Geografisch thema

Eeckbosstraat

ID
12619
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12619

Beschrijving

Landelijke weg met licht kronkelend verloop vanaf de Gentstraat zuidwaarts tot aan de grens met Oostrozebeke, alwaar verder gezet als Vinkstraat. Het zuidelijke deel van de straat loopt over de Ketelberg of "'t Hooge", het hoogste punt in het Meulebeekse landschap. Benaming in oorsprong enkel voor het zuidelijke deel van de straat, met name tussen de Sint-Amandstraat en de huidige Paanderstraat, zogenaamd naar de eertijds nabijgelegen bossen.
Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt het noordelijke deel van de weg vermeld als "straete van Roosbeke naer Thielt" en het zuidelijke deel als "Eeckbuschstraete", waarlangs verspreide landelijke bebouwing, onder meer het omwalde "goed Ter Linde" dat afhangt van de heerlijkheid "Schothouck", zelf een achterleen van de baronie Ter Borcht. Tevens zijn er enkele bosrestanten langs de weg, onder meer het "Sueghenbos" tegen de Gentstraat aan.

De Ferrariskaart (1770-1778) geeft de door bomen omzoomde weg weer met verspreide hoevebebouwing met losstaande bestanddelen.
Op de Atlas der Buurtwegen (1846) wordt het zuidelijke deel van de weg "Vuylpannestraet" genoemd of "weg van het huys genaemd Vuylpanne in den weg gezegd St-Amandstraet"; het noordelijke deel heeft de huidige benaming, ook omschreven als "weg van de plaets genaemd Stroo-haen tot in den weg gezegd St-Amandstraet, voorbij den Ketelberg". In de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw zijn langs de straat enkele herbergen gelegen, onder meer "Den Hollander", "De Ketelberg" en "Het Molentje", waarvan de uitbatingen in de loop der tijd zijn stopgezet.

Tot in de tweede helft van de 20ste eeuw is de straat verbonden met de Steenovenstraat door een deel van de Oude Diksmuidse Boterweg en de Danneelsdreef, thans opgeheven.

Verspreide voornamelijk 18de- en 19de-eeuwse hoevebouwing met losstaande, verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldak, veelal met vernieuwd of nieuw woonhuis of volledig gerenoveerd, onder meer nummers 5 en 10.

Nummer 2, historische hoeve waarvan omwald en beboomd erf met twee haakse gebouwen weergegeven op een kaart bij het landboek van 1654-1656, met dezelfde configuratie en bakhuis aan oostzijde weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1830). Halverwege de 20ste eeuw worden de bestaande gebouwen aangepast en nieuwe bijgebouwen opgetrokken; thans met nieuw woonhuis aan de noordzijde en gedempte omwalling. Erf met grasperken en bomen toegankelijk via ijzeren hek met overhoekse bakstenen pijler (links) met lege mijternis. Haaks op elkaar ingeplante bakstenen bijgebouwen onder zadeldak (Vlaamse pannen); restant van bijgebouw aan de straatzijde.

Nummer 1, hoeve minimaal opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw zie woonhuis en parallel bijgebouw met bakhuis weergegeven op het primitief kadasterplan, in die periode net als de hoeve nummer 2 eigendom van de weduwe van goudsmid Joannes Larmuseau en van brouwer Joannes Straeck, beide uit Tielt. De hoeve wordt later uitgebreid met bijgebouwen aan noord- en westzijde; recent verbouwd woonhuis. Erftoegang via ijzeren hek; schuurstalvleugel onder golfplaten zadeldak met onder meer asemgaten in zijgevel, laaddeurtjes en geïncorporeerde aardappelkelder toegankelijk via kelderluik.

Nummer 4, hoeve in oorsprong bestaande uit een tweewoonst met schuur en bakhuis, weergegeven op de Atlas der Buurtwegen en aangepast in de loop van de 19de en de 20ste eeuw, onder meer samenvoeging tot één woonhuis (1851), vervanging van het bakhuis door groot nutsgebouw (1956) en vergroting van woonhuis en schuur (1974). Toegang tot onverhard erf via ijzeren hek tussen betonnen pijlers. Achteringelegen eenlagig woonhuis onder pannen zadeldak met gewijzigde muuropeningen; ten westen haakse schuurstalvleugel onder golfplaten zadeldak met muuropeningen onder lateien.

Enkele bewaarde 19de- en 20ste-eeuwse werkmanshuisjes. Nummers 9-11-13-15, éénlaagsbebouwing van vier huisjes gebouwd in 1838 in opdracht van winkelier Pieter Vanacker uit Pittem; later nog uitgebreid met achteraanbouwen en nieuwe bijgebouwtjes. Dubbelhuizen onder pannen zadeldaken met gerenoveerd parement en gewijzigde muuropeningen. Nummer 3, haaks op de straat ingeplante werkmanswoning gebouwd in 1930. Eénlagig dubbelhuis onder mansardedak (mechanische pannen) met onder meer gecementeerd en geschilderd parement met schijnvoegen, muuropeningen (T-ramen) met nieuwe luiken; aan weerszijden lage aanbouwen onder lessenaarsdaken.

Bebouwing aangevuld met enkele vrijstaande eengezinswoningen in tuin daterend uit het laatste kwart van de 20ste eeuw.

Nummer 6, in oorsprong landelijke tweewoonst reeds weergegeven op de Atlas der Buurtwegen, verbouwd tot eengezinswoning naar ontwerp (1996) van ingenieur-architect Johan Laethem - HAL.architecten (Tielt). Deze verbouwing wordt omwille van de goede inpassing in de landelijke omgeving en de subtiele eenheid van de gebruikte materialen in 1998 bekroond met de tweejaarlijkse Provinciale Prijs voor Architectuur West-Vlaanderen. Het eenlaags volume onder zadeldak wordt grotendeels behouden, doch wordt omwille van waterdichting en isolatie, grotendeels voorzien van een donkere zinken bekleding, onderbroken voor voornamelijk bestaande muuropeningen, thans met aluminium raamwerk. Door de nieuwe uitbreiding in 2004 naar ontwerp van dezelfde architect, inkapseling van de grote overkraging aan de westzijde met de halfronde uitbouw; tevens gebruik van een gelijkaardige doch grijze gevelbekleding en aan zuidwestzijde, contrasterende beglaasde uitbouw onder steile bedaking.

  • Gemeentearchief Meulebeke, Bouwaanvragen, 1996/1, 2004/28.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 2, 1838/23, 1851/82, 1863/94, 1903/89, 1909/21, 1931/98, 1930/29, 1955/109.
  • BAERT G., Van aubergien, lantsherberghskens en brandewijnhuysen te Meulebeke, in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 4, 1987, p. 85, 87, 91.
  • BOUCKHUYT L., De kapellekensbaan, een inventaris van de Meulebeekse veldkapellen, Meulebeke, 1994, p. 155.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel III, Brugge, 1923, kolom 822-823.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 36.
  • MAES F., Toponymie van Meulebeke t.e.m. 1700, onuitgegeven licentiaatverhandeling, Universiteit Gent, 1998-1999, p. 15, 94.
  • VANNESTE H., Meulebeke, in HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 86.
  • www.johanlaethem.be
  • www.nieuwsbank.nl/inp/1999

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eeckbosstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12619 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.