Landelijke kronkelende weg die de Heirweg ten westen verbindt met de Wakkensteenweg ten oosten. Het gedeelte tussen de steenweg en de Priesteragiestraat is bewaard als dreef, aan weerszijden beboomd met populieren.
Het huidige tracé van de weg is vastgelegd vóór het midden van de 17de eeuw, zie kaart in het renteboek van de heerlijkheden Ingelmunster en Vijve (1642). Het begin van de straat (oost) wordt er reeds als dreef weergegeven. De straat wordt op de Atlas der Buurtwegen (1844) "Abeelstraat" genoemd en beschreven als "chemin du cabaret dit la Mairie au hameau d'Abeele". De zuidelijker gelegen Roterijstraat wordt op kaarten van het landboek (1763) en in de Atlas der Buurtwegen (1844) "Caygnaerdstraet" genoemd. Zogenaamd naar een van de prekadastrale wijken van Sint-Baafs-Vijve: de "Caignaardhoek". Volgens De Flou leefde er in 1321 een Michiel Kaignart en had Jehan Kaignart in 1347 de functie van baljuw. De relatie eigennaam-toponiem is onduidelijk.
De Ferrariskaart (1770-1778) toont een weg die de Caignaardstraat met de Roterijstraat verbindt, ten oosten van de huidige Priesteragiestraat (nog onbestaand), lopend ten oosten naast het "Goet te Hooghcamere" (nummer 1), op de Atlas der Buurtwegen (1844) vermeld als "Pouckweg".
De straat heeft een behouden landelijk karakter en kent sinds eeuwen een verspreide hoevebebouwing, waarbij enkele in geschiedenis opklimmen tot het tweede kwart van de 17de eeuw, zie het renteboek van de heerlijkheden Ingelmunster en Vijve (1642). De Ferrariskaart (1770-1778) toont een onduidelijke weergave van het gebied. Een samenstel van twee éénlaagswoningen (nummer 13) dateert ongeveer uit het derde kwart van de 18de eeuw, voor het eerst weergegeven op Ferraris. Nummer 5, gerenoveerde hoeve uit het laatste kwart van de 18de of het eerste kwart van de 19de eeuw, met ingrijpend vernieuwd woonhuis en relatief gaaf bewaard schuurtje in witgekalkte baksteenbouw onder zadeldak in pannen, latere aanbouwen. Beide haakse volumes worden met bakhuis ten oosten en oostelijk restant van een walgracht voor het eerst weergegeven op een kadastrale kaart uit 1815.
Nabij het kruispunt met de Heirweg (nummers 17-29) wordt tijdens het interbellum een rij van twee aan twee gebouwde enkelhuizen opgetrokken. In de tweede helft van de 20ste eeuw worden ter hoogte van het kruispunt met de Muntestraat enkele ééngezinswoningen met tuin gebouwd.
Tijdens het laatste kwart van de 20ste eeuw wordt een fabrieksgebouw (Balta) opgetrokken langsheen de Wakkensteenweg, op de hoek met de Caignaardstraat.
- DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel VII, Brugge, 1927, kolommen 457-458.
- PAUWELS H., Sint-Baafs-Vijve, een dorp, Sint-Baafs-Vijve, 1978, p. 60-61.