Centraal gelegen vierzijdig plein van waaruit enkele centrumstraten straalsgewijs vertrekken, met name de Kerkstraat, Marktstraat, Hoogstraat, Karel van Manderstraat, Oostrozebekestraat, Holdestraat en Kapellestraat.
In oorsprong een knooppunt van verschillende verbindingswegen, dat zich geleidelijk aan ontwikkelt tot een dorpsplein waar wellicht reeds in de 7de eeuw een eerste bidplaats, vermoedelijk in hout en leem, wordt opgericht. Circa 1100 wordt er de eerste stenen kerk gebouwd, een romaanse driebeukige hallenkerk met vieringtoren, waarrond een kerkhof ligt dat aanvankelijk met gras en bomen beplant is en aan de zuidzijde omhaagd is. In 1163 schenkt Geraldus, bisschop van Doornik, het patronaatschap van de parochiekerk Sint-Amandus aan het Sint-Salvatorskapittel van Harelbeke, dat tiendheffer wordt en het recht verkrijgt om de parochie te bedienen en de pastoor te benoemen.
Nabij de Sint-Amanduskerk wordt een linnenblekerij ingericht ten behoeve van de bloeiende vlas- en linnennijverheid in de middeleeuwen.
In 1566 wordt de kerk tijdelijk gespaard van de beeldenstormers doordat de dorpsbewoners de stormklok luiden. Ook in 1572 slagen ze erin samen met de bevolking van Pittem, Ingelmunster, Ardooie en Koolskamp, de geuzen te verjagen. Toch wordt het kerkinterieur in de daaropvolgende jaren door de calvinistische oproerlingen beschadigd. De herstellingswerken aan de romaanse kerk duren tot in de eerste helft van de 17de eeuw. Op 5 mei 1611 wordt de Sint-Amanduskerk herwijd door de Gentse bisschop Maesius of Karel Maes, die hierbij tevens opdracht geeft het kerkhof volledig te ommuren.
Op de kopergravure getiteld "Praetorium domini de Muelebeke familiae de Beer" opgenomen in "Flandria Illustrata" van Antoon Sanderus (1641-1644), staat centraal op de achtergrond de romaanse driebeukige hallenkerk met vieringtoren en hoge spits afgebeeld. Eveneens rudimentaire weergave van de kerk op de overzichtskaart van de kasselrij Kortrijk in 1641 opgemaakt door landmeter Lodewijk De Bersaques.
Op 27 september 1645 steken de Franse troepen de Sint-Amanduskerk in brand en wordt de kerkhofmuur helemaal afgebroken. In 1652 begint men de herstellingswerken aan de kerk met de steun van het kapittel van Harelbeke en het dorpsbestuur. De kerk blijft echter in erbarmelijke toestand en de werken worden pas in 1715 voltooid.
Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 weergave van de "Mullebeek plaetse" met de Sint-Amanduskerk, het kerkhof ten zuiden ervan, de kerkemeersen ten westen ervan, een hofstede met wallen aan de zuidzijde en overige bebouwing van voornamelijk vrijstaande, eenlagige breed- of diephuizen onder zadeldak, onder meer de "capelrij van Sint-Amand" op de oostelijke hoek met de Kerkstraat en het huis "Den Inghele" op de westelijke hoek met de huidige Marktstraat. Aan de oostzijde bevinden zich van noord naar zuid de herbergen "de Valcke", het door vernielingen in 1645 onbebouwde erf van de reeds in 1611 vermelde herberg "den Beer", "'t Schaeck" voor het eerst vermeld in 1551, en "den Hert" (afb.). De drie eerstgenoemde herbergen hebben achtererven die uitkomen in de huidige Hoogstraat. Circa 1656 wordt herberg "Den Beer" herbouwd en nog later uitgebreid met een achterliggende brouwerij, waarvan de gebouwen zich tot aan de Hoogstraat uitstrekken. Andere gekende 17de-eeuwse herbergen aan het plein zijn "Den Leest" of de vroegere beenhouwerij van "De Olifant", "Den Wildeman" en "Den Swaerten Leeuw".
In 1705 dreigen de Hollanders de Sint-Amanduskerk in brand te steken, doch in ruil voor een geldstorting kan de overheid dit verijdelen. Hetzelfde jaar laat het bestuur uit voorzorg de in 1703 geplaatste houten schutting rond het kerkhof herstellen en een wachthuis timmeren. In de periode 1715-1720 wordt op initiatief van pastoor Jacobus Mys de voorlopig herstelde kerk door ondernemer Guillaume Nolf in barokstijl herbouwd. Hierbij worden de dwarsmuur en de sacristie van 1709 gesloopt. De driebeukige kerk met drie voorportalen, verhoogd middenschip en achtkantige toren met lantaarn, krijgt tegen de zuidgevel een nieuwe sacristie.
In 1733 wordt het zuidelijke deel van het kerkhof ommuurd en voorzien van een toegang met twee ijzeren poorten tussen stenen pijlers met bloemvazen. In de jaren 1750-1760 worden kruiswegstaties in de kerkhofmuur aangebracht. Nadat het marktplein in 1761 met kasseistenen geplaveid wordt, wordt het in 1790 vergroot door toevoeging van het noordelijke deel van het kerkhof.
Op een kaartdeel uit het leenboek van het leenhof Bosterhout van 1785 wordt de Markt weergegeven met de Sint-Amanduskerk, de omliggende bebouwing van breed- of diephuizen van een of twee bouwlagen en de herbergen "de Valcke", "den Beer", "'t Schaeck" en "den Hert" met achterliggende bijgebouwen (afb.). Aan de zuidzijde bevindt zich, op een domein dat zich uitstrekt tot aan de huidige Holdestraat, het "Kasteel Bossuyt", "Baronnie" genoemd, een herenhuis dat in de loop van de 18de eeuw voor notaris Emiel-Alexander Bossuyt wordt opgericht met dubbele omwalling, toegang vanaf de Markt via zuidwaarts lopende dreef en brugje, boomgaard, ommuurde aangelegde tuin en bijgebouw (zie Holdestraat).
Nieuwe herbergen die in het laatste kwart van de 18de eeuw op de Markt worden geopend, zijn "Den Gouden Leeuw" en "De Kroone".
In het kader van de Oostenrijkse politiek van economische vooruitgang waarbij men de lokale handel wil stimuleren, verkrijgt Meulebeke als centrum van vlasnijverheid in 1784 van keizer Jozef II een octrooi om markt te houden. In 1797 wordt de Sint-Amanduskerk gesloten en de goederen in beslag genomen. Na de Boerenkrijg worden de klokken in 1799 door het Franse leger afgevoerd. Op 6 juni 1802 wordt de kerk opnieuw geopend.
In overeenstemming met het keizerlijke decreet van Jozef II van 1784 dat begraafplaatsen uit het centrum weert, wordt in 1806 een nieuwe begraafplaats in de Karel van Manderstraat in gebruik genomen (zie Karel van Manderstraat zonder nummer). In hetzelfde jaar worden de muren van het oude kerkhof afgebroken en verdwijnt ook het zuidelijke gedeelte ervan. Deze plek wordt ingericht als publiek bleekplein en later verpacht en ingericht als gemeentelijke boomkwekerij, die echter weinig succes kent.
Een pre-kadastraal plan van 1806 toont de grotendeels aaneengesloten bebouwing langs het plein met aan de zuidzijde het domein Bossuyt, waarvan de boomgaard reeds verkaveld is en de omwalling gedempt. In 1807 koopt notaris Louis Roelandts een ten zuiden van de kerk gelegen tweewoonst met stalling en erf, waar in de loop van de 19de eeuw tevens een brouwerij wordt ondergebracht.
In 1823-1825 wordt de Sint-Amanduskerk aan noord- en zuidzijde van de toren uitgebreid en in de loop van de 19de eeuw worden herstellingswerken uitgevoerd aan onder meer bedaking, de toren en de vensters. Om de verbouwingssporen te verbergen voorziet men de kerk in 1869 langs de buitenzijde met een rotsbepleistering.
In 1825 wordt de pastorie vanuit de Baljuw Vermeulenstraat overgebracht naar een nieuw aangekocht pand op de Markt, in 1869 uitgebreid met kamers boven de ingangspoort naar ontwerp van provinciaal bouwmeester Pierre Nicolas Croquison (Kortrijk) (zie nummer 10).
In 1825 krijgt Joannes Baptiste Yserbyt toelating om bij herberg "Den Beer" een nieuwe brouwerij langs de Hoogstraat op te richten, later gekend als brouwerij "Le Damier", "Het Damberd" of "brouwerij Goethals", naar de toenmalige eigenaar en brouwer Emile Goethals (1855 - 1932), burgemeester van 1888 tot 1920 en tevens provincieraadslid en volksvertegenwoordiger (1912-1919), naar wie de in 1900 aangelegde Goethalsplaats genoemd is (zie Hoogstraat zonder nummer/ bij nummers 2-4-6). Vanaf 1890 neemt hij zijn intrek in een pand aan de Markt, dat in oorsprong bij herberg "het Schaeck" behoort en dat hij tot statig herenhuis laat herbouwen. Halverwege de 19de eeuw is "Den Beer" naast logementshuis ook het wachthuis van de Meulebeekse nachtwacht.
De familie Bossuyt doet in de loop van de 19de eeuw enkele aanpassingen aan haar herenhuis, onder meer een uitbreiding (1874), bouw van een keuken ten oosten ervan (1877) die later wordt uitgebreid tot een haakse stalvleugel aan de Holdestraat (1886), bouw van een afdak tegen de noordgevel en afbraak van enkele nabijgelegen huizen (1898). Omstreeks 1893 wordt aan de noordzijde een monumentale galerij gebouwd zodat het pand het uitzicht krijgt van een kasteel.
Op de Atlas der Buurtwegen (1846) wordt het marktplein "Groote Plaets" genoemd of "de marktplaets de kerk omringelende", waar vanaf 1828 jaarlijks veemarkt gehouden wordt. In 1858 wordt een nieuwe kasseibestrating aangelegd en het jaar erna wordt een pomp geplaatst voor het nieuw opgerichte brandweerkorps. Tevens begint men met het aanleggen van een riolering in de dorpskom.
Naast de bestaande oude herbergen worden in de loop van de 19de en 20ste eeuw nog enkele uitbatingen geopend. Gekende 19de-eeuwse herbergen zijn onder meer "Alve Maene", "Den Zwarten Leeuw", "Hôtel de Flandre" later gekend als "Vlaanderens Gasthof", "Kleen Halle" later gekend als "Nouvelle Aventure" en "Au Petit Paris", "Maison de Campagne", "Den Nieuwe Gouden Leeuw", "Walvisch" later gekend als "Le Pavillon", "Het Gouden Mandeke" en "Den Olifant". In de 20ste eeuw kent men bijkomend de herbergen "De Arend", "Het Gouden Hoofd", "De Concordia" en "Het Hof van Commercie". Vele van deze uitbatingen zijn in de loop der tijd gesloten of herbouwd.
In 1892 beslist men de Sint-Amanduskerk te herstellen en te vergroten. In de jaren 1893-1896 wordt de kerk onder pastoor Adolf Persijn uitgebreid en in neogotische stijl herbouwd tot zijn huidig uitzicht naar ontwerp van architect Jules Soete (Roeselare). De transeptloze, driebeukige hallenkerk heeft een hoge slanke westtoren, drie koren en aan de zuidzijde een afzonderlijke doopkapel en ruime sacristie. De kerk wordt op 21 september 1896 door de Brugse bisschop Waffelaert ingewijd (zie zonder nummer).
Op 7 oktober 1900 besluit de kerkraad het oude kerkhof in te richten als een "lusthof" naar ontwerp van bouwmeester Soete, met aan weerszijden ijzeren hekkens en een doorgang voor voetgangers. In deze periode wordt naar aanleiding van feestelijkheden een houten muziekkiosk op het plein opgericht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de "Ortskommandantur" achtereenvolgens in het huis Roelandts en in de pastorie ingericht; ook het kasteel Bossuyt wordt door de Duitsers bezet en herberg "Den Beer" wordt ingericht als "Soldatenheim". Door aanhoudende beschietingen wordt de Sint-Amanduskerk beschadigd aan toren, bedaking en oost- en zuidgevel; ook enkele huizen, onder meer de pastorie, lopen schade op of worden grotendeels vernield.
In 1920-1921 richten de kinderen Defraeye op de hoek met de Kapellestraat "Weverij Defraeye" op met vader en leerweefmeester Henri Defraeye (zie Spoorweglaan, Pittemstraat) als directeur. De fabriek die in zijn bloeiperiode uitgerust is met 20 mechanische getouwen, acht werknemers en een tiental thuiswevers tewerkstelt, wordt in 1952 stilgelegd.
In 1930 besluit de kerkraad langs het binnenhof van het voormalige kerkhof een afsluiting voor voetgangers te plaatsen naar ontwerp van bouwmeester Verstraete (Izegem).
Tijdens de "slag om Meulebeke" op 26 en 27 mei 1940 zit de Markt tussen het Belgische en het Duitse leger geprangd. Opnieuw raakt de Sint-Amandskerk beschadigd, waarvan later de klokken worden aangeslagen, net als onder meer brouwerij De Jonghe (zie nummer 3), het huis Roelandts en het kasteel Bossuyt. Nog in hetzelfde jaar wordt de kerk door architect Albert Crop (Meulebeke) hersteld, waarbij tevens de glasramen worden gerestaureerd en nieuwe klokken worden gehangen. Na aankoop van de gronden van Bossuyt, wordt het vernielde kasteel afgebroken en het domein in 1981 als gemeentepark met parking ingericht (zie Park). Na onteigening en sloop van het herenhuis Roelandts en de brouwerij wordt het vrijgekomen terrein bij de parking achter de kerk ingelijfd.
In 1962-1963 wordt het interieur van de Sint-Amanduskerk gemoderniseerd op initiatief van pastoor Albert Lernout en naar ontwerp van architect R. Lernout (Geluwe). Hierbij wordt, naast de bouw van een nieuw portaaltje aan de noordzijde, vooral het interieur grondig aangepast, waarbij de scheibogen tussen de beuken vervangen worden door een betonnen structuur op pijlers, met tevens een groter doksaal, een verhoogd hoogkoor en een nieuwe vloer. Na voltooiing van de werken wordt de kerk op 30 juni 1963 opnieuw ingewijd.
In het kader van een grote dorpskernvernieuwing eind jaren 1970 wordt de Markt heraangelegd. Aan de zuidzijde, op een deel van het voormalige domein Bossuyt, wordt een nieuw administratief centrum voor de gemeentediensten opgericht ter vervanging van het oud gemeentehuis (zie Pittemstraat nummer 31). De eerste steenlegging gebeurt op 14 oktober 1978 door senator en later gouverneur Vanackere en het complex wordt op 13 juni 1981 door gouverneur Vanneste ingehuldigd (zie nummer 1). In 1984 wordt aan de westzijde ervan een nieuw postgebouw opgetrokken op de plaats van de voormalige weverij Defraeye (zie nummer 2). Tevens wordt een kantoor-, woon- en winkelcomplex opgericht tussen de Holdestraat, de Markt, de Oostrozebekestraat en de Bertje Santensweg.
In die periode gebeuren er ook herstellingswerken aan het in- en exterieur van de Sint-Amanduskerk, onder meer na stormschade in 1975. In de jaren 1991-1996 worden in het kader van het 100-jarig bestaan van het kerkgebouw opnieuw herstellings- en verfraaiingswerken uitgevoerd, waarbij onder meer een nieuw glasraam in de doopkapel en een nieuwe beiaard geplaatst worden.
In 1986 worden enkele café's aan de zuidoostzijde van het plein gesloopt voor de bouw van een appartementsgebouw met de uitbating "De Nieuwe Leeuw". In de jaren 1990-2000 worden zowel de herberg "'t Schaeck" als "Den Beer" met de achterliggende brouwerijgebouwen langs de Hoogstraat en het naastliggende winkelpand "Huis Vergote" gesloopt voor vervangende nieuwbouw, respectievelijk "Residentie 't Schaeck" en "Residentie Goethals".
In 2003 en 2005 worden op de Markt twee standbeelden opgericht die gerealiseerd zijn door plaatselijke kunstenaars, respectievelijk van Karel van Mander door Rik Vermeersch (zie zonder nummer) en "De Beer" door Frans Vercoutere (zie zonder nummer).
Plein grotendeels ingericht als parking aan zowel noord- als zuidzijde van de Sint-Amanduskerk, die gelegen is in de noordwestelijke hoek met aan de westzijde de smalle doorsteek Kapellestraat - Kerkstraat. Enkele grasperken, fonteinsculptuur en beeld van Karel van Mander ten noorden van het gemeentehuis; aan oostzijde van de kerk, beeld van "De Beer" en gedenkteken van het Provinciaal Tuinbouwcomité.
Woon-, kantoor-, handels- en horecafunctie; tevens gemeentelijke diensten zie administratief centrum (nummer 1) en postgebouw (nummer 2).
Aan de noord- en westzijde van het plein, concentratie van aaneengesloten laat- of neoclassicistische panden uit de 18de en 19de eeuw, onder meer enkele herenhuizen, doorgaans breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder pannen schild- of zadeldaken met gepleisterd en geschilderd parement veelal voorzien van imitatiebanden of -voegwerk. Nummer 5, café "De Arend" met later aangepaste bovenbouw onder plat dak met roodbakstenen parement. Nummer 6, grotendeels in 1996 afgebroken voormalige herberg van vijf traveeën met achterliggende brouwerij; resterend gevelfront van begane grond met rechthoekige muuropeningen, diamantkopsluitstenen en grote korfboogpoort in linkertravee met natuurstenen schamppaaltjes. Enkele met (deels) aangepaste gevel of volledig herbouwd na oorlogsschade, onder meer nummer 10, de pastorie met parochiaal secretariaat en grote achterliggende tuin.
Nummer 19, voormalig winkelpand in art-decostijl daterend van 1934 als verbouwing van een ouder pand, in de jaren 1970 omgevormd tot bankfiliaal en thans restaurant "De Symfonie". Bovenbouw met voorheen deels gecementeerde bakstenen lijstgevel, thans volledig witgeschilderd; bredere linkertravee gemarkeerd door uitkragende erker en dakvenster onder gebogen frontonbekroning met fraai gestileerde balkonleuning; art-decogetinte florale ornamentiek in hoeken van vensternissen en imitatieconsooltjes; verbouwde begane grond.
Aan oost- en zuidoostzijde, voornamelijk handels- en appartementsgebouwen uit de tweede helft van de 20ste eeuw - begin jaren 2000 van twee tot drie bouwlagen onder pannen schild- of zadeldaken. Op de oostelijke hoek met de Holdestraat, kantoor-, woon- en winkelcomplex onder plat dak met overkragende bovenbouw op ronde pijlers, dat zich tot aan de Oostrozebekestraat en de Bertje Santensweg uitstrekt.
Aan de zuidzijde van het plein, nummer 1, gemeentehuis, gebouwd in 1978-1981 naar ontwerp van architect G. Rabau. Complex op L-vormig grondplan met licht geknikte westvleugel. Baksteenbouw onder pannen zadeldaken met kleine dakkapellen, natuurstenen (onder meer witsteen) dorpels en sluitstenen, gesloten balkons in gepleisterd beton en houten schrijnwerk in segment- (begane grond) en rechthoekige muuropeningen. Haakse oostvleugel met overluifelde hoofdinkom en beglaasde puntgevel; dienstinkom in centrale vleugel. In de gevel ingewerkte natuurstenen gedenkplaat "EERSTESTEENLEGGING/ 14 OKTOBER 1978/ SENATOR/ L. VANACKERE".
Op de oostelijke hoek met de Kapellestraat, haaks tegen de westvleugel van het gemeentehuis, nummer 2, postgebouw opgericht in 1984 naar ontwerp van architect R. Lataire. Baksteenbouw onder pannen zadeldak met driehoekige dakkapellen, rechthoekige muuropeningen met houten schrijnwerk; aan pleinzijde, centrale inkom en onderbouw op pijlers, deels opengewerkt, deels ingevuld met glastegels.
Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Fontein
Omvat
Herberg
Omvat
Herberg Den Olifant
Omvat
Sint-Amanduskerk
Is deel van
Meulebeke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Markt [online], https://id.erfgoed.net/themas/12660 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.