Geografisch thema

Ooigemstraat

ID
12428
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12428

Beschrijving

Lange brede betonbaan die in een lichte kromming vanaf het vroegere dorpscentrum van Wielsbeke (thans vanaf het rond punt met de Expresweg) westwaarts in de richting van Ooigem langsheen de oude Leiearm loopt.

In 1698 wordt de weg vermeld als "de heerstraete commende van Wacken ende loopende naer Cortrijk". De weg vormde samen met de Heirweg en de Molenstraat een oud tracé dat vanuit Wakken over Wielsbeke tot aan de Leie liep en langsheen de rivier verder over Ooigem, Bavikhove, etc. in de richting van Kortrijk.

Het landboek van 1720 geeft verschillende benamingen: "strate van Wielsbeke naer Oyghem" voor het volledige tracé, "strate van het stampcot naar Oyghem" vanaf de huidige Vierlindenstraat en "straete ghenaempt den hoogen wegh" voor een oostelijker gedeelte.

Tot het eind van de 19de eeuw loopt het hoofdtracé nog over in de huidige Molenstraat, zie primitief kadasterplan (circa 1830), het stuk weg die verder liep langsheen de Leie in de richting van de oude dorpsplaats en Sint-Baafs-Vijve was daarvan een afsplitsing. Samen met de Stationstraat in het verlengde in de Atlas der Buurtwegen (1843) "Oyghem straet" genoemd, omschreven als "chemin de Wielsbeke à Oyghem".

In 1898 wordt de steenweg aangelegd, de bestaande weg wordt heraangelegd en rechtgetrokken. Ook een aantal Leiemeanders worden afgesneden. In 1956 wordt de Ooigemstraat beperkt tot het station, het straatdeel tussen de Expresweg en de Rijksweg wordt Stationstraat genoemd. Er zijn plannen om de Ooigemstraat binnenkort opnieuw aan te leggen. Ten noorden van nummer 4 vloeide de Kasteelbeek in de Reynaertbeek, alvorens ten zuiden uit te monden in de Leie, thans gedeeltelijk ingekokerd.

Op de hoek met de Vierlindenstraat stond één van de twee Wielsbeekse molens, in gebruik als oliemolen. In het landboek van Wielsbeke (1720) wordt de molen vermeld als "erfve daer het stampcot opstaet ende een huys", eigendom van Michiel Lavaert. Ook wordt melding gemaakt van een "stampcotwal". Rond 1780 is de molen in gebruik door de weduwe van Joannes Desplenter. De molen leent zijn naam aan de 18de-eeuwse wijk: "Stampcotwijck". Vermelding op de Ferrariskaart (1770-1778): "Olie Stomp Molenhoeck". Verdwenen rond het midden van de 19de eeuw.

Ter hoogte van het kruispunt met de Bontekoewegel lag de "herberghe ende brauwerije ghenampt de Bonte Coe", reeds vermeld in 1698. De herberg wordt aangeduid op de kaart van het tweede kanton, de "Leijwijck", en vermeld in het landboek van Wielsbeke (1720) als: "behuysde hofstede De bonte Koe", eigendom van Anthoine Ottevaere. De herberg wordt echter oostelijker weergegeven dan zijn latere ligging (ter hoogte van de Stampkotstraat in plaats van tegenover de Bontekoewegel). Een variant op de benaming is in 1753 "Het Bonte Kalf". In 1864 wordt op een kaart in een processtuk nog de herberg "De Bonte Koeije" weergegeven.

In 1868 wordt de spoorlijn Anzegem-Ingelmunster in gebruik genomen. Deze enkele spoorlijn is nooit geëlektrificeerd geworden. In 1940 wordt de metalen spoorwegbrug over Leie opgeblazen. In 1950 wordt personenvervoer over de lijn afgeschaft. In de richting van Ingelmunster blijft goederenverkeer mogelijk tot 1972. In 1962 wordt de verbinding Wielsbeke - Sint-Eloois-Vijve reeds gedemonteerd, de spoorlijn wordt definitief opgebroken in 1974. Het tracé is thans gerecupereerd door de Expresweg N382.

Drukke verbindingsweg van en naar diverse industriezones of bedrijventerreinen tussen Wielsbeke en Ooigem. Het oostelijke straatdeel (tot Molenstraat) heeft een industrieel karakter, zowel het gebied tussen de Ooigemstraat, Molenstraat en Expresweg als het meersenland tussen de Ooigemstraat en de Leie is er thans grotendeels ingenomen door industrie. Het westelijke straatdeel heeft nog een relatief behouden landelijk karakter, met woonfunctie. Tot het begin van de 20ste eeuw wordt de straat voornamelijk gekenmerkt door verspreide hoevebebouwing, onder meer de historische hoeve "Goet te Leyberghe", thans enkel nog met resterende verbouwde schuur en bewaarde toegangsdreef. De Flou geeft als oudste vermelding 1631 op, een bron uit 1719 beschrijft "Leyberghe" als een "leen ende hofstede paelende aen de Leye ende aen de Loobeke te Wielsbeke". Op een schetsmatige 18de-eeuwse kaart wordt de hoeve voorgesteld met woonhuis binnen ronde walgracht, met ten noorden een dwarsschuur met twee poorten, een bakhuis en een duiventoren. Aangeduid op de kaart van het eerste kanton, de "Kerck ende Ham wijck", van het landboek van Wielsbeke (1720) als een volume waarnaast aan de oostzijde een vierkante omwalling. In het landboek vermeld als "behuysde hofstede bestaen met woonhuys, scheure, ovenbuer, poorte ende duyvekote Goet te Leyberghe", eigendom van jonker Serwauters en verpacht aan Pieter Devoldere. Rond 1780 wordt de hoeve gebruikt door Pieter Augustinus Tack. Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt de hoeve vermeld als "Cense Ter Leyen", bestaande uit een viertal bouwvolumes. In 1940 lijdt de hoeve zware schade onder beschietingen, wordt in 1941 heropgebouwd. Tussen 2002 en 2005 wordt het woonhuis afgebroken en het resterende stuk walgracht gedempt om plaats te maken voor de aanleg van een vrachtwagenparking voor het naastgelegen bedrijf. Enkel het lange schuurvolume resteert, in de loop van het laatste kwart van de 20ste eeuw al ingrijpend verbouwd door inrichting als restaurant en feestzaal. Grote bakstenen poort, overgroeid door klimplanten, met ijzeren hek en met achtergelegen laag gebouwtje. Langwerpig schuurvolume in donkerrode baksteenbouw onder overkragend zadeldak in Vlaamse pannen, steunend op schoringen, met enkele resterende asemgaten en vooruitspringende penanten, met nieuwer ingebrachte stalvensters onder betonlateien.

Op een kaart van de Sint-Maartensabdij van Doornik uit 1756 worden langs de weg slechts een viertal woningen weergegeven, onder meer herberg "De Bonte Koe", ter hoogte van nummers 7 en 19 en tussen nummers 4 en 12 (verdwenen). De molen op de hoek met de Vierlindenstraat wordt weergegeven als staakmolen op gemetselde basis en vermeld als "stampmeulen". De straat zelf blijft onbebouwd.
Ook op de Ferrariskaart (1770-1778) lijkt de weg nog maar weinig bebouwd en komen voornamelijk verspreide hoevesites voor, op de plaats van huidige hoeves nummers 4, 7, 15 en 19-21. Ter hoogte van de huidige huizen nummers 25-27 bevond zich de herberg "De Bonte Koe".

Doorheen de 19de en 20ste eeuw worden de Leieoevers ten zuiden van de weg intensief gebruikt voor de vlasverwerking, het vlas werd in de Leie geroot en op de droogweiden op de oevers in vlaskapellen te drogen gezet. Vanaf het interbellum schakelt de vlasverwerkingsindustrie over op een minder weers- en klimaatsafhankelijke verwerking van het vlas, nl. de warmwaterroterijen. Enkele vlassites bezitten nog hun bewaarde roterij, zie nummers 4 en 15, andere zijn reeds in de loop van de 20ste of het begin van de 21ste eeuw afgebroken, zie nummer 9: voormalige vlasfabriek Lambrecht, thans nog bestaande uit resterende grote bakstenen vlasschuren, hergebruikt door bedrijf Linopan (nummer 16), sinds 1958 producent van vlasvezelplaten en later ook van houtspaanderplaten. De bijhorende roterij met zwingelarij is afgebroken in 2004. Het bedrijf was eigendom van Michel Lambrecht-Vereecke, vermeld in de inventaris van de vlasverwerkingsindustrie uit 1941 als vlasnijveraar en exploitant van een warmwaterroterij met 13 rootkamers en een zwingelturbine. Het roterij- en zwingelarijgebouw bestond uit een betonskeletbouw met baksteen, de stookruimte was voorzien van een hoge fabrieksschoorsteen, betonnen roterij met rootkamers aan de zuidzijde. Ten zuiden stond een tweede betonnen roterij van zeven rootkamers met achtergelegen aangebouwde vlasschuur. Ook ten oosten en westen bevinden zich nog resterende vlasschuren, aan de westzijde grote bakstenen volumes onder stompe zadeldaken (nok haaks op straat), voorzien van grote schuifpoorten en trapgevels, met mijtervormige kapelnis met beeld H.Hart in de geveltop van de grootste schuur; resterende schuren aan de oost- en zuidzijde bestaande uit betonplaten. Ook aan de noordzijde van de weg telt het bedrijf nog enkele bakstenen loodsen met trapgevel en onder meer met gevelnis.

Nabij de grens met Ooigem worden in 1939 nieuwe woningen gebouwd (nummers 35-37) voor respectievelijk vlasbewerker Alfons De Meester en Emile Hoste, vlasfacteur te Ooigem. In 1946 wordt door Hoste een achterliggend 'vlasmagazijn' opgericht. Enkelhuizen in rode baksteenbouw, getypeerd door rechthoekige muuropeningen, nummer 37 met vierkante erker op de tweede bouwlaag. Achterliggende bakstenen vlasschuur onder stomp zadeldak.
Naast de erfoprit van nummer 7 ligt een elektriciteitscabine uit 1932, een vierkant volume in bruine baksteenbouw met geelbakstenen banden, onder platte bedaking.

Tijdens de meidagen van 1940 ligt de Ooigemstraat in de vuurlinie van de oprukkende Duitse troepen die enkele dagen aan de Leie tot staan worden gebracht. Diverse woningen zijn daarbij vernield. Nummer 18. Woning, opgetrokken in 1941 ter vervanging van een oudere woning die in puin was geschoten. In 1945 wordt aan de noordzijde een kleine zwingelarij aangebouwd. Mogelijk een tijdlang in gebruik als herberg. Hoekpand van twee bouwlagen, begane grond in rode baksteen, tweede bouwlaag met cementberaping, onder schilddak in zwartgeglazuurde mechanische pannen (nok parallel met Molenstraat). Afgeronde hoektravee waarin diepergelegen ingang met afgeronde dagkanten.
Nummers 25-27-29, woonhuizen met aanpalende vlasschuren ten westen. In 1940 wordt een huis en magazijn van vlashandelaar Eduard Declerck-Vanrespaille in puin geschoten. Het geheel wordt tegen 1941 heropgebouwd tot de huidige situatie: nummers 27-29 als woonhuis met naastliggende vlasschuren met getrapte kopgevels, kleine achterliggende zwingelarij, nummer 25 als vrijstaande woning met achterliggend landgebouw.

Thans bevindt zich in het oostelijke straatdeel (tot de Molenstraat) de industriezone Wielsbeke IV, met onder meer bedrijven als Hellyn (kartonnage), Isolava (gipskartonplaten), Ideal Fibres and Fabrics (textiel), Quickstep (laminaat) e.a. Tussen de oude en de nieuwe Leiearm ligt sedert 2004 een containerterminal "River Terminal Wielsbeke" met laad- en loskaaien. Op de hoek met de Expresweg heeft zich Architectenburo Goedefroo & Goedefroo gevestigd (kantoorgebouw uit 1998).

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Wielsbeke, 1899/5, 1939/12, 1940/8, 1941/10, 1941/12, 1941/13, 1941/25, 1945/14, 1946/35.
  • Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten, nummer 7006: Kaart van het "Goet te Leyberghe", 18de eeuw.
  • Rijksarchief Kortrijk, Fonds Kaarten en Plannen, nummer 729: Register van de grote tiend, Sint-Maartensabdij Doornik, 1756.
  • DECOCK J., Ooigemstraat krijgt lang verwachte herinrichting, in De Gentenaar, 19 juni 2007.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel IX, Brugge, 1929, kolom 496.
  • DELANGE M., Wielsbeke, in HOLLEVOET F., Als straten gaan praten..., Tielt, 2005, p. 273.
    Onze vlasvezelbereidingsnijverheid. Jaarboek 1941. Textielcentrale, Kortrijk, 1941, p. 466.
  • Provincie West-Vlaanderen, Inventaris vlaserfgoed in het Leiebekken, Brugge, onuitgegeven studie, 2003-2007, inventarisfiche WIE004.
  • VERBRUGGHE C., De toestand te Wielsbeke in het jaar 1720 en relaties met vroegere en latere tijden (deel 1), in Leiesprokkels 2005-2006, jaarboek 9, 2006, p. 220, 223.

Bron: SANTY P. & DEVOOGHT K. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wielsbeke, Deelgemeenten Ooigem en Sint-Baafs-Vijve, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL36, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Burgerhuis met vlasschuur

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Elektriciteitscabine van 1932

  • Omvat
    Fabriekspand

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Omvat
    Kapel Heilige Theresia van Lisieux

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouwekapel

  • Omvat
    Vlasfabriek Bossuyt

  • Omvat
    Woning De Brabandere en aanhorigheden

  • Is deel van
    Wielsbeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ooigemstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12428 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.