Geografisch thema

Molenstraat

ID
12664
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12664

Beschrijving

Korte verbindingsweg tussen de Tieltstraat ten oosten en de Randweg ten westen; aan westzijde doorkruist door de voormalige bedding van de opgeheven spoorlijn Tielt - Ingelmunster. Zogenaamd naar de "Bosterhoutmolen", een houten korenwindmolen eertijds gelegen aan de zuidzijde van de straat, die reeds in 1433 vermeld wordt en behoort bij het "Goed Te Bosterhout", het centrum van de gelijknamige heerlijkheid met dubbel omwald kasteel, waarvan thans enkel nog het neerhof met de vernieuwde hoevegebouwen resteert (zie Bosterhoutstraat nummer 3).

Na brandstichting tijdens de eind 16de-eeuwse godsdiensttroebelen wordt de Bosterhoutmolen heropgericht. Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt het tracé van de weg weergegeven met "de bousterhoudt muellen" aan de zuidzijde ervan.

In 1765-1766 wordt de molen door Joannes Vander Scheure herbouwd als houten staakmolen met open voet. Zowel de Ferrariskaart (1770-1778) als een kaart uit het leenboek van het leenhof Bosterhout van 1785 (afb.) tonen de toegenomen landelijke bebouwing langs de weg en de Bosterhoutmolen, op de Ferrariskaart verwisseld van naam met de Borchtmolen (zie Baronielaan nummers 27-29 en Veldstraat).

Op de Atlas der Buurtwegen (1846) onderdeel van de "weg van het hospitael naer de Bosterhoutmolen en van den straetweg gezegd Kalsyde van Thielt" (zie Bekaertsdreef).

Nadat de - intussen als monument beschermde - Bosterhoutmolen (B.S.G. 14/04/1944) in 1959 buiten gebruik wordt gesteld, koopt het gemeentebestuur in 1971 de molen aan omdat deze op de rooilijn staat van de nieuw aan te leggen Randweg, onderdeel van de provincieweg Tielt – Ingelmunster, die in 1981 opengesteld wordt. Het aanvankelijke plan om deze naar het domein Ter Borcht over te brengen, stuit op verzet van onder meer de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en de toenmalige Rijksdienst voor Monumenten en Landschappen. De onmogelijkheid om de molen in de buurt te verplaatsen, maakt dat de in 1980 afgebroken molen in 1991 aan de stad Brugge verkocht wordt, waar hij het jaar erna door de Gistelse molenbouwers Peel op de Kruisvest bij de Dampoort herbouwd wordt onder de naam "Nieuwe Koelewey" (zie Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Brugge, Brugge, Kruisvest zonder nummer).

Woonfunctie. Resterende, veelal gerenoveerde eenlaagsbebouwing, onder meer nummer 20, diepergelegen dubbelhuis onder zadeldak (Vlaamse pannen) met witgepleisterd parement en segmentboogopeningen.

Thans bebouwing voornamelijk bestaande uit vrijstaande of gekoppelde eengezinswoningen daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Nummer 24, woning in 2000 gebouwd naar ontwerp van architectenbureau Goedefroo & Goedefroo (Wielsbeke) met opvallend volumespel, onder meer steil zadeldak (nok loodrecht op straat) met aan de straatzijde grote overkraging en uitspringende, met hout beklede afgeronde uitbouw.
Zonder nummer, achteringelegen schaalmodel van een houten staakmolen, wellicht van de verplaatste Bosterhoutmolen.

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Archiefnummers W/00819, DW000158.
  • Gemeentearchief Meulebeke, Bouwaanvragen, 1946/Gustaaf Tuytens, 1999/51.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 2, 1903/31, 2000/26.
  • Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, nummer 2794 : Leenboek van het Leenhof Bosterhout, Heerlijkheid ten Ackeren, 1785.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel II, Brugge, 1921, kolom 438.
  • DENEWET L., De Bosterhoutmolen van Meulebeke wordt de Nieuwe Koelewey te Brugge: het verhaal van een geredde molen, in Werkgroep West-Vlaamse molens, jg. 8, nummer 1, 1992, p. 3-8.
  • DENEWET L.; GOEMINNE L., Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's Vlaams tijdschrift voor molinologie, jg. 22, nummer 3-4, 1994, p. 240-245.
  • DEVLIEGHER L., De molens in West-Vlaanderen, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt, 1984, p. 310-311.
  • DEVYT C., Westvlaamse windmolens, Brugge, 1966, p. 97.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 26, 34, 252, 257.
  • HOUTHOOFD G.; DENEWET L.; BAERT G., De windmolens van Meulebeke, Meulebeke, 1994, p. 9-10.
  • MAES F., Toponymie van Meulebeke t.e.m. 1700, onuitgegeven licentiaatverhandeling, Universiteit Gent, 1998-1999, p. 44.

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Molenstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12664 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.