielens een monumentale dubbelwoning van Berlagiaanse allure voor de Zwitserse consul Steinmann, daar waar Michel De Braey hier zijn eerste architectenwoning liet bouwen. De meest imposante residentie in de Van Putlei is echter het hotel Zeller in neo-Lodewijk XVI-stijl, een ontwerp van de Duitse society-architect Paul Schulze-Naumburg. Tot de gesloopte burger- of herenhuizen van het klassieke type behoren de woning Cools op nummer 13 door C. Lixon uit 1905, de woning Fastenakel op nummer 23 door Hertogs uit 1906, de woning Van den Broeck op nummer 34 door B. Verboven uit 1907, het voorname hotel Petersen op nummer 35 door G. Rooses uit 1904, de woning Kerfoot op nummer 47 door de aannemer Philip Ahlstrand uit 1906, en de woning De Ridder op nummer 64 door De Braey uit 1909. Het verdwenen hotel Petersen was het allereerste gebouw dat in deze wijk werd opgetrokken.

Hoewel zij slechts een minderheid van de bebouwing uitmaken telt de Van Putlei ook enkele pittoreske burgerhuizen in cottagestijl, waaronder de woning Anna Thielens door Emile Thielens, en de woning Storms door Jan Frans Sel. Twee cottagevillla’s die deel uitmaakten van de bebouwing van het 'rond punt' werden gesloopt: de woning Portielje-Cuperus op nummer 37 door Alfred Portielje uit 1907, en de woning Van den Bergh-Bik op nummer 39 door Albert Gondrexon uit 1907. Nog zeldzamer vertegenwoordigd is de art nouveau, hoewel de woning Moortgat door Jules de Lattin tot de meest excentrieke uitingen van deze stijl in Antwerpen moet gerekend worden. De gesloopte woning Gittens op nummer 44 door Jaak Alfons Van der Gucht, en de dubbelwoning Bernaerts op nummers 46-48 door Laurent Duvivier, beide uit 1914, waren de laatste huizen die hier vóór de Eerste Wereldoorlog tot stand kwamen. De interbellum-architectuur levert een bescheiden maar meer gevarieerd beeld op waarin alle gangbare stromingen vertegenwoordigd zijn, van beaux-arts en 'Old English'-stijl, tot de landelijke cottage en de zakelijke art deco. Een typisch voorbeeld van de traditionalistische strekking in de naoorlogse residentiële architectuur, is de woning Ocreman-Biebuyck op nummer 35A door Joseph Somers uit 1958. In 1986-1987 realiseerde Michel Grandsard op nummers 28-30 een postmodern flatgebouw.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1905#1465 (nummer 13), 1906#1256 (nummer 23), 1907#991 (nummer 34), 1904#1293 (nummer 35), 1906#2189 (nummer 47), 1909#118 (nummer 64), 1907#635 (nummer 37), 1907#686 (nummer 39), 1914#5410 (nummer 44), 1914#5006 (nummers 46-48), 18#32269 en 18#33179 (nummer 35A).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Appartementsgebouw in beaux-artsstijl

  • Omvat
    Architectenwoning Michel De Braey

  • Omvat
    Burgerhuis in art nouveau

  • Omvat
    Burgerhuis in beaux-artsstijl

  • Omvat
    Burgerhuis in beaux-artsstijl

  • Omvat
    Burgerhuis in beaux-artsstijl

  • Omvat
    Burgerhuis in beaux-artsstijl

  • Omvat
    Burgerhuis in cottagestijl

  • Omvat
    Burgerhuis in cottagestijl

  • Omvat
    Burgerhuis in cottagestijl

  • Omvat
    Burgerhuis in eclectische stijl

  • Omvat
    Burgerhuis in eclectische stijl

  • Omvat
    Burgerhuis in neo-Lodewijk XVI-stijl

  • Omvat
    Eclectisch burgerhuis

  • Omvat
    Eclectisch burgerhuis

  • Omvat
    Eclectisch burgerhuis

  • Omvat
    Eclectisch burgerhuis

  • Omvat
    Eclectisch burgerhuis

  • Omvat
    Eclectisch burgerhuis

  • Omvat
    Eclectisch herenhuis

  • Omvat
    Eclectisch herenhuis

  • Omvat
    Eclectisch herenhuis

  • Omvat
    Eclectisch herenhuis

  • Omvat
    Eclectisch herenhuis

  • Omvat
    Geheel van meergezinswoningen in art deco

  • Omvat
    Geheel van twee herenhuizen in neorégencestijl

  • Omvat
    Gekoppelde burgerhuizen in art nouveau

  • Omvat
    Gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl

  • Omvat
    Gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl

  • Omvat
    Gekoppelde burgerhuizen in cottagestijl

  • Omvat
    Gekoppelde burgerhuizen in eclectische stijl

  • Omvat
    Gekoppelde burgerhuizen, architectenwoning Alphonse Geenen

  • Omvat
    Gekoppelde eclectische burgerhuizen

  • Omvat
    Gekoppelde eclectische herenhuizen

  • Omvat
    Herenhuis in neorococostijl

  • Omvat
    Hotel Zeller

  • Omvat
    Kunstenaarswoning Louis Van Engelen

  • Omvat
    Modernistisch appartementsgebouw

  • Is deel van
    Antwerpen - 19de- en 20ste-eeuwse stadsuitbreiding


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Van Putlei [online], https://id.erfgoed.net/themas/11905 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.