Drukke straat beginnend bij de Beekstraat en eindigend bij de Bruggestraat met verschillende vertakkingen ter hoogte van het gehucht "Het vliegend paard". Ook aangeduid met de naam "steenwegh van Brugge naar Oedelem". De huidige straatnaam verwijst naar het nabijgelegen Beverhoutsveld, een gaaf bewaarde relictzone met typisch dambordvormige parcellering- en wegenpatroon.
Vóór 1850 was het zogenaamd "Beverhoutsveld" een heidegebied (wastina) waar het vee gemeenschappelijk kon grazen. In het begin van de middeleeuwen stond er waarschijnlijk nog een bos dat echter vrij snel tot heidegebied evolueerde door overbegrazing. In het gebied komt nu nog steeds heidevegetatie voor. Tijdens de middeleeuwen waren hier talrijke veldvijvers aanwezig die nu verdwenen zijn. In sommige weilanden zijn cirkelvormige depressies aanwezig, maar het is niet bekend of dit resten van veldvijvers zijn. Vanaf 1850 werd dit gebied op zeer systematische manier ontgonnen. Een rechtlijnig drevenpatroon deelde het gebied in grote blokken landbouwland op die op hun beurt nog eens onderverdeeld werden in gebruikspercelen. De dreven zijn nog zeer herkenbaar en goed bewaard gebleven. Oorspronkelijk waren de dreven afgezoomd met eiken maar gaandeweg zijn deze op het grondgebied Beernem vervangen door populieren. Enkel op het gedeelte dat aan de gemeente Oostkamp in erfpacht werd gegeven bleven de eikendreven voortbestaan. Langs de percelen kwamen (en komen hier en daar nog) knotbomenrijen, houtkanten en dergelijke voor. Het gebied heeft een half open karakter met af en toe vergezichten.
Op 3 mei 1382 vond op het Oedelemse deel van het Beverhoutsveld de "Slag van het Beverhoutsveld" plaats. De Slag kadert in de Gentse Opstand (1379-1395) waarbij de Gentenaren een opstand organiseerden tegen de Graaf van Vlaanderen die zijn verblijfsplaats hield in Brugge. De Bruggelingen, behalve de wevers, steunden deze opstand niet. Deze spanningen waren reeds langer aanwezig in het graafschap en waren eerder al geaccentueerd door een conflict omtrent de aanleg van de Nieuwe Leie: in 1379 hadden de Bruggelingen toestemming gekregen van Graaf Lodewijk van Male om een kanaal te graven tussen Brugge en de Leie te Deinze. Dit bevoordeelde echter enkel de Bruggelingen terwijl Gent z'n Leie-trafiek grotendeels afgesneden zag. Het kwam tot een conflict tussen beide steden waarbij de Gentse "Witte Kaproenen" de Brugse gravers aanvielen. Wanneer kort daarna de grafelijke baljuw te Gent werd vermoord brak de revolte echt uit. Na verschillende opeenvolgende fasen kwam het op het Beverhoutsveld tot een massaal treffen tussen de graafgezinde Bruggelingen en de opstandige Gentenaren onder leiding van Filips van Artevelde. De overwinning van de Gentenaren had grote gevolgen: ze leidde uiteindelijk tot de val van Brugge en kreeg in verschillende Franse, Hollandse en Brabantse steden navolging toen ook daar opstanden uitbraken.
In de 19de eeuw is er nog steeds een discussie over een mogelijke opdeling van het Beverhoutsveld. In 1881 registreert het kadaster de aanleg van de weg, genaamd de "Steenweg van Assebrouck naar Beernem". In 1884 vindt er een verzoeningsvergadering plaats met de burgemeesters van Oostkamp, Oedelem en Beernem, waarbij men laat weten dat men geen opdeling wil. In 1897 gaat de verdeling van het Vrijdom het Beverhoutsveld tussen de drie gemeentes Oedelem, Oostkamp en Beernem toch door. In 1902 beveelt de rechtbank van Eerste Aanleg van Brugge bij vonnis van 2 juli de verdeling van het Vrijdom het Beverhoutsveld. De verdeling zal geschieden in de volgende verhouding: Oedelem 8/13, Oostkamp 3/13 en Beernem 2/13.
Een weg met een quasi identiek tracé is reeds weergegeven op de kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1561-1571). De landelijke weg verbindt het dorp Beernem met het gehucht Vliegend Paard en vertoont een concentratie van bebouwing aan de oostelijke zijde ongeveer ter hoogte van de huidige Rogierveldstraat.
Aan het kruispunt met de Bruggestraat aanwezigheid van het gehucht "het Vliegend paard" vroeger ook wel de "plaetse van praet" genoemd. Hier was ook het zogenaamd "scepenhuys" van Praet gevestigd. De schepenen en burgemeester vergaderden hier tot 1890 regelmatig in de herberg "'t Vliegend Paard", zie nummers 34-36. Reeds in 1561 (kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus) is hier een concentratie van bebouwing, "Vilighent peert" genaamd, opgetekend, met onder meer een gebouw op de plaats van de huidige herbergen, de omwalde site hof van Praet en nog een aantal vrijstaande woningen. Op de kaart van Ferraris (1770-1778) staat deze wijk aangeduid met de naam "het hoogh quartier". Rond de zogenaamde "plaetse" van het Vliegend Paard stonden vroeger vier herbergen namelijk het "vliegende paard", het "postpaard", het "zwart paard" en het "wit paard". Deze namen verwijzen naar de vroegere functie van dit pleintje, namelijk een wisselplaats voor paarden van postkoetsen. Dit gehucht wordt ook " 't Hoogh Quaertier" of "Laderyck" genoemd. Ook weergave van Beverhoutsveldstraat nummer 15, een boerenarbeiderswoning.
Thans weinig overgebleven van de oorspronkelijke belangrijke functie als de zogenaamde tweede "plaetse" van Oedelem. Tot de jaren 1970 waren hier nog de cafés aanwezig. De enige getuigen hiervan zijn nog de opschriften "herberg het vliegend paard" en de "herberg het zwart paard". Sinds de jaren 1950 ook aanwezigheid van een schooltje zie Beverhoutsveldstraat nummer 2.
De hoeve zogenaamd "Hof van Praet" (zie Beverhoutsveldstraat nummer 60), oorspronkelijk het neerhof bij het kasteel, werd grondig verbouwd in de jaren 1990. Er is weinig overgebleven van de oorspronkelijke opper- en neerhofstructuur gelegen binnen een dubbele omwalling. In het landschap is de structuur nog deels waarneembaar. De bomen van de imposante toegangsdreef zijn recent geveld. Tegenaan de hoofdweg is een nieuwe verkaveling vanaf de jaren 1980 tot op heden tot stand gekomen.
Overige bebouwing, kleinschalige hoeves bestaande uit losse bestanddelen met al dan niet beschilderd gevelparement, staat reeds weergegeven op het primitief kadasterplan van 1830, maar zijn wellicht ouder zie Beverhoutsveldstraat nummers 14, 28.
Bron: GILTÉ S. met medewerking van BAERT S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Beernem, Deelgemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL31, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Herbergen
Omvat
Hoeve Hof van Praet
Omvat
Hoeve Ide
Omvat
Lagere school
Omvat
Langgestrekte hoeve
Is deel van
Oedelem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beverhoutsveldstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12339 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Beernem
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.