Geografisch thema

Kleine Molstenstraat

ID
12420
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12420

Beschrijving

Korte doodlopende straat, oost-west georiënteerd met L-vormig verloop, als verlengde van de Ridder de Ghellinckstraat. De straat wordt in het landboek van Wielsbeke (1720) "Maelstrate" genoemd. De zuidzijde van de straat behoort tot de derde wijk, "Stampcotwijck", het noordelijke deel tot de vierde wijk, "Westwijck". Op het primitief plan (circa 1830) is de weg slechts aangeduid als voetweg, op de Atlas der Buurtwegen (1843) enkel als perceelsgrens aangeduid en niet benoemd. Op de Popp-kaart (circa 1850) wordt de straat wel als landwegel weergegeven. De huidige straatnaam wordt gegeven in 1956 (zie Grote Molstenstraat). De bebouwing wordt "de Molsten" genoemd, geheten naar het "Groot Goed ter Mols", gelegen op de Ginste te Oostrozebeke (zie Inventaris Bouwkundig Erfgoed Oostrozebeke, Grotstraat). Op 19de-eeuwse kadastrale mutatieschetsen wordt het toponiem "Moltsen Hoek" vermeld.
Op de hoek met Ridder de Ghellinckstraat en Grote en Kleine Molstenstraat bevond zich eertijds de herberg "De Sleerin" (zie Ridder de Ghellinckstraat), onder meer vermeld op een kaart bij het register van de grote tiend van de Sint-Maartensabdij van Doornik (1756).
In 1879 wordt op de hoek met de Vierlindenstraat een kapel opgericht door de hoevebewoners van nummer 1, als eigenaar wordt door het kadaster Hortense della Faille vermeld (zie Ridder de Ghellinckstraat).

Behouden landelijk karakter door verspreide hoevebebouwing, aangevuld met kleine woningen.
Het oostelijke straatdeel wordt aangeduid op kaarten in een renteboek van de heerlijkheden Ingelmunster en Vijve (1642). Op de hoek met de Grote Molstenstraat worden twee woningen aangeduid, onder meer op de plaats van huidig nummer 2. Bebouwing aangeduid op het landboek (1720) bestaat uit verspreide hoevebebouwing, onder meer met aanduiding van nummer 34 (thans volledig vernieuwd), en een cluster van vier woningen aan noordzijde, waarvan onder meer nummers 16-18 en nummer 24 resteren, beide gedeeltelijk vernieuwd in de loop van 19de en 20ste eeuw.
Op het primitief kadasterplan (circa 1830) wordt nummer 2 als een samenstel van twee woningen weergegeven. Rond 1898 worden de huizen vergroot, eigendom van rentenierster Maria Van Canneyt. Eenlaagswoning met witgeschilderde gecementeerde gevel met voegwerkimitatie, onder zadeldak in mechanische pannen. Getoogde muuropeningen met nieuw schrijnwerk, natuurstenen dorpels. Oostgevel met rondbogige kapelnis in zwarte baksteenomlijsting. Schuurtje langsheen Grote Molstenstraat gelegen, witgekalkt met tandfries en centrale vernieuwde poortopening.
Nummers 16-18, achteruitgelegen en bereikbaar via een landwegel, oorspronkelijk bestaande uit een langwerpig volume met parallel volume ten zuiden, halverwege de 19de eeuw eigendom van landbouwer Pieter Van Respaille. In 1867 wordt een klein huisje aan oostzijde tegenaangebouwd. In 1922 wordt de onderverdeling gewijzigd tot twee gelijke werkmanswoningen, verkocht door de eigenaar aan de bewoners, familie Soetaert. Eenlaagsbouw, onder zadeldak voornamelijk in mechanische pannen, gedeeltelijk nog gedekt met Vlaamse pannen. Rechthoekige muuropeningen. Westelijke woning (nummer 16) gekaleid en blauwgeschilderde erfgevel, onder meer met bewaard houten schrijnwerk (schuifraam met klossen). Oostelijke woning met vernieuwd parement en nieuwe muuropeningen.
Nummer 24, als klein volume aangeduid op het landboek (1720) en het primitief kadasterplan (circa 1830). Volgens kadaster rond 1860 vergroot door landbouwer Pieter Van Respaille. In 1882 wordt een klein landgebouwtje bijgebouwd. Eenlaags volume, haaks en schuin ten opzichte van de rooilijn georiënteerd, onder vernieuwd zadeldak in mechanische pannen. Tandfries. Witgekalkte erfgevel op gepekt plint. Getoogde muuropeningen, aan de erfzijde met (nieuwe) luiken, aan de oostzijde voorzien van traliewerk. Vernieuwd schrijnwerk. Stalletje onder lagere nok, met rechte muuropeningen en dubbele tandlijst.

Op het primitief kadasterplan (circa 1830) worden kleine woningen aangeduid, onder meer nummers 3-5-7 aan de zuidzijde van de straat. Nummer 7 thans volledig nieuw woonhuis, nummers 3-5 oudere éénlaagsbouw met vernieuwd parement en nieuwe muuropeningen.

Tijdens de 20ste eeuw verschijnt nieuwe of vervangende bebouwing, onder meer nummer 26, enkelhuis uit de eerste helft van de 20ste eeuw, nummers 6-8, samenstel uit het interbellum van twee enkelhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak, rechthoekige muuropeningen onder betonlateien. Nummer 14 opgetrokken in 1940, uitgebreid met een achterbouw in 1948, thans gerenoveerd. Gevelkapel in achterbouw.
Aan westzijde eindigt de weg op een afdeling van het bedrijf Isolava (Vaartstraat), producent van gipsplaten.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Wielsbeke, 1864/37, 1868/5, 1882/7, 1899/4, 1929/7, 1940/5, 1948/17.
  • Rijksarchief Kortrijk: Fonds Kaarten en Plannen, nr. 729: Register van de grote tiend, Sint-Maartensabdij Doornik, 1756.
  • DELANGE M., Wielsbeke, in HOLLEVOET F., Als straten gaan praten..., Tielt, 2005, p. 271.

Bron: SANTY P. & DEVOOGHT K. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wielsbeke, Deelgemeenten Ooigem en Sint-Baafs-Vijve, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL36, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve met vlasschuur

  • Is deel van
    Wielsbeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kleine Molstenstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12420 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.