Geografisch thema

Beekstraat

ID
12335
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12335

Beschrijving

Verbindingsstraat tussen Oedelem en de grens met Oostkamp, beginnend bij de Bruggestraat in het centrum van Oedelem en eindigend bij de Beverhoutstraat op de grens met Oostkamp. Het begin van de straat is voorzien van kasseien en gaat over in asfalt ter hoogte van nummer 30. Loopt deels door het zogenaamd "Beverhoutsveld". De naam verwijst vermoedelijk naar de diverse waterlopen die in de omgeving van de Beekstraat lopen.

De kaart van 1760 toont de Beekstraat als een doodlopende straat met verspreide kleinschalige hoeves en arbeiderswoningen. Op de kaart van Ferraris (1770-1778) staat de straat aangeduid met de naam "Bickstraete". Weergave van straat met een kronkelend verloop afgezoomd met bomen. Verspreide bebouwing met een hogere concentratie tegenaan het centrum van Oedelem en het zogenaamd "Beverhoutsveld". Lang hetzelfde straatbeeld gebleven. Op een kadastrale kaart van 1809 wordt de straat aangeduid met de naam "beeke straete". De straat wordt gekenmerkt door een verspreide bebouwing met breedhuizen voorzien van een voortuin met bomen en achterliggende bijgebouwen. Naar het einde van de straat schaarser bebouwd. Vanaf de jaren 1960 worden diverse doodlopende zijstraten aangelegd die toegang geven tot nieuwbouwwijken. In de zijstraat Herfststraat treffen we gekoppelde sociale woningen aan uit de jaren 1960-1970.

Huidig straatbeeld met heterogeen karakter bestaande uit onder andere rijhuizen, vrijstaande, halfvrijstaande of koppelwoningen. Buiten de bebouwde kom loopt de straat in landelijk gebied met enkele verspreid gelegen hoeves die grondig zijn verbouwd zie nummer 20, nummer 28, nummer 52. De oudste staan reeds weergegeven op de kaart van Ferraris. Eenvoudige lage (boeren)arbeiderswoningen circa 1900 gebouwd, met al dan niet beschilderd gevelparement. Soms opgevat als een gekoppelde woning, nummer 15 met vernieuwd gevelparement. Nog aanwezigheid van enkele toegangsdreven die nu omgevormd zijn tot zijstraten. Onder meer de Sint-Jansdreef oorspronkelijk de toegangsdreef tot het zogenaamd "Groot Sint-Jansgoed" gelegen in de Rogierveldstraat nummer 20. Enkele nieuw aangelegde straten zoals onder meer de Herfststraat met sociale woningen uit de jaren 1960. Ongeveer halfweg de straat aanwezigheid van de toegang tot de zogenaamde"Govaertskapel".

Tweede straatgedeelte gelegen in het zogenaamd "Beverhoutsveld". Het zogenaamd "Beverhoutsveld" behoudt nog steeds de parcellering teruggaand tot circa 1850. Vóór 1850 was het heidegebied (wastina) waar het vee gemeenschappelijk kon grazen. In het begin van de middeleeuwen stond er waarschijnlijk nog een bos dat echter vrij snel tot heidegebied evolueerde door overbegrazing. In het gebied komt nu nog steeds heidevegetatie voor. Tijdens de middeleeuwen waren hier talrijke veldvijvers aanwezig die nu verdwenen zijn. In sommige weilanden zijn cirkelvormige depressies aanwezig, maar het is niet bekend of dit resten van veldvijvers zijn. Vanaf 1850 werd dit gebied op zeer systematische manier ontgonnen. Een rechtlijnig drevenpatroon deelde het gebied in grote blokken landbouwland op die op hun beurt nog eens onderverdeeld werden in gebruikspercelen. De dreven zijn nog zeer herkenbaar en goed bewaard gebleven. Langs de percelen kwamen (en komen hier en daar nog)knotbomenrijen, houtkanten en dergelijke voor. De vele sloten en grachtjes (met veelal rietkragen) zorgen voor de afwatering van het gebied. De dreven accentueren het systematische ontginningspatroon van het gebied en delen het gebied ook visueel op in kleinere ruimtes. De perceelsrandbegroeiing en de rietkragen in grachten delen die kleinere ruimtes verder op. Het gebied heeft een half open karakter met af en toe vergezichten.

Op 3 mei 1382 vond op het Oedelemse deel van het Beverhoutsveld de "Slag van het Beverhoutsveld" plaats. De Slag kadert in de Gentse Opstand (1379-1395) waarbij de Gentenaren een opstand organiseerden tegen de Graaf van Vlaanderen die z'n verblijfsplaats hield in Brugge. De Bruggelingen, behalve de wevers, steunden deze opstand niet. Deze spanningen waren reeds langer aanwezig in het graafschap en waren eerder al geaccentueerd door een conflict omtrent de aanleg van de Nieuwe Leie: in 1379 hadden de Bruggelingen toestemming gekregen van Graaf Lodewijk van Male om een kanaal te graven tussen Brugge en de Leie te Deinze. Dit bevoordeelde echter enkel de Bruggelingen terwijl Gent z'n Leie-trafiek grotendeels afgesneden zag. Het kwam tot een conflict tussen beide steden waarbij de Gentse "Witte Kaproenen" de Brugse gravers aanvielen. Wanneer kort daarna de grafelijke baljuw te Gent werd vermoord brak de revolte echt uit. Na verschillende opeenvolgende fasen kwam het op het Beverhoutsveld tot een massaal treffen tussen de graafgezinde Bruggelingen en de opstandige Gentenaren onder leiding van Filips van Artevelde. De overwinning van de Gentenaren had grote gevolgen: ze leidde uiteindelijk tot de val van Brugge en kreeg in verschillende Franse, Hollandse en Brabantse steden navolging toen ook daar opstanden uitbraken.

In de 19de eeuw is er nog steeds een discussie over een mogelijke opdeling van het Beverhoutsveld. In 1881 registreert het kadaster de aanleg van de weg, genaamd de "Steenweg van Assebrouck naar Beernem". In 1884 vindt er een verzoeningsvergadering plaats met de burgemeesters van Oostkamp, Oedelem en Beernem, waarbij men laat weten dat men geen opdeling wil. In 1897 gaat de verdeling van het Vrijdom het Beverhoutsveld tussen de drie gemeentes Oedelem, Oostkamp en Beernem toch door. In 1902 beveelt de rechtbank van Eerste Aanleg van Brugge bij vonnis van 2 juli de verdeling van het Vrijdom het Beverhoutsveld. De verdeling zal geschieden in de volgende verhouding: Oedelem 8/13, Oostkamp 3/13 en Beernem 2/13.

Lang onbebouwd gebleven heidegebied. Op de kaart van Ferraris (1770-1778) weergave van de zogenaamde "Oranjemolen" zie Beekstraat nummer 111. Lang de enige bebouwing geweest in dit straatgedeelte. Enkel ter hoogte van de voormalige site "Oranjemolen" (Beekstraat nummer 111) aanwezigheid van bebouwing.

  • OCMW ARCHIEF BRUGGE, Fonds Kaarten en Plannen, Losse stukken, Kaft kaarten Oostkamp.
  • RIJKSARCHIEF BRUGGE, Collectie Kaarten en Plannen, nummer 1608.
  • CLAEYS G., Kroniek van Oostkamp, Brugge, 1985, p. 23-24, 217-218, 263, 316, 348, 356.
  • COORNAERT M., RYCKAERT M., VANDERMAESEN M., De Witte Kaproenen. De Gentse Opstand (1379-1385) & De Geschiedenis van de Brugse Leie, Gent, 1979.

Bron: GILTÉ S. met medewerking van BAERT S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Beernem, Deelgemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL31, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Arbeiderswoning

  • Omvat
    Arbeiderswoning

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning en winkel

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Dorpswoning Oranje Zon

  • Omvat
    Eenheidsbebouwing van arbeiderswoningen

  • Omvat
    Govaertskapel met devotieparkje

  • Omvat
    Half vrijstaand burgerhuis

  • Omvat
    Halfvrijstaande dorpswoning

  • Omvat
    Herberg De Spriet

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Omvat
    Hoeve Veldbalie

  • Omvat
    Maalderij op site Oranjemolen

  • Omvat
    Raes-kapel

  • Omvat
    Villa Huize Ten Bosch

  • Omvat
    Wagenmakerij

  • Is deel van
    Oedelem


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beekstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12335 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.