Straat met vrij recht tracé, vertrekkend tegenover het kasteel van Ooigem en lopend in zuidwestelijke richting tot de Leembosstraat. Lichte knik ter hoogte van "Hof ter Leiesplete". Deze oude weg stond oorspronkelijk gekend als "Harelbeekstraat" want deel uitmakend van de verbindingsweg tussen het kasteel van Ooigem en Harelbeke. In de 18de eeuw wordt de weg afgezoomd door bomen en aangeduid als "Dreve" (landboek van de parochie Ooigem, 1778). De huidige straatnaam wordt ingehuldigd in 1960, zogenaamd naar het Belgische 1ste Linieregiment, dat van 24 tot 26 mei 1940 standhield aan de Leie tijdens de Duitse opmars.
Ten zuiden van de weg bevindt zich het zogenaamde "Ooigembos", beschermd als landschap bij K.B. van 05/09/1978 en toegankelijk via ijzeren hek tussen arduinen pilasters. Dit zeldzaam relict van bebossing in de Leievallei wordt door sommige auteurs aangehaald als resterend deel van het Methelawoud, waaruit later het dorpje Ooigem zou zijn ontstaan. Een "forestum Methela" wordt vermeld in 10de- en 11de-eeuwse bronnen als bezit van de Gentse Sint-Pietersabdij. Dit woud en jachtdomein strekte zich uit ten zuiden van de Leie vanaf de Vijve (Gaverbeek) over Desselgem en Beveren tot Harelbeke en Wevelgem, en ten oosten tot een groot deel van Waregem en Nokere. Er is echter niets gekend over uitlopers van het woud op de linkeroever van de Leie. Het woud wordt voor het laatst vermeld in een akte uit 1038. In een oorkonde van de Gentse Sint-Pietersabdij uit 966 wordt gesteld dat het woud een beweiding van duizend varkens toeliet, wat een degeneratie tot berken-heidelandschap impliceert. Het Ooigembos bezit een hoge ensemblewaarde door het nabijgelegen kasteel van Ooigem met park, het Munckengoed (Desselgem) en de oude Leiemeanders.
Vrij dun bevolkte straat, voornamelijk aan noordwestelijke zijde bebouwd met enkele vrijstaande naoorlogse woningen.
- Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, archiefnr. W/01058.
- DE BRABANDERE P. en HUYS E., De geschiedenis van Oyghem. Wijlent Mijnheer P. Debrabandere's nagelaten werk aangevuld door Emiel Huys, Kortrijk, 1937, p. 23.