Geografisch thema

Oostrozebekestraat

ID
12668
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12668

Beschrijving

Lange verbindingsweg vanaf het dorpscentrum, met name de hoek van de Markt en de Karel van Manderstraat, met gebogen zuidoostwaarts verloop langsheen het gehucht de Paanders (zie Paanderstraat) en de wijk "Forten" tot aan de grens met Oostrozebeke, alwaar als Meulebekesteenweg verdergezet; kleine omlopende zijweg aan zuidoostzijde. Noordelijk deel van de straat onderdeel van de wegenlus voor doorgaand verkeer omheen het centrum, gevormd samen met de Kasteelstraat - Baronielaan, Regentiestraat, Kerkstraat, Hoogstraat, Onze-Lieve-Vrouwstraat, Vuilputstraat, Barnumstraat (deels) en Astridlaan.

Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 weergave van de nog niet rechtgetrokken "Cortrickstraete", die samen met de huidige Kortrijkstraat, via de Turkijenstraat tot in Oostrozebeke loopt; huidig zuidelijk tracé dan nog een smalle voetwegel. Langsheen de weg, kleinschalige bebouwing tegen het centrum aan, enkele gekende huizen aan de westzijde, met name het "weyenaarshuys", het "fonteynhuys" en herberg "den Duytschaert" op de noordelijke hoek met de huidige Onze-Liev-Vrouwstraat, en sterk verspreide landelijke bebouwing. Op een terrein in de noordoostelijke hoek dat zich uitstrekt tot aan de Gentstraat, bevindt zich de "Plaatsmolen" of "Steenackermuelene", een korenwindmolen opgebouwd als staakmolen met open voet, die in 1901 wordt afgebroken. Aan de westzijde bevinden zich eertijds ook enkele bosgebieden, met name het "Cromburghbos" en het "Disbos", voor het eerst vermeld in 1616, en enkele akkerlanden, met name "De Spicht", "De Spichtkouter" en "Het Berynnestuk". Naar verluidt bevindt zich tevens het schepenhuis van de heerlijkheid "Ryckaertscheure" op een perceel dat zich uitstrekt tot aan de huidige wijk Bloemenhove.

De Ferrariskaart (1770-1778) toont de door bomen omzoomde weg doorheen de bosgebieden op de Ketelberg, met onder meer de "Plaetse Molen", het "Cabaret Fort de Cnocke" aan het kruispunt met de Paanderstraat en toegenomen hoevebebouwing met losstaande bestanddelen. Gekende 18de-eeuwse herbergen zijn "De Fontaine", "Fort Te Cnocke" of "Het Fort", "De Sterre" op de hoek met de Gentstraat en een naamloze herberg met brouwerij later gekend als "De Stadt Deynze" en "In Deinze".

De Franse soldaten die Meulebeke in 1794 binnenvallen, brengen in de straat hun hoofdkwartier met de administratie onder.

Op de Atlas der Buurtwegen (1846) noordelijk deel van de straat, met toegenomen aaneengesloten bebouwing tegen het centrum aan, gekend als "Kortrijkstraet" of "straet van de Marktplaets naer den molen genaemd Plaetsmolen", centraal deel als "Nieuwstraet" of "weg van Meulebeke naer Oostrozebeke" en zuidelijk deel als "Hermansstraet" of "weg van aen het gewest genaemd Turquiën tot den weg gezegd St-Amandusstraet voorbij d' hoeve Herman".

Door staatssubsidies voor saneringen wordt de Oostrozebekestraat in 1855 opgevoerd met zand. In 1861-1862 wordt de weg verbreed en gedeeltelijk van kasseibestrating voorzien. In 1864 wordt dan de huidige steenweg aangelegd als rechtstreekse verbinding met Oostrozebeke, in 1871 noordwaarts doorgetrokken naar Pittem (zie Pittemstraat).

In de 19de en de 20ste eeuw zijn langs de steenweg zeer veel herbergen gelegen. Enkele gekende 19de-eeuwse herbergen zijn "America", "Den Drijhoek", "de Vijfwegen" later gekend als "A l'Evêché", "De Halve Maan", "De Handboog", "Het Hooge", "De Karpel", "De Nachtegael", "Het Neerhof", "Het Stroomken" later gekend als "Het Nieuw Stroomken" en "Palermo", "De Nieuwe Klokke", "De Nieuwe Steenweg", "Prins Albert" later gekend als "De Kuiperij", "Sint-Amand", "De Vlasmarkt" later gekend als "De Slachterij" en "Au Vélodrome", "De Voorstad" later gekend als "De Sportwereld" en "De Gouden Leeuw", "De Trompet", "Vier Heemers", "De Vlasbloem", "De Vlaamsche Leeuw" en "De Wever"; 20ste-eeuwse herbergen zijn "Den Anker", "In Barnum", "Bistrot" later gekend als "Café Middenstand", "In Cambrinus" later gekend als "Scriburo" en "Gareelmakerij", "In Deinze", "De Eekhoorn", "Japan" voorheen gekend als "Het Fort", "Het Fort" naast het vroegere gelijknamige café, "De Gouden Leeuw", "Harmonie" later gekend als "De Mijte", "De Koophandel", "De Nieuwe Leeuw" op de plaats van het vroegere café "De Zwarte Leeuw", "Den Nieuwe Voerman" later gekend als "De Voerman", "De Reisduif", "De Steenweg", "De Supporter" en "In de Zon", de latere gelijknamige kaaswinkel. Thans zijn de meeste uitbatingen gesloten en al dan niet gesloopt.

Circa 1890 start Henri Dubaere een vellenhandel die uitgroeit tot een haarsnijderij, groothandel in onder meer huiden, vellen, wol, lompen, textielafval, schroot, oude metalen en betonijzer, en afbraakbedrijf van machines en fabrieksgebouwen, vanaf 1955 gekend als "Firma Dubaere-Vanden Avenne" (zie nummers 59-61).

Tevens zijn in het begin van de 20ste eeuw in de Oostrozebekestraat enkele thuiswevers gevestigd, met name Ernest Deprest en Cyriel en Odiel Vancoillie.
In 1901 wordt het veevoeder- en familiebedrijf "D'Haeyere", gesticht in 1893 te Oostrozebeke, naar hier overgebracht, werkzaam tot in de tweede helft van de 20ste eeuw.

Circa 1909 wordt aan de steenweg een velodroom geopend, die reeds bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in onbruik is.
In 1911-1912 wordt de "Nationale Gendarmerie" gehuisvest in het voormalige hoofdkwartier van de Franse soldaten. Het complex, ontworpen door architect Camiel Spriet Cantaert (Izegem), bestaat uit twee panden met tussenliggende poort en omvat enerzijds, het kantoor van de brigadecommandant, en anderzijds, de huisvesting van de "gendarmen" en hun families.

In het eerste kwart van de 20ste eeuw bevindt zich in de straat een schoolgebouw dat deel uitmaakt van de parochiale jongensschool of Sint-Amandusschool (zie Schutterijstraat nummer 6) en dat tevens als patronagezaal wordt benut. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt het pand opgeëist als bewaarplaats voor het gemeentelijke voedingscomité, waarna de patronage wordt overgebracht naar de school op de Paanders (zie Paanderstraat nummer 47) en op 't Veld (zie Bruggesteenweg nummer 27).

Op 16 oktober 1918 wordt tijdens een Duitse granaataanval de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes getroffen. In 1925 richt het Davidsfonds een bibliotheek op in de voormalige patronagezaal, in 1930 overgebracht naar de Plettinckplaats.

In 1928 wordt de steenweg voorzien van fietspaden en in 1930 loopt één van de buslijnen Tielt - Kortrijk hierlangs. Uit een studie van 1941 met betrekking tot de vlasvezelbereidingsnijverheid in Vlaanderen blijkt dat in de straat enkele vlasbewerkers gevestigd zijn, met name Michel Vandekerckhove en Gerard Gevaert (zie nummer 269).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden enkele huizen in het deel bij het dorpscentrum beschadigd. In 1977 start Marc Dejonghe hier een zeefdrukatelier, in 1979 opgesplitst in een algemene zeefdrukkerij en een textieldrukkerij; laatstgenoemde is "Lean Flock", geleid door schoonbroer Freddy Verhelst die zich in de Paanderstraat vestigt. Na uitbreiding van beide in 1984 verhuist "P.V.B.A. Dejonghe & Verhelst" naar de Karel van Manderstraat (zie Karel van Manderstraat nummers 12-14).

In 1979 wordt de oude rijkswachtkazerne gesloopt en in 1981-1982 vervangen door een nieuwe kazerne met administratief complex en vier nieuwe woningen, ingehuldigd op 18 mei 1983 en thans het politiekantoor (zie nummer 90). In de tweede helft van de 20ste eeuw wordt aan de westzijde van de weg de "Sperrenwijk" aangelegd. Bij de grote dorpskernvernieuwing eind jaren 1970 wordt een kantoor-, woon- en winkelcomplex opgericht tussen de Oostrozebekestraat, de Holdestraat, de Markt en de Bertje Santensweg. Recent wordt nog een verkaveling tussen de Onze-Lieve-Vrouwstraat en de Vuilputstraat gerealiseerd.

De laatste decennia zijn enkele oude herbergen gesloopt, onder meer in 1994 "In Deinze" voor de bouw van een dokterspraktijk, en in 2004 "De Sterre" voor de bouw van een residentie met dezelfde naam.

Woon-, handels- en agrarische functie, onder meer enkele tuinbouwbedrijven met grote serres; politiekantoor; ambachtelijk bedrijventerrein in noordoostelijke hoek, dat zich tot tegen de Gentstraat uitstrekt.

Centraal en zuidelijk deel aansluitend bij het omliggende landelijk gebied gekenmerkt door hoeves met losstaande, verankerde, veelal 19de en 20ste-eeuwse bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken, waarvan enkele gelegen op een oudere site die in het landboek van 1654-1656 weergegeven wordt. Nummer 325, hoeve waarvan het deels verharde erf met grasperken toegankelijk is via een zijweg, verharde oprit en ijzeren hek tussen pijlers; in oorsprong parallelle bestanddelen en bakhuis, aangepast in 1937 door de bouw van een woonhuis en nutsgebouwen, later nog vervangen en/of uitgebreid. Woonhuis onder zadeldak (zwartgeglazuurde mechanische pannen) met muuropeningen onder witgeschilderde lateien; haakse schuurstalvleugel onder zadeldak (Vlaamse pannen) met dakoverstek, metalen schuifpoorten, tweedelige staldeurten, bouwsporen van verhoging en in top van zijgevel, lege spitsboognis in zwartbakstenen omlijsting met kruis.

Enkele hoeves met vernieuwd woonhuis, onder meer nummer 231; nummer 267 met woonhuis onder mansardedak (nok loodrecht op straat; mechanische pannen). Nummer 258/ Kortrijkstraat, hoeve waarvan het woonhuis gebouwd is in 1937 na afbraak van een ouder woonhuis, uitgebreid in 1951 met vlasschuur aan zuidzijde. Omhaagd erf met losse verharding en toegang via ijzeren hek tussen overgroeide erfpijlers geflankeerd door kastanjebomen. Haaks ingeplant, eenlagig woonhuis met geelbakstenen banden en segmentboogstrekken; vlasschuur in betonplaten en recentere bijgebouwen.
Nummer 269, vlasschuur gebouwd in 1950 voor vlasbewerker Gerard Gevaert, naar achteren toe uitgebreid in 1963; later wordt het oude woonhuis aan de straat door een nieuw vervangen. Achteruitspringende baksteenbouw onder licht hellend golfplaten zadeldak (nok evenwijdig met straat) met grote, nieuwe metalen schuifpoort waarboven lege driehoekige nis. Onderbroken rijbebouwing tot aan de Ommegangsdreef en concentratie van bebouwing aan de Paanderwijk en de wijk "Forten".

Laat- of neoclassicistische burger- en herenhuizen, veelal breedhuizen onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met straat) met gecementeerde, gepleisterde en/of geschilderde lijstgevel, onder meer nummer 32. Nummers 49-51, woonwinkelpand gebouwd in 1874 voor de Meulebeekse winkelier Frederic Vermandel, in 1876 opgesplitst; breedhuis onder combinatie van zadel- en schilddak (Vlaamse pannen) met gepleisterde bovenbouw, muurankers, rechthoekige muuropeningen (T-ramen) en verbouwde begane grond. Enkele met vernieuwd parement, onder meer nummers 21, 34, 35, 39. Nummer 24, in oorsprong twee 19de-eeuwse woonhuizen, herbouwd in 1945 na oorlogsschade; lijstgevel met geschilderde bakstenen bovenbouw en begane grond bekleed met natuursteen.

Nummer 76, "Boekhandel Scribo", in oorsprong twee panden daterend van 1907, waarvan het linkerpand door architect Prudent Vergote (Meulebeke) ontworpen is. Via schenking door de weduwe van Jozef Bruggeman komen de huizen in 1954 deels in bezit van de Meulebeekse drukker Robert Bruggeman (zie Plettinckplaats, Tieltstraat); in de tweede helft van de 20ste eeuw nog verenigd, verbouwd en uigebreid. Achteruitspringend breedhuis met gepleisterde en geschilderde lijstgevel met voorliggend eenlagig handelspand; smal linkerpand oplopend in trapgevel (vier treden), voorheen met segmentboogopeningen en ijzeren topbekroning.

Frequent voorkomende restanten van 19de- en begin 20ste-eeuwse eenlaagsbebouwing - onder meer voormalige oude herbergen - onder pannen zadel- of mansardedak (nok evenwijdig met straat), met al dan niet verankerd bakstenen parement en natuurstenen onderdorpels. Thans veelal gerenoveerd of verbouwd met onder meer nieuwe dakvlakvensters of dakkapellen. Nummer 43 met vernieuwd parement en vlak afgedekte houten dakkapellen, waarin T-ramen met verticale roedeverdeling in bovenlichten. Nummer 62, dubbelhuis met witgekalkte straatgevel, gecementeerde plint met imitatiebreuksteen, muuropeningen met later ingebrachte I-profielen en fraaie paneeldeur met bovenlicht. Nummer 75, dubbelhuis achteruitspringend ten opzichte van de rooilijn, met kleurrijk materiaalgebruik van rode en zwarte baksteen voor tandfries, segmentboogstrekken en doorlopende druiplijst; gecementeerde plint in imitatiebreuksteen en groot rechthoekig uitstalraam rechts. Nummers 79, café "De Gouden Leeuw", geopend in het derde kwart van de 20ste eeuw na sluiting van de in 1906 geopende gelijknamige herberg in het (thans gerenoveerde) naastliggende pand nummer 77; witgeschilderd baksteenparement met overhoekse muizentandfries en recentere herbergramen. Nummers 130-132, samenstel van twee werkmanshuizen met houten kroonlijst op consoles en vlak afgedekte dakkapellen. Nummer 130 met muuropeningen onder ijzeren I-profiel met rozetbouten en segmentboogstrekken, deels gekleurde glas-in-loodinvulling en gecementeerde plint met schijnvoegen; annex met getrapte gevel, blind paneel en nieuwe poort onder betonnen latei. Nummer 132 met geelbakstenen banden en stenen van segmentboogstrekken, verlaagde muuropeningen en poort onder ijzeren I-profiel met rozetbouten. Nummer 137 met vernieuwd parement, muizentandfries en gewijzigde muuropeningen. Nummers 138-140-142 toegankelijk via steegje, met achterliggende bakstenen bijgebouwen met muuropeningen onder witgeschilderde lateien; nummer 140 met rondboognis in witgeschilderde en roodbakstenen omlijsting waarin heiligenbeeldje. Nummer 150, voormalig café "Het Stroomke", later "Het Nieuw Stroomke" en thans "Palermo", met witgeschilderd baksteenparement, tandfries en vergrote herbergramen. Nummer 156/ Ommegangsdreef, werkmanshuisje met houten kroonlijst op peerkraalvormige consoles, geschilderd baksteenparement met ingesneden voegwerk en muuropeningen onder latei. Nummer 161, haaks op de straat ingeplant, met witgeschilderd baksteenparement en rechthoekige muuropeningen. Nummers 170-172, vrijstaande tweewoonst met ondiepe voortuintjes; nummer 170 met muuropeningen onder betonnen lateien en segmentboogstrekken; nummer 172 gerenoveerd. Nummer 188 met roodbakstenen parement, rechthoekige muuropeningen in vlakgecementeerde omlijsting, verdiepte en getrapte inkom en aan weerszijden afsluitingsmuurtjes met fraai geajoureerde betonnen bovenbouw. Nummer 204 met roodbakstenen parement en lichtgeelbakstenen banden. Nummer 228 met kroonlijst op consoles, tandfries, siercementering in plint en muuropeningen onder lateien. Nummers 235-237-239-241-243-245, rijtje werkmanshuizen met al dan niet verharde voortuintjes, gebouwd in 1871 in opdracht van de Izegemse winkelier Auguste Hennekindt; nummer 241 met witgekalkt parement, gecementeerde en zwartgeschilderde plint, segmentboogopeningen (schuiframen) en luiken met figuratieve klemmen; nummer 243 met gecementeerd parement. Nummer 238/ Hulsveldedreef, voormalige herberg gebouwd in 1872 met witgeschilderd en deels gecementeerd parement, afgeschuinde hoektravee waarin inkom, vergrote herbergramen en recentere aanbouwen. Nummer 264, vrijstaand landarbeidershuis gebouwd in 1939 met laag ommuurde en verharde voortuin, muuropeningen (schuiframen) onder lateien en achterliggend bijgebouw. Nummer 303 met roodbruinbakstenen parement, lichtgeelbakstenen banden, gewijzigde muuropeningen en recentere aanbouw met autobergplaats.

Tevens eenlaagswoningen met gecementeerd en geschilderd parement. Nummer 52 met imitatiebanden, rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijsting en decoratieve sluitstenen. Nummer 60, samen met het naastliggende woonhuis gebouwd in 1851 en in de jaren 1920 voorzien van een achterliggend weverijgebouw; parement met siercementering, onder meer schijnvoegwerk, imitatiebreukstenen plint en paneelfries; diamantkopsluitstenen boven vernieuwde, rechthoekige muuropeningen; bewaarde luikduimen. Nummer 147/ Oude Paanderstraat, voormalige herberg gebouwd in 1865 met afgeschuinde hoektravee, waarin verdiepte en getrapte inkom. Nummer 223/ Paanderstraat, café "'t Fort", gebouwd in 1903 aan de overkant van de voormalige 18de-eeuwse herberg "Fort te Cnocke"; hoekpand met bewaarde kroonlijst op consoles, vergrote herbergramen en lage achteraanbouw.
Enkele doorsneerijhuizen van twee bouwlagen onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met straat) met al dan niet verankerd baksteenparement, daterend uit eind 19de - eerste kwart 20ste eeuw. Nummer 5, café "Heaven's door", met geschilderde lijstgevel, segmentboogopeningen, herbergraam onder ijzeren I-profiel met rozetbouten, natuurstenen trap (twee treden), gecementeerde zijgevel en naastliggend steegje. Nummer 17, daterend van 1881 met natuurstenen onderdorpels, segmentboogopeningen (onder meer blind bovenvenster) en groot benedenvenster onder ijzeren I-profiel met rozetbouten.

Nummers 66-68, twee breedhuizen van vier traveeën in spiegelbeeldschema, gebouwd in 1912 voor Mathilda Buyse; roodbruinbakstenen lijstgevels met segmentboogopeningen, onder meer gewijzigd voor inbreng van autobergplaatsen, natuurstenen plint, onderdorpels en trap (twee treden); boven deur van nummer 66, beglaasde gevelnis in geelbakstenen omlijsting met kruis op natuurstenen console waarin heiligenbeeldje. Nummers 102-108, woonhuizen gebouwd in de jaren 1930 met korfboogopeningen; nummer 2 met witgeschilderde bovenbouw en begane grond verbouwd tot winkelpui; nummer 104 met roodbakstenen parement en witbakstenen banden; nummer 106 met nieuw bakstenen parement; nummer 108, bouwvallig.

Nummers 112-120, eenheidsbebouwing van zes werkmanshuizen opgetrokken in 1935 in opdracht van koopman Henri Dubaere (zie nummers 59-61) met roodbakstenen lijstgevels, geelbakstenen vensterpenanten en plint met siercementering; nummer 118 met vernieuwd parement; nummers 118 en 120 met driedelig benedenvenster. Nummers 124, 126, 128, woonhuizen met siercementering in plint, muuropeningen met afgeschuinde hoeken (nummer 124), segment- (nummer 126) en korfboogopeningen (nummer 128); nummers 124 en 128 met tweede toegang; schuifraam van nummer 128 met gebogen tussendorpel en beglaasde deur met ijzeren hekwerk en korfbogig bovenlicht. Nummer 11 met beglaasde gevelnis in witgeschilderde omlijsting waarin beeldje van Heilige Familie. Nummer 53 met witgeschilderde rondboognis op natuurstenen sokkel waarin beeld van zittende Onze-Lieve-Vrouw met Kind.

Tevens 19de-eeuwse panden die in de jaren 1940-1950 - onder meer na oorlogsschade - herbouwd worden in typerende wederopbouwstijl met onder meer rood- of geelsierstenen parement en veelvuldig gebruik van natuursteen of simili voor onder meer plint, dorpels, omlijstingen, penanten en trap; onder meer nummers 45, 49-51. Nummer 15, woonhuis naar ontwerp van architect Raf Gellynck (Sint-Kruis) voor de weduwe van Leon Boone, beheerder van de weverij "La Meulebekoise" (zie Pittemstraat), die in 1927 in de Karel van Manderstraat een nieuwe textielfabriek opricht en na de vernieling van zijn herenhuis in 1940 naar de naastgelegen directeurswoning van de weverij verhuist (zie Karel van Manderstraat nummers 12-14). Nummer 95/ Oude Diksmuidse Boterweg, in oorsprong woonhuis gebouwd in 1903 voor koopman Jan D'Haeyere, verbouwd en uitgebreid in 1941 met achterliggende (thans verdwenen) maalderij voor handelaar Omer D'Haeyere. Nummer 158/ Ommegangsdreef, hoekpand onder schilddak (zwarte mechanische pannen) met breed overkragende kroonlijst, zij-erker en accent op centrale travee, zie dakvenster (oculus) onder geschoord haaks zadeldakje, eenvoudig balkon met buisleuning en verdiepte en getrapte inkom; zijtoegang met buisleuninghek en oudere bijgebouwen.

Tevens vervangende handels- en appartementsgebouwen tot drie bouwlagen en aanvullende, gekoppelde of vrijstaande eengezinwoningen daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw, onder meer geconcentreerd aan de Sperrenwijk. Enkele met late inslag van neoclassicistische stijl, onder meer nummer 73 daterend van 1949 met dakvenster onder driehoekige frontonbekroning en inkom tussen pilasters, en nummer 57, witgeschilderde villa in omhaagde tuin daterend van 1957. Nummer 121 met late inslag van cottagestijl, daterend van 1968 en gesigneerd in muurtje "VERGOTE F./ MEULEBEKE". Nummer 121, villa gebouwd in 1960 met zij-uitbouw waarin beglaasde rondboognis met Onze-Lieve-Vrouwebeeldje. Nummer 230, met gelijkaardige gevelkapel in top van puntgevel.
Nummer 90, politiekantoor, sober eind 20ste-eeuws eenlaagscomplex onder steile bedaking (zwarte mechanische pannen) met parement van licht- en donkerbruine (plint) baksteen en inspringende inkomtraveeën.

Nummer 93, recent vrijstaand bedrijfsgebouw onder plat dak met toegang geaccentueerd door middel van laag oplopend trappenbordes en doorgetrokken beglazing.

Langsheen de weg, enkele vrijstaande electriciteitscabines. Op de hoek met de Oude Paanderstraat, bakstenen cabine onder plat dak met gecementeerde plint en toegang in vlakgecementeerde omlijsting. Rechts van nummer 263, cabine gebouwd in 1957 onder overkragend leien schilddak met witbakstenen parement, zwartbakstenen plint en getraliede venstertjes.

Enkele betonnen brugjes, onder meer met buisleuning over de Citroenbeek, en klein brugje over de gracht aan de zuidwestzijde van de weg met inscriptie "GEERT V. 28-6-83".

  • Gemeentearchief Meulebeke, Bouwaanvragen, 1946/weduwe Leon Boone.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 1 en 2, 1846/7, 1851/93, 1865/13, 1867/23, 1872/13, 1872/14, 1874/18, 1876/14, 1881/11, 1884/13, 1894/27, 1902/17, 1903/41, 1903/65, 1904/25, 1905/13, 1906/27, 1907/83, 1907/124, 1908/20, 1913/48, 1929/110, 1929/128, 1929/159, 1929/170, 1930/24, 1932/24, 1933/34, 1935/50, 1937/42, 1937/56, 1939/26, 1941/40, 1941/42, 1945/42, 1950/27, 1950/53, 1951/67, 1951/115, 1954/77, 1956/68, 1957/66, 1960/79, 1963/48, 1964/86, 1966/67, 1968/66, 1987/24, 2004/4.
  • BAERT G., Tentoonstelling Meulebeke textielgemeente, brochure, Meulebeke, 1989, p. 47, 50-51.
  • BAERT G., Van aubergien, lantsherberghskens en brandewijnhuysen te Meulebeke, in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 4, 1987, p. 17, 70-73, 75-79, 81-82, 85-89, 91-93, 96-98, 100, 103-107, 109-112.
  • BOUCKHUYT L., De kapellekensbaan, een inventaris van de Meulebeekse veldkapellen, Meulebeke, 1994, p. 162.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel III, Brugge, 1923, kolom 281, 744.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel IV, Brugge, 1924, kolom 233.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel VIII, Brugge, 1928, kolom 413.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XI, Brugge, 1930, kolom 1017.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XV, Brugge, 1934, kolom 65-66.
  • DELANGHE M., Een strop van een jongen, Een mensenleven op het einde van de 18de eeuw, in De Roede van Tielt, jg. 32, p. 83.
  • DENDOOVEN L., Dit is West-Vlaanderen. Steden, gemeenten, bevolking, 1960, p. 1103, 1105.
  • DENEWET L.; GOEMINNE L., Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's Vlaams tijdschrift voor molinologie, jg. 22, nummer 3-4, 1994, p. 267.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 22-23, 70, 96, 103, 133, 147, 154, 156-157, 164, 215, 226, 241-243.
  • HOUTHOOFD G.; DENEWET L.; BAERT G., De windmolens van Meulebeke, Meulebeke, 1994, p. 18-19.
  • MAES F., Toponymie van Meulebeke t.e.m. 1700, onuitgegeven licentiaatverhandeling, Universiteit Gent, 1998-1999, p. 16, 39-40, 60, 63, 69, 78, 89-90.
  • Onze vlasvezelbereidingsnijverheid. Jaarboek 1941. Textielcentrale, Kortrijk, 1941, p. 13, 263.
  • VANNESTE H., Het andere Meulebeke, Een getekende terugblik, Meulebeke, 2007, p. 39-40.
  • VANNESTE H., Meulebeke, in HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 96.

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning met poortgebouw

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis met café

  • Omvat
    Burgerhuis met smidse

  • Omvat
    Herenhuis gedateerd 1908

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes

  • Omvat
    Laat-classicistisch burgerhuis

  • Omvat
    Laat-classicistisch burgerhuis

  • Omvat
    N.V. Dubaere

  • Omvat
    Notariswoning in neoclassicistische stijl

  • Omvat
    Tuin met lourdesgrot

  • Omvat
    Wegkruis

  • Omvat
    Wegpaaltje

  • Is deel van
    Meulebeke

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oostrozebekestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12668 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.