Verlengde van de Olivetenvest. Aangelegd op een gedeelte van de in de 19de eeuw afgevoerde vesten tussen de voormalige Adegem- en de Brusselsepoort. Eertijds "Capucienenvest" genaamd naar het voormalige klooster der minderbroeders-capucienen waarvan de hoving aan deze vest lag.

Homogeen straatbeeld uit de tweede helft van de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw, verbroken door een toenemend aantal flatgebouwen met schaalvergrotingen zowel in hoogte als in breedte. Bebouwing gekarakteriseerd door burgerhuizen, enkelhuistype, van twee à drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak, uit de tweede helft van de 19de eeuw.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevels veelal met summiere stucdecoratie (riemomlijsting, sluitsteen, panelen), naderhand gecementeerd, gedecapeerd of voorzien van nieuwe bekleding, laatstgenoemde vooral aan de westzijde (onder meer nummers 9-11 en 84-102). Rechthoekige en getoogde muuropeningen. Gevelwand gemarkeerd door regelmatig gebruik van bel-etagebalkons.

Nummer 150 en 174 voorzien van fraaie erker. Nummers 86 en 121-123 dubbelhuizen van vijf en vier traveeën. Nummer 121 gemarkeerd door deurrisaliet met bel-etagebalkon en horizontaliserende puilijst en doorgetrokken lekdrempels. Naast dit klassieke lijstgeveltype sporadisch voorkomen van bakstenen gevels met decoratief gebruik van gekleurde baksteen of natuursteen. Van noemenswaardig architecturaal belang zijn vooral de art-nouveaugetinte gevels der oostzijde.