Straat deels gelegen in het dorpscentrum, vanaf de zuidoostzijde van de Markt met noordoostwaarts verloop en twee kleine verbindingswegjes tot aan de Bonestraat.
Huidige benaming sinds 1938 naar de schilder-schrijver Karel van Mander (Meulebeke, 1548 - Amsterdam, 1606), afkomstig van een familie van lijnwaadhandelaars, wiens vader Cornelius baljuw en belastingontvanger te Meulebeke is. Na zijn schildersopleiding neemt hij in Meulebeke deel aan de rederijkersbedrijvigheid door het schrijven en opvoeren van "Sinne-spelen", waarvoor hij zelf de decors ontwerpt. In 1574 vertrekt hij naar Rome om er de Italiaanse schilderkunst te bestuderen; tevens krijgt hij opdrachten voor het decoreren van verscheidene huizen van rijken en edelen. In 1576 mag hij in Wenen bij de intrede van keizer Rudolf de zegebogen schilderen. Na zijn huwelijk te Meulebeke vlucht hij met zijn familie omwille van de woelige periode en de pest, achtereenvolgens naar Kortrijk en Brugge. In 1582 vestigt hij zich in Haarlem, waar hij samen met andere schilders een schildersschool sticht. Hij is vooral bekend als auteur van het "Schilder-Boeck" (1604), waarin hij het leven beschrijft van schilders uit de oudheid en uit Italië, Nederland en Duitsland. In 2003 wordt van hem op de Markt een standbeeld onthuld (zie Markt zonder nummer).
Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt het grotendeels onbebouwde tracé van de weg als "voetwech naer Maerloope" vermeld. Op een kaart uit het leenboek van Bosterhout van 1785 wordt langs het westdeel van de straat, tegen het centrum aan, reeds toegenomen bebouwing van voornamelijk breedhuizen met bijgebouwen weergegeven (afb.).
In overeenstemming met het keizerlijke decreet van Jozef II van 1784 dat begraafplaatsen uit het centrum weert, wordt in 1806 een nieuwe begraafplaats aangelegd op de noordoostelijke hoek met de Rijselstraat, reeds weergegeven op een pre-kadastraal plan van de dorpskern van Meulebeke van 1806.
In 1826 wordt op de hoek met de Oude Gentstraat de stenen "Verhammes molen" of "Vanhammes molen", ook gekend als "Beelkens molen" opgericht, een stenen graan- en oliemolen die omwille van vervallen toestand in 1901 afgebroken wordt. In 1827 wordt een kasseibestrating voorzien. Het primitief kadasterplan (circa 1830) toont de toegenomen bebouwing en een rosmolen in de straat, dan gekend als "Schoolstraat" of "straet van de Marktplaets naer het Kerkhof". In de 19de eeuw zijn in de straat vele herbergen gelegen, onder meer "Het Brussels Hof", "De Gouden Hoed/Au Chapeau d'Or", "Harmonie", "In Jan Breidel en Pieter De Coninck", "Het Gouden Hooft/Tête d'Or", "De Nieuwe Karper", "Den Ondank", "De Salon", "Sint-Eloy" en "De Zonne", waarvan de uitbatingen in de loop der tijd gesloten zijn.
In 1866 richten de Zusters van Liefde van Heule een lagere en bewaarschool voor meisjes op in de straat. Een nieuw schoolgebouw met kapel wordt in 1889 opgericht op een perceel ten zuiden van de bouwvallige armenschool, aangekocht door de zusters na de openbare verpachting van de fondatie Vermeulen (zie Baljuw Vermeulenstraat). In 1902-1903 wordt een nieuwe schoolkapel aan de zuidzijde van de straat gebouwd, waar tevens de congregatie der jonge dochters wordt gehouden.
In 1890 wordt de begraafplaats verruimd en heringericht met onder meer een smeedijzeren toegangspoort, een calvarie, een dodenhuisje en nieuwe aanplantingen.
Omstreeks 1865 richt Victor Debruyne een kleine kamslagerij op, onder de opvolgers gekend als "Firma Debruyne Gebroeders", die kammen en rieten fabriceert voor onder meer de Meulebeekse textielfabrieken Boone, Libeert en Schaetsaert; vanaf 1910 wordt het bedrijf overgebracht naar de Nieuwstraat.
Camiel Vande Vondele die in 1906 zijn gekende en in 1885 gestichte borstelfabriek "De Gouden Leeuw" overlaat aan de gebroeders Moerman, opent in 1905 een borstelfabriek in de bestaande brouwerij "Carpentier", waar hij op 31 mei van hetzelfde jaar een eigen bierbrouwerij sticht. Hij betrekt zelf het oude brouwershuis en breidt de oorspronkelijke brouwerij aanzienlijk uit. In 1922 wordt overgegaan tot de stichting van de samenwerkende maatschappij onder de firmanaam "Brouwerij Vondel".
Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden enkele klassen van de meisjesschool ontruimd en de nabijgelegen congregatiekapel wordt als lazaret of verpleeghuis ingericht. Vluchtelingen worden in de kelders van brouwerij Vondel verzameld en later per trein weggevoerd. Bij de beschietingen in het centrum wordt de mouttoren van de brouwerij getroffen.
In 1922 wordt de schoolkapel in de Karel van Manderstraat door een storm vernield en het jaar erna herbouwd en opnieuw in gebruik genomen.
In 1923 wordt een publieke cinemazaal met herberg "Het Vlaamsch Huis" opgericht. In 1927 wordt hier de katholieke cinema "De Katholieke Kring" ondergebracht, die gesloten wordt in 1930 bij het openen van de nieuwe cinema in de Statiestraat (zie nummer 1).
In 1927 laat Leon Boone, die voorheen de weverij "La Meulebekoise" (zie Pittemstraat) beheert, een nieuwe textielfabriek oprichten voor het weven van voornamelijk lijnwaad en satijn; er worden ongeveer 30 mensen tewerkgesteld. Nadat zijn herenhuis aan de Oostrozebekestraat door oorlogsschade vernield wordt, verhuist hij naar de oorspronkelijke directeurswoning naast de weverij. Het bedrijf wordt in 1953 gesloten.
Na het overlijden van Camiel Vande Vondele in 1929, worden de brouwerij en de oude brouwerswoning gesloopt en in 1938 vervangen door het huidige brouwerijgebouw en een nieuw woonhuis voor de beheerder (zie nummer 24).
In 1936 wordt de bibliotheek van het Davidsfonds van de Plettinckplaats naar de meisjesschool overgebracht. In 1937-1939 wordt door de Tieltse architect Albert Impe aan de noordzijde van de straat, op een terrein dat doorloopt tot aan de Baljuw Vermeulenstraat, een nieuwe meisjesschool met feestzaal en bijhorend kloostergebouw (zie Baljuw Vermeulenstraat nummer 3) opgericht. Dit vormt een nieuw bijhuis van het moederklooster van de Zusters van het Geloof van Tielt, die het bestuur van de meisjesschool van de Zusters van Liefde van Heul overnemen. Het klooster- en schoolcomplex (zie nummer 33) wordt op 17 september 1939 ingehuldigd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de meisjesschool, waar vluchtelingen gehuisvest worden, door enkele inslaande obussen beschadigd aan de gevel, enkele klassen, een gang en de speelplaats. Tevens worden enkele huizen in de straat beschadigd. Tijdens de bezetting wordt de nationale hulpdienst "Winterhulp" opgericht, waarvan het bureau en magazijn zich in de straat bevinden.
Ondanks modernisering en mechanisatie gaat brouwerij Vondel in 1957 uit bedrijf en later in overname; er wordt nog tot in het begin van de jaren 1970 gebrouwen.
De schoolkapel van de meisjesschool, die eind jaren 1940 in onbruik is geraakt, wordt omgebouwd tot zwembad, dat in 1969 onder de naam "Relax" opent en tot 1979 dienst doet, waarna het gesloten en verkocht wordt (zie nummer +24).
Het gemeentebestuur koopt in 1976 de leegstaande gebouwen van brouwerij Vondel aan, waar in eerste instantie het brandweerarsenaal wordt ondergebracht. Nadat de hoofdgebouwen worden gevrijwaard en hersteld, krijgt het complex een nieuwe bestemming. Een gedeelte van de voormalige brouwerij wordt gebruikt als Ontmoetingscentrum Vondel, dat op 6 oktober 1989 opent, de vroegere ketelruimtes bieden sinds 1999 onderdak aan de bibliotheek en in de oude droogkamers komen lokalen voor jeugdbewegingen. Sinds 2001 wordt een verdieping volledig voor buitenschoolse kinderopvang in gebruik genomen. In 2004 sloopt men een woning met bijgebouw aan de Dwarsstraat voor een uitbreiding met een tweede polyvalente zaal en in 2005 renoveert men de "Vondelkuip" of de oude zaal. In april 2008 wordt "Lucifer" er geopend, het centrum voor de historische documentatie van de gemeente Meulebeke (zie nummer 26).
In 1987 wordt in de oude weverij van Leon Boone de zeefdrukkerij "P.V.B.A. Dejonghe & Verhelst" ondergebracht, waarvan de eigenaar eveneens de nabijgelegen oude directeurswoning betrekt en renoveert (zie nummers 12-14).
In 1999 geven de Zusters van het Geloof de meisjesschool in erfpacht (zie nummer 33); het klooster aan de Baljuw Vermeulenstraat blijft in hun eigendom.
In het begin van de jaren 2000 wordt de begraafplaats opnieuw uitgebreid (zie zonder nummer).
Voornamelijk woonfunctie; tevens openbare diensten als onder meer Ontmoetingscentrum Vondel en Openbare Bibliotheek (zie nummer 26), schoolcomplex (zie nummer 33) en gemeentelijke begraafplaats (zie zonder nummer). In westelijke deel van de straat, grotendeels aaneengesloten 19de- en 20ste-eeuwse bebouwing met verspringende rooilijn van een à twee bouwlagen onder pannen zadel-, mansarde- of schilddaken; in oostelijke deel, meer verspreide bebouwing aansluitend bij het landelijke gebied. Nummers 11-15-17, voormalig complex van de meisjesschool, opgericht in 1866 door de Zusters van Liefde uit Heule die enkele bestaande woonhuizen aan de straat met een centraal haaks volume uitbreiden, vernieuwd in 1889 met onder meer kapel aan de noordzijde, door het kadaster in 1899 geregistreerd. In 1939 wordt de kloostereigendom gesplitst, waarbij de bebouwing aan de straat als onder meer postkantoor en rijschool ingericht wordt. Het jaar nadien wordt de kapel verkocht aan de VZW Parochiale Werken van Tielt, die ze bij hun patronaatszaal aan de Baljuw Vermeulenstraat voegen; later deels afgebroken voor het sociale woonproject in deze straat. Gebouwen aan de straat thans ingericht als privéwoningen, onder meer meerwoonst (nummer 15). Neoclassicistische panden onder pannen zadel- (nummer 11), schild- (nummer 15) en mansardedak (nummer 17, leien/mechanische pannen) met nieuwe dakvlakvensters of dakkapellen. Thans vlakgepleisterde lijstgevels waardoor verdwenen imitatiebanden. Natuurstenen onderdorpels. Rechthoekige muuropeningen, bovenvensters van nummer 11 in geriemde omlijsting. Verdwenen luiken. Nummer 11 met doorlopende kordonlijst, deels beglaasde vleugeldeur en recentere inbreng van garagepoort. Nummer 17 met natuurstenen trap (twee treden) en voetschraper; links ervan, korfboogtoegang (nieuwe poort) onder plat dak, voorheen onder lessenaarsdak. Achter nummer 11, restant van het oude schoolgebouw van twee bouwlagen onder pannen zadeldak (nok loodrecht op straat) met roodbruine bakstenen langsgevels onder meerledige fries, geritmeerd door spaarvelden met tandfries waarin segmentbogige benedenvensters (T-ramen met gedeeld bovenlicht) en grote rondbogige bovenvensters (kleine roedeverdeling, waaiervormig bovenaan); gedichte vensters aan westzijde.
Frequent bewaarde 19de- of begin 20ste-eeuwse eenlaagsbebouwing, onder meer nummer 35, nummer 57, de voormalige herberg "Den Ondank" daterend van 1886, en nummer 60. Verankerde baksteenbouw onder pannen mansarde- (nummer 35) of zadeldak (nok evenwijdig met straat). Nummer 35 met nieuwe dakvlakvensters en hoge gecementeerde plint; nummer 57 met hoge zwartgeschilderde plint. Natuurstenen onderdorpels. Segmentboogopeningen; nummer 35 met nieuwe rolluiken en verlaagde deuropening; nummer 57 met deels gedichte muuropeningen in straatgevel en segmentboogvensters in zijgevel (T-ramen met grote roedeverdeling). Beide met doorlopende zwartbakstenen druiplijst en sporen van oud huisnummer. Nummer 60 met geschilderd parement. Rechts van nummer 84, achteruitspringende witgekalkte en verankerde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) met muuropeningen waarin grote roedeverdeling.
Verder doorsneewoonhuizen veelal in spiegelbeeldschema van twee à drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak, daterend uit het laatste kwart van de 19de eeuw - eerste helft van de 20ste eeuw. Nummers 28-30/ Dwarsstraat, ensemble van twee woonhuizen gebouwd in 1884 op de plaats van een voormalig magazijn voor de weduwe van brouwer Pieter Carpentier (zie nummer 26). Bakstenen lijstgevel met doorlopende tandfries; natuurstenen onderdorpels, doorlopend in tweede bouwlaag; verlaagde muuropeningen; sporen van oud huisnummer boven de segmentboogdeuren; natuurstenen trap (drie treden); nummer 30 met spiraalvormige ijzeren lichtarmatuur aan de gevel.
Nummers 37-39-41-43, eenheidsbebouwing van vier werkmanswoningen gebouwd in 1926 in opdracht van de Meulebeekse onderwijzer Joseph Dobbelaere. Roodbakstenen verankerde lijstgevel onder dubbele overhoekse tandfries met geelbakstnen banden, penanten en segmentboogstrekken; plint met imitatiebossage, waartussen roodgeschilderd voegwerk. Benedenvenster en deur onder I-profiel met rozetmotief; nummer 43 met vergroot benedenvenster. Nummer 37 met witgeschilderd parement en gewijzigde openingen.
Nummers 40-42-44-46, eenheidsbebouwing in aansluitende bouwstijl, opgetrokken in hetzelfde jaar voor Antoine Dobbelaere uit Meulebeke. Gebruik van sierankers, witgeschilderd bij nummer 42. Nummer 44 met T-ramen (onder meer drieledig benedenvenster), net als de deur met gedeelde bovenlichten. Nummer 40 met gewijzigde muuropeningen en brede poorttravee tussen geblokte penanten van imitatienatuursteen. Nummer 46 met gerenoveerd parement. Nummer 55/ Rijselstraat, in oorsprong twee woonhuizen gebouwd in 1932 in opdracht van de Meulebeekse onderwijzer Joseph Dobbelaere (zie nummers 37-39-41-43). Roodbruine, verankerde bakstenen lijstgevel met tandfries en afgeschuinde hoektravee oplopend in vlak afgedekte dakkapel. Deels bewaarde bovenvensters met afgeschuinde hoeken, waarin driehoekige roedeverdeling onder gecementeerde banden.
Nummer 4, voormalige schrijnwerkerij ingericht in een huis dat volgens kadaster in 1934 herbouwd wordt, doch mogelijk met oudere kern. Dubbelhuis met verankerde en geschilderde bakstenen lijstgevel, korfboogopeningen onder strek, onder meer geblind in tweede bouwlaag, en centraal tweedelig laaddeurtje.
Nummer 52, half vrijstaand woonhuis met ommuurde voortuin, gebouwd in 1937 voor de weduwe en de kinderen van landbouwer Camiel Beel als nieuw woonhuis aan de westzijde van de voormalige "suikerijdrogerij" (zie nummer 54). Enkelhuis met roodbakstenen parement verlevendigd door witgeschilderde cementering van banden, korfboogomlijstingen met druiplijst en diamantkopvormige sluit- en strekstenen.
Aanvullende, recente nieuwbouw van twee à drie bouwlagen. In de muur aan de straat op de hoek met de Baljuw Vermeulenstraat, witgepleisterde en beglaasde muurkapel met beeldje van Onze-Lieve-Vrouw, slecht zichtbaar door klimplanten.
Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Brouwerij Vondel
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Eenheidsbebouwing
Omvat
School
Omvat
Schoolkapel
Omvat
Villa in cottagestijl
Is deel van
Meulebeke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Karel van Manderstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12638 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.