Van de Hallestraat naar de Huidevettersstraat. Tot het begin van de 20ste eeuw gekruist door de Melaan die tussen de zijgevels van nummer 22 en 24 en 29 en 31 liep. De straat zelf liep eertijds vermoedelijk maar tot nummer 11 en vandaar was slechts een smalle gang tot de Melaan. Zo zou de benaming vermoedelijk afgeleid zijn van het Franse "cul de sac". In 1311 werd de "zak" via een houten brug over de rivier in verbinding gebracht met de Huidevettersstraat.
Bochtig straattracé; verspringende rooilijn vanaf nummer 13. Typisch voor het straatbeeld is de hoge bak- en zandstenen huistoren, overblijfsel van het voormalige Hof van Palermo. Begin van de rechterstraatzijde ingenomen door 19de-eeuws hoekhuis en rijhuizen van twee à drie traveeën en drie bouwlagen met eenzelfde kroonlijsthoogte en variërende bekledingen (nummers 2-12). Verder overwicht van 19de-eeuwse lijstgevels (onder meer nummers 19, 21, 23, 24 en 25) veelal vervallen en niet bijzonder opvallend hoewel verschillende oude kernen verbergend (zie muurankers met kram en krul van nummer 19, 21, rechteraandak aan achtergevel van 19, dakhelling van nummer 31, nokrichting van nummer 24). Nummer 21 met fijne houten pui; gegroefde penanten en brede puilijst tussen gekoppelde fijne consoles.
Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent. Auteurs: Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Het ‘overwicht van de 19de eeuwse lijstgevels’ is echt wel verdwenen, evenals het ‘vervallen’ beeld van de straat en de vele huizen met ‘oudere kernen’ (er is er maar eentje overgebleven: het nr. 31 ). De kant van de onpare nummers wordt volledig gedomineerd door nieuwbouw (hoekgebouw én de nrs. 7 t.e.m. 21). Aan de pare kant is het nr. 24 – dat tweemaal vermeld wordt in de beschrijving – gesloopt.