Korte rechte oost-west georiënteerde straat die als hoofdweg door het nieuwe naoorlogse dorpscentrum de Molenstraat verbindt met de Rijksweg (ter hoogte van het kasteel). In oorsprong maakt de straat deel uit van de drevenstructuur rond het kasteel "Ten Broucken" (zie Rijksweg nummer 314). Sommige van deze dreven hadden vermoedelijk een functie als semiopenbare weg. In het landboek van Wielsbeke (1720), op de kaart van de zesde wijk ("Meulewijck"), aangeduid als "dreve". Op de Atlas der Buurtwegen (1843) wordt de dreef niet benoemd. In de eerste helft van de 20ste eeuw "Kloosterdreef" geheten, zogenaamd naar het klooster dat er onder impuls van baron Maurice van der Bruggen wordt gebouwd in 1893-1894. Dit klooster van de Zusters van Onze Lieve-Vrouw van de VII Weeën wordt vergezeld van een school en in 1903 wordt een grote kloosterkapel aangebouwd (zie Sint-Laurentiusstraat). Elders richt de baron ook nog een samenwerkende melkerij en een landbouwstokerij op. De dubbele rij bomen die de dreef kenmerkte worden tijdens de Tweede Wereldoorlog gerooid voor houtwinning.
In 1956 wordt de straatnaam veranderd naar "Baron van der Bruggenlaan", zogenaamd naar eeerstgenoemde baron Maurice van der Bruggen (1852-1919), de laatste adellijke eigenaar en bewoner van het kasteel "Ten Broucken", met een lange carrière in de Belgische politiek als volksvertegenwoordiger, senator (1888-1891) en minister van Landbouw, Nationale Gezondheid en Schone Kunsten (1899-1907).
Voornamelijk gesloten en halfopen bebouwing van twee bouwlagen uit de jaren 1950-1960, ontstaan tijdens de groei van het nieuwe dorpscentrum na de bouw van de kerk in 1952-1955.
- DELANGE M., Wielsbeke, in HOLLEVOET F., Als straten gaan praten..., Tielt, 2005, p. 267.