Gebogen weg die de Bavikhoofsestraat verbindt met de 1ste Linieregimentstraat ten zuiden. De straat staat reeds afgebeeld op het kaartboek van de parochie Ooigem (1778) als een weg waarvan het zuidelijk deel wordt afgezoomd door bomen. De bebouwing beperkte zich tot de westelijke (windmolen) en de oostelijke hoek met de Bavikhoofsestraat. Uit 19de-eeuws kaartmateriaal, onder meer primitief plan (circa 1830) en kaarten van het Institut Cartographique Militaire (1898 en 1911) blijkt eenzelfde situatie gedurende de 19de eeuw.
De enige vorm van historische bebouwing bestaat tegenwoordig uit de restanten van de oude molensite op de hoek met de Bavikhoofsestraat (nummer 2). De thans afgebroken windmolen had een geschiedenis die minimaal teruggaat tot de 16de eeuw. De heer van Ooigem, Ferry de Gros, liet de korenwindmolen immers reeds in het begin van de 16de eeuw volledig vernieuwen, tegelijkertijd met het bewoonbaar maken van het kasteel. In een rekening van de heerlijkheid van Ooigem uit 1514 met betrekking tot de vernieuwing van de molen wordt melding gemaakt van meester-timmerman Olivier van der Cruusse. De molensite wordt in het landboek uit 1701 omschreven als "eenen hapte couter den meulen opstaat", in 1765 als "cooren windt molen". Naar verluidt wordt de molen tussen 1775 en 1830 heropgericht, staakmolen met twee zolders en een functie als graanmolen, op de staak bevond zich de inscriptie "1667". De windmolen werd reeds circa 1927 afgebroken. Thans staat op het perceel een naoorlogs woonhuis onder schilddak en een parallel met de straat gelegen ouder landgebouw bestaande uit gecementeerde gevels onder zadeldak in mechanische pannen.
Overige bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen in tuin uit de tweede helft van de 20ste eeuw, voornamelijk fermettes.
Nummer 13 kwalitatief hedendaagse woning met praktijk. Vlak gepleisterde gesloten gevelvlakken onder platte bedaking.
- A.V., Lueghenschoore, in Biekorf, jg. 39, 1933, p. 306-307.