Geografisch thema

Bonestraat

ID
12611
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12611

Beschrijving

Lange grosso modo oost-west lopende weg met grotendeels kronkelend verloop vanaf de Tieltstraat ten westen tot de Steenovenstraat ten oosten. Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 weergave van huidig tracé van de weg, met westelijk deel vermeld als "straete naer maerloope ghenaemt de hoochstraete", centraal deel als "straete van meulebeke naer buysveldt" en oostelijk deel als "voetwech naer maerloope". Langsheen de weg verspreide - al dan niet omwalde - hoeves; aan het kruispunt met de huidige Meentakstraat, ter hoogte van de kruising met de Lapperbeek, situering van de "bretonsch plasch", naar verluidt ook "pattoens plas" genoemd; aan de noordzijde van de weg, akkerlanden, onder meer "Vijltje", en bosrestanten, onder meer de "Eikbossen", het "Eikendijkbos" dat doorloopt tot aan de Spillebosstraat en het "Spillenbos" dat doorloopt tot tegen de huidige Marialoopsteenweg. Zelfde kronkelend tracé met omzoming door bomen en verspreide hoevebebouwing weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778).

Op de Atlas der Buurtwegen (1846) toegenomen bebouwing voornamelijk in het westelijk deel van de straat dat "Hospitaelstraat" wordt genoemd of "weg van de Oliemolen Goethals naer d'hoeve Devreeze"; vanaf de Meentakstraat vermeld als "Boonestraet" of "weg van aen d'hoeve Devreeze naer den weg genaemd Vijfstraet voorbij d'hoeve kinders Boone"; deze laatste benaming wordt in de loop van de 20ste eeuw gebruikt voor de volledige straat.
In de 19de eeuw worden in de straat enkele herbergen uitgebaat, onder meer "De Nieuwe Kapelle", "De Wandeling" en "Het Aenwijs" op de hoek met de Vijfstraat; de uitbatingen zijn in de loop van de 20ste eeuw stopgezet.

In 1822 koopt pastoor Joannes Petrus Platteau (Ternat, 1766 - Meulebeke, 1843) een kleine hoeve met pachthuisjes aan ten noordwesten van de weg, op een perceel dat doorloopt tot de Tieltstraat. Hij krijgt van de gemeente toestemming een gesticht van geestelijke dochters in te richten om arme zieken en bejaarden te verzorgen. Hij laat de hoeve ombouwen tot verblijfplaats voor vier zusters met ziekenzaal voor een tiental personen. Na verdere verbouwingen en uitbreidingen in de jaren 1825-1847 met onder meer bouw van een ruime ziekenzaal in 1825-1826 en een kapel in 1827, is het hospitaal van Meulebeke een feit. De geestelijke inrichting wordt aanvankelijk bediend door de Zusters van de H. Vincentius a Paulo uit het klooster van Zomergem en officieel erkend in 1829; later wordt de bediening overgenomen door de Zusters van Liefde uit Heule. Tijdens de crisisjaren in de 19de eeuw worden in het hospitaal honderden zieken opgevangen. Dokter Prudent Plettinck wordt, samen met dokter Baert uit Tielt en dokter Haessebroucq uit Izegem, de sleutelfiguur in het bestrijden van epidemieën door onder meer zieken te isoleren in houten barakken op de weide naast het hospitaal, hygiënische maatregelen toe te passen en aandacht te besteden aan klimatologische omstandigheden.

In 1846 richt pastoor David Verbeke (Roeselare, 1796 - Meulebeke, 1867) in het hospitaal een wezenafdeling op waar tevens onderricht gegeven wordt. Het hospitaal wordt op initiatief van pastoor Persijn verbouwd en uitgebreid met onder meer kapel en verdiepingen in 1892 en een ouderlingentehuis in 1901-1902. Rond de eeuwwisseling worden niet alleen arme ouderlingen opgenomen, maar tevens "tafeliers" die voor hun verblijf en verzorging dienen te betalen. In 1927 wordt met de Commissie voor Openbare Onderstand een overeenkomst gesloten om op hun kosten behoeftigen in het hospitaal op te nemen. In die periode bloeit ook de boerderij van het hospitaal, waar pastoor Parmentier een hoender- en geitenkwekerij inricht.

Na de Tweede Wereldoorlog worden nog enkel meisjes opgenomen in de weesafdeling, die definitief sluit in 1951. In 1950 wordt het hospitaal met een verdieping uitgebreid. De kleine kloostergemeenschap fusioneert in 1955 met de Zusters van het Geloof uit Tielt. In 1962 worden belangrijke verbouwings- en moderniseringswerken uitgevoerd met onder meer verblijven voor echtparen, een speciale ziekenafdeling, twee eetzalen en nutsvoorzieningen.

In het laatste kwart van de 20ste eeuw worden in de Bonestraat nieuwe zorginstellingen opgericht, waarbij het oude hospitaal en de kapel worden afgebroken en in 1982 een nieuw kloostergebouw (nummer 15) en, op de voormalige barakkenweide, het Woon- en Zorgcentrum "Sint-Vincentius" (nummer 17) worden gebouwd naar ontwerp van architect Jean-Marie Boone (Meulebeke), uitgebreid met een kapel in 1989. Tevens bouwt men in 1986 de "Residentie Deeveland" met serviceflats, en in het begin van de jaren 2000 een nieuw administratief gebouw van het OCMW, het dienstencentrum "Ter Deeve" (nummer 24) naar ontwerp van Architectenbureau G. Callens (Meulebeke) en enkele kortverblijfcentra naar ontwerp van Snoeck & Partners (Kortrijk). In 2003 wordt de voormalige pastoorswoning van het rustoord, gelegen langs de Tieltstraat, gesloopt om de tuin te vergroten.

Heterogene bebouwing en functies, voornamelijk woon-, verzorgings- en agrarische functie. Vanaf de Meentakstraat oostwaarts, uitgesproken landelijk karakter met verspreide hoevebebouwing gekenmerkt door losstaande bestanddelen, waarvan enkele sites opklimmen tot minimaal de tweede helft van de 17de eeuw, zie weergegeven op het landboek van 1654-1656. Nummer 49, in oorsprong omwalde hoeve, op het primitief kadasterplan (circa 1830) weergegeven met woonhuis, grosso modo parallelle schuurstalvleugel en enkele kleinere bijgebouwen, onder meer een bakhuis. In de jaren 1920 wordt aan de noordzijde een mechanische zwingelarij bijgebouwd. Verdwenen kapel aan erftoegang. Resterend woonhuis met oude kern; eenlaagse witgekalkte en verankerde baksteenbouw onder zadeldak (nok loodrecht op straat; mechanische pannen) met gewijzigde muuropeningen in erfgevel; zijpuntgevels met aandaken, vlechtingen en sierankers, zuidzijgevel voorzien van steunberen. Voormalige zwingelarij onder verspringende bedaking, onder meer plat dak en gekoppelde zadeldaken (golfplaten/mechanische pannen); metalen schuifpoort en rondbogig zijgevelnisje met bakstenen omlijsting en kruis. Recente grootschalige nutsgebouwen.

Veelal gerenoveerde en/of verbouwde 18de-, 19de- of 20ste-eeuwse hoeves, onder meer nummers 61, 63, 90; nummer 96 met lange oprit waarlangs grote waterplas; nummer 94 niet zichtbaar van op de openbare weg. Nummer 59 met eenlagig woonhuis onder zadeldak (Vlaamse pannen) voorzien van nieuw roodbakstenen parement en gecementeerde en van schijnvoegen voorziene zijgevel. Nummer 86 met woonhuis gedateerd "1875" in achterzijgevel en recentere grootschalige bijgebouwen. Nummer 98 met haaks bijgebouw thans geïntegreerd in het woonhuis; muuropeningen onder witgeschilderde lateien.
Rechts van nummer 90, grote (vermoedelijk vlas-)schuur in betonsteen onder zadeldak (nok loodrecht op straat; golfplaten) met lage trapgevel en metalen schuifpoort.

Enkele gerenoveerde of verbouwde 19de- en 20ste-eeuwse eenlaagse landarbeidershuisjes onder pannen zadeldaken. Nummer 52, geschilderde en verankerde baksteenbouw met tandfries en zijpuntgevels op getrapte schouderstukken. Nummers 59, 69, 71, 75 met nieuw roodbakstenen parement en gewijzigde muuropeningen; nummer 69 met verdiepte en getrapte segmentbogige inkom; nummer 75 met gecementeerde plint, geelbakstenen banden en witgeschilderde houten kroonlijst op consoles.

In kort, recht, uiterst westelijk deel van de straat, deels onderbroken 20ste-eeuwse rijbebouwing van een à twee bouwlagen onder pannen zadeldaken (nok evenwijdig met straat).

Nummers 9-13, restanten van eenlaagsbebouwing met verankerd, geschilderd (nummer 11) bakstenen parement en gecementeerde plint; nummer 9 met licht getoogde muuropeningen; nummer 13 gerenoveerd en voorzien van dakvenster onder hoge puntgevel.

Nummer 2, interbellumwoonhuis opgetrokken in 1932; enkelhuis met roodbakstenen lijstgevel verlevendigd door witbakstenen banden, doorlopend boven de korfboogvormige muuropeningen; natuurstenen onderdorpels, dito plint en trap (twee treden); deels bewaard houtwerk, onder meer fraaie, deels beglaasde deur onder hoog bovenlicht.

Nummer 4, enkelhuis met bruinbakstenen lijstgevel onder geprofileerde houten kroonlijst; gewijzigd benedenvenster.

Nummers 14-16, samenstel van twee interbellumwoonhuizen, half vrijstaand door klein wegeltje naast nummer 14 dat leidt naar het kerkhof aan de Karel van Manderstraat. Enkelhuizen van twee bouwlagen, nummer 14 onder pannen zadeldak, nummer 16 onder plat dak en thans in renovatie. Bakstenen parement met liseenmotief, geschilderd bij nummer 14, met vlakke banden in siercementering boven de rechthoekige muuropeningen. Centraal opengewerkte, portiekvormige onderbouw op verspringende bakstenen pijlers. Nummer 14 met bewaard benedenvenster, poort met verticale roedeverdeling in bovenlichten en deels beglaasde deur met geometrische ijzeren hekjes.

Aan noordwest- en zuidwestzijde van de straat, grootschalige gebouwencomplexen van de diverse verzorgingsinstellingen gebouwd in de jaren 1980 - begin jaren 2000. Nummer 15, kloostergebouw met geïntegreerde kapel en dienstgebouwen, omgeven door grote omhaagde en beboomde grasperken; verharde parking. Complex van een à twee bouwlagen onder platte bedaking getypeerd door onder meer donkerbruine gevelsteen, witgeschilderde vlakke kroonlijsten en rechthoekige muuropeningen. Achterin de tuin, gepolychromeerd beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind geplaatst in open houten kapelletje onder dito zadeldak, vermoedelijk afkomstig uit de vroegere hospitaalkapel; op ronde sokkel, banderol met geschilderd opschrift : "N.D. DU SACRÉ COEUR/ PPVD [onleesbaar] LE 9 SEP. 1882".

Ten oosten ervan, nummer 17, Woon- en Zorgcentrum "Sint-Vincentius", grootschalig complex van vier bouwlagen onder platte bedaking met onder meer donkerbruine gevelsteen, doorlopende borstweringen bekleed met betonplaten en recentere rechthoekige uitbouw aan zuidzijde met oranjegele plaatbekleding. Aan de straat, recent gebouwde kleine eenlaagse complexen onder vlinderdak met zwartbakstenen parement en gelijkaardige verticale plaatbekleding.

Ten zuidwesten van de straat, nummer 24, "Residentie Deeveland", een sober, grootschalig complex van vier bouwlagen onder plat dak op grosso modo T-vormig grondplan met geelbruine gevelsteen en rechthoekige muuropeningen. Omgevend terrein met verharde toegangswegen en parking, waartussen grasperken afgezoomd door jonge bomen en/of hagen. Aan noordoostzijde, recenter opgetrokken dienstencentrum "Ter Deeve", volume van twee bouwlagen onder plat dak met doorlopende vensterregisters in onder- en bovenbouw.

Voornamelijk in het westelijk deel tot aan de Meentakstraat, aanvullende, vrijstaande eengezinswoningen in tuin, daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 2, 1838/15, 1847/9, 1851/35, 1901/17, 1902/11, 1929/57, 1929/89, 1932/10, 1950/33, 1981/16, 1982/22, 1986/25, 2001/16, 2006/46.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 212 : Kadastrale legger, Meulebeke, Afdeling 2, artikels 446, 786, 1339, 2699.
  • BAERT G., Van aubergien, lantsherberghskens en brandewijnhuysen te Meulebeke, in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 4, 1987, p. 70, 93, 111.
  • BOUCKHUYT L., De kapellekensbaan, een inventaris van de Meulebeekse veldkapellen, Meulebeke, 1994, p. 154.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel II, Brugge, 1921, kolom 366.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel IV, Brugge, 1924, kolom 507.
  • DEMARREZ I., Meulebeke, wel en wee tot 1850, Tielt, 2002, p. 234-235.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 101, 228-232.
  • LIBEERT K., Dokter Prudent Plettinck, burgemeester van Meulebeke (1819-1888), in De Roede van Tielt, jg. 8, nummer 2, 1977, p. 53-57.
  • MAES F., Toponymie van Meulebeke t.e.m. 1700, onuitgegeven licentiaatverhandeling, Universiteit Gent, 1998-1999, p. 24, 67, 79, 91, 93-94, 104.
  • OCMW plaatst nieuwe verdieping op huidig gebouw in Bonestraat, in Het Laatste Nieuws, 24 december 2004.
  • RYCKAERT M., Het voormalige klooster van de Zusters van Sint-Vincentius a Paulo te Zomergem, in Appeltjes van het Meetjesland, 1974, p. 122.
  • TANGHE G., Parochieboek van Ruiselede en Meulebeke, Handzame, 1975, p. 103-106.
  • VANNESTE H., Meulebeke, in HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 84, 86, 89, 102.
  • OCMW Meulebeke

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Omvat
    Wegkruis

  • Is deel van
    Meulebeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bonestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12611 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.