Straat die de verbinding maakt tussen de Ridder de Ghellinckstraat ten noordwesten en de Molenstraat ten zuidoosten. De straat heeft anno 1645 nog geen eigennaam, wordt de "straete gaende van de Palinckstraete over de Breestraete naer de Leye" genoemd. Wordt op het landboek van 1720 "strate vande Breestrate naer het verbrant goet" genoemd, of ook "Palinckstraete" als verlengde van de Gaverstraat. Vormt in 1843 samen met laatstgenoemde de "Oostroosebekestraet".

In het midden van de 19de eeuw bevond zich ten zuiden van nummer 1 een circulaire structuur met walgracht, zie Atlas der Buurtwegen (1843). Op het landboek van 1720 wordt binnen de omwalling en ten noorden daarvan bebouwing weergegeven (thans Pannenstraat nummer 1). Hoorde mogelijk bij het "Goet de Vier Linden" (zie Molenstraat).

Gediversifieerde bebouwing, onder meer fabrieksgebouwen en naoorlogse woonhuizen. Enkele restanten van oudere bebouwing zoals nummer 8, eenlaags, parallel met de straat gesitueerd woonhuis onder zadeldak in mechanische pannen. Lijstgevel voorzien van siercementering waarin rechthoekige muuropeningen. Ten oosten, verbouwde bakstenen loods. Nummer 5: hoeve "'t Kannenhof", minimaal teruggaand tot het tweede kwart van de 18de eeuw, zie schematische afbeelding bebouwing in landboek van Wielsbeke (1720). Op primitief plan (circa 1830) worden een woonhuis, stal en bakhuis weergegeven. Bakhuis thans verdwenen. Overgebleven witgekalkte volumes onder zadeldak. Woonhuis met vernieuwde erfgevel, onder meer met erker, rechthoekige muuropeningen onder betonlatei; oostelijke stalaanbouw gekenmerkt door afgeronde hoek, getoogde en vernieuwde rechthoekige vensteropeningen, twee poorten. Haaks op woonhuis gesitueerde stal onder dak in Vlaamse pannen, getoogde muuropeningen.
Kruisbeeld op de hoek met de Molenstraat, reeds afgebeeld op de topografische kaarten van het Institut Cartographique Militaire uit 1898 en 1911 (zie Molenstraat).