Geografisch thema

Paanderstraat

ID
12675
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12675

Beschrijving

Lange weg vanaf de oostzijde van de Oostrozebekestraat ter hoogte van het kruispunt met de Hulsveldedreef of de wijk "Forten", met oostwaarts verloop en zuidwaartse knik tot aan de grens met Oostrozebeke, alwaar verdergezet als Vijverstraat. Loopt doorheen het gehucht "de Paanders", gelegen in het zuidoosten van Meulebeke en uitgegroeid tot kerkdorp dat fungeert als zelfstandige parochie met basisvoorzieningen als onder meer kleuter- en lager onderwijs.

Het tracé van de weg volgt de langwerpige, west-oost georiënteerde heuvelrug van Hulsvelde tot Ketelberg of "'t Hooge", gekenmerkt door grindrijke en moeilijk ontginbare grond, waar bosrestanten lange tijd stand hebben gehouden. De vondst van neolithische silexartefacten op de Ketelberg wijst wellicht op de oudste nederzetting in Meulebeke.

Het gehucht de Paanders, voor het eerst vermeld als "den paender" in 1572, beslaat grosso modo het grondgebied van de voormalige heerlijkheid "Ryckaertscheure", voor het eerst vermeld in 1454, met uitlopers in Oostrozebeke en Ingelmunster, afhankelijk van de baronie Ingelmunster en met eigen schepenbank en schepenhuis gelegen ten noordoosten van de Oostrozebekestraat, op een perceel dat zich uitstrekt tot aan de huidige wijk Bloemenhove. Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 weergave van de weg, waarvan het westelijke deel tot aan de huidige Hondekerkhofstraat vermeld is als "panderstraete" en het oostelijke deel als "straete van mullebeke naer Wacken", met verspreide landelijke bebouwing, onder meer "een behuysde erfve ghenaemt den pandere" op de oostelijke hoek met de huidige Wolvenstraat, tevens herberg die gesloten wordt in de 19de eeuw. Op de oostelijke hoek met de Hondekerkhofstraat bevindt zich de "Pandercoorenmuellene" of "Paandermolen", een staakmolen op torenkot, opgericht in 1643 (afb.). Tevens bevinden zich aan de zuidwestzijde van de weg het "Hulstbos" en aan de kruising met de huidige Landegemstraat, het akkerland "De Drije Conte", vermoedelijk van dezelfde eigenaar als de gelijknamige herberg (zie Bruggesteenweg).

Op de Ferrariskaart (1770-1778) weergave van de door bomen omzoomde weg met verspreide hoevebebouwing met losstaande bestanddelen, de "Paender Meulen" en bossen nabij Hulsvelde en "Ketelbergh". In deze periode bevindt zich aan de oostzijde van de Paandermolen herberg "'t Scaeck", later "den Cleenen Paender" genoemd.

Einde 18de - begin 19de eeuw worden nog twee molens langs de Paanderstraat opgericht, met name de "tweede Paandermolen", een houten graan- en oliewindmolen ook gekend als "Stampkotmolen", "Vanwassenhoves molen" of "Braets molen", gelegen op de westelijke hoek met de Hondekerkhofstraat en afgebroken in 1902 door de molenbouwers Coussée in opdracht van eigenaar Pieter Braet, en de "derde Paandermolen" of "Tijtgats molen", een stenen graan- en oliewindmolen aan de zuidzijde van de weg tegenover de Hondekerkhofstraat, reeds in 1870 afgebroken.
De drie molens en de meer toegenomen landelijke bebouwing worden weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1846), waar de "Paenderstraet" ook omschreven staat als "weg van de plaets gezegd het Fort naer de Genaemde Roosbeekvijvers, doorloopende het gehucht genaemd de Paenders", met aan de zuidoostzijde "Den Vogelzang Cabaret" op het grondgebied van Oostrozebeke.

Op de kaart van het Dépôt de la Guerre van 1876 worden langsheen de weg drie kapellen en twee calvariekruisen weergegeven, net als "Cabaret Paenders Schot".

Reeds in 1804 vermeldt men het bestaan van een private school in de Paanders en in 1820 is er een vrije school die door seculiere onderwijzeressen wordt bestuurd. In 1844 wordt op initiatief van pastoor David Verbeke een "leer- en speldewerkschool" opgericht, die in 1847 door de gemeente aangenomen wordt en tot in het begin van de 20ste eeuw blijft bestaan. In 1866 wordt de school overgenomen door de Zusters van Liefde van Heule, die het gebouw in de tweede helft van de 19de eeuw uitbreiden.

In 1880 vraagt de bevoegde minister te zorgen voor een gemeenteschool op de Paanders, doch de gemeente is van oordeel dat er genoeg scholen zijn, gelet op de leegloop in de gemeenteschool van Marialoop (zie Marialoopplaats, Marialoopsteenweg).

Op het einde van de 19de eeuw komt de wijk de Paanders tot bloei met onder meer de "Tabaksommegang" en de vanaf 1893 ingerichte paardenrennen. Langsheen de Paanderstraat worden vele herbergen uitgebaat; gekende 19de-eeuwse herbergen zijn onder meer "Keizer" later gekend als "De Koorenbloem", "In den Maendag", "Drinkhuis", "De Groende Linde", "De Landsman", "De Meibosch", "Het Nieuw Rooseken" vernield op het einde van de Eerste Wereldoorlog, "De Ouden Paender", "De Smisse" en "De Zagerij"; 20ste-eeuwse herbergen zijn onder meer "De Panders", "De Roose" en "De Beenhouwerij"; de meeste uitbatingen zijn in de loop der tijd gesloten en al dan niet gesloopt.

In het begin van de 20ste eeuw wordt het schoolcomplex verder uitgebreid. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de congregatie vanuit de Oostrozebekestraat gedeeltelijk naar hier overgebracht, waarbij een jongenspatronaat wordt opgericht.

Tijdens de "strijd om Meulebeke" in oktober 1918 hebben zware gevechten plaats bij de Paanders, waar de Duitsers verschillende mitrailleursnesten installeren. Hierbij wordt de Paandermolen vernield, die in 1920 wordt afgebroken en door een mechanische maalderij vervangen (zie nummer 113).
In 1937 wordt het bestuur van de school, tot dan waargenomen door de Zusters van Liefde van Heule, toevertrouwd aan de Zusters van het Geloof uit Tielt.

In een studie van 1941 met betrekking tot de vlasvezelbereidingsnijverheid in Vlaanderen worden in het gehucht de Paanders enkele vlasverwerkers geregistreerd, onder meer Jules Belaen, Kamiel en Gerard Pauwels, Adiel Bossuyt en Georges Desmedt (zie nummer 9).

In mei 1940 wordt een deel van de Belgische troepen in Meulebeke gehuisvest, met onder meer batterijen op de wijk de Paanders. Bij de bevrijding op 8 september 1944 biedt de Duitse bezetter van hieruit weerstand, waarbij het klooster van de Zusters van het Geloof gedurende twee dagen in de vuurlinie ligt.

In 1946 wordt het schoolcomplex uitgebreid met een schoolkapel, die op initiatief van Eerwaarde Heer Goethals van een westtorentje voorzien wordt, waarna ze als kerk, toegewijd aan het "Onbevlekt Hart van Maria", in gebruik wordt genomen. Op 24 januari 1956 wordt de Paanders erkend als vierde en laatste parochie op Meulebeeks grondgebied, waarbij een stukje van de parochie Marialoop wordt overgeheveld; de eerste pastoor is Jules Tolpe. In hetzelfde jaar wordt een kerkhof langsheen de Wolvenstraat aangelegd. In juni 1968 wordt de speelplaats van de school omgevormd tot parochiezaal. Eind jaren 1970 vestigt Freddy Verhelst de textieldrukkerij "Lean Flock" in de straat, na opsplitsing van het zeefdrukatelier opgericht door Marc Dejonghe; vanaf 1984 deel van de "P.V.B.A. Dejonghe & Verhelst" (zie Karel van Manderstraat nummers 12-14, Oostrozebekestraat).

Vanaf 1994 behoort de Paanders tot de "parochiefederatie Meulebeke" en in 2005 doen de Zusters van het Geloof afstand van de lagere meisjesschool.

Woon- en agrarische functie, onder meer enkele grootschalige tuinbouwbedrijven; school-, klooster- en kerkgebouw.

Oostelijk deel vanaf het kruispunt met de Landegemstraat meer aansluitend bij het landelijke gebied met verspreide hoeves gekenmerkt door losstaande, veelal 19de- en 20ste-eeuwse, verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldak, waarvan enkele gelegen zijn op een oudere site die weergegeven wordt in het 17de-eeuwse landboek. Nummer 104, achteringelegen hoeve waarvan het woonhuis in 1872 vergroot wordt en het kadaster in de jaren 1950 een uitbreiding van alle hoevegebouwen registreert. Erf met kasseibestrating, asfaltering en centraal grasperk, waarrond U-vormige opstelling van gecementeerde en witgeschilderde gebouwen. Aan oostzijde, vernieuwd woonhuis; aan noordzijde, schuurstalvleugel onder zadeldak (Vlaamse pannen) met tweedelige staldeuren, metalen schuifpoort en laaddeuren; aan zuidzijde, bijgebouwen onder golfplaten bedaking, onder meer voormalige ast met verluchtingsgaten voorzien van schuifluiken.

Nummer 5, hoeve waarvan het woonhuis, bijgebouw en bakhuis op de Atlas der Buurtwegen weergegeven worden, in de jaren 1940 aangepast en met nieuw bijgebouw aan de oostzijde na afbraak van het bakhuis. Toegang naar omhaagd erf via oprit en recente bakstenen pijlers; gerenoveerd woonhuis en stal met muuropeningen onder betonnen lateien en recente aanbouw. Nummers 29 en 31, achteringelegen, gerenoveerde voormalige hoeves; nummer 31 niet zichtbaar van op de openbare weg, met ijzeren hek en als grote tuin heraangelegd erf. Nummer 66, achteringelegen hoeve met verbouwd woonhuis en aangebouwde, deels gecementeerde schuurstalvleugel waarvan zijgevel met asemgaten en lege mijternis in betegelde omlijsting met kruis. Nummer 121, tuinbouwbedrijf met nieuw woonhuis, omhaagde tuin, haakse, witgekalkte dwarsschuur onder golfplaten zadeldak en recent bedrijfsgebouw. Aan oprit van nummer 27, bakstenen pijler met lege rondboognis.

Nummer 7, woonhuis gebouwd in 1951 bij de naastliggende hoeve (zie nummer 9), later opgesplitst; dubbelhuis van twee bouwlagen met roodbakstenen lijstgevel, rechthoekige muuropeningen in simili-omlijsting en deur onder rechte luifel met rechthoekig boven- en zijlicht waarin gekleurde glas-in-loodinvulling. Recentere naast- en achterliggende bijgebouwen, onder meer autobergplaats met beglaasd muurkapelletje waarin Onze-Lieve-Vrouwebeeldje.

Restanten van 19de- en begin 20ste-eeuwse eenlaagsbebouwing - onder meer enkele voormalige herbergen - onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met straat), veelal gerenoveerd of verbouwd met nieuw parement, dakvlakvensters of -kapellen en gewijzige muuropeningen, onder meer nummers 16-18-20-22. Nummer 20 met muurankers, betegelde onderdorpels en getoogde openingen onder strek. Nummers 19-21 met omhaagde voortuin en recentere bijgebouwen; nummer 21 met witgekalkte en verankerde zijgevel met vlechtingen en rondbogig zoldervenster onder dito druiplijstje. Nummer 23 met recente autobergplaats en straatgevel met mijternis, waarin beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind. Nummer 40, dubbelhuis met verharde voortuin voorzien van lage bakstenen ommuring met buisleuning en ijzeren toegangshek; achterliggend bijgebouw met muurkapelletje en voorgeplaatst, vrijstaand Onze-Lieve-Vrouwebeeld. Nummer 41 met gecementeerde plint, muuropeningen onder granito latei en segmentboogstrek, nieuw geïncorporeerde autobergplaats en achterliggend bijgebouw dat verhoogd is onder plat dak. Nummer 45 met gecementeerde plint, sierankers, geelbakstenen band en tandfries, verlaagde muuropeningen en rondboogvenster in zijgevel; verbouwde achtergevel.

Nummer 50 met witgekalkt baksteenparement, gepekte plint, rechthoekige muuropeningen, getoogde deur en laadluikje in zijgevel. Nummer 52 met vernieuwd parement onder zadeldak van Vlaamse pannen. Nummer 64 met gecementeerde plint voorzien van schijnvoegen, gewijzigd venster en achterliggende bijgebouwen met tandfries onder pannen mansarde- en zadeldak. Nummer 85, achteruitspringend, haaks op de weg ingeplant woonhuis onder pannen mansardedak met gewijzigde en gedichte openingen en recente uitbouw met inkom. Nummer 132, dubbelhuis met tandfries, gecementeerde plint met schijnvoegen, natuurstenen onderdorpels, segmentboogopeningen onder strek en recentere aanbouw onder lessenaardak. Nummer 135, witgekalkt woonhuis met zwartgeschilderde plint, dito muurankers, vernieuwde muuropeningen onder houten latei, nieuwe luiken en achterliggend bijgebouwtje.

Aanvullende, vrijstaande of gekoppelde eengezinswoningen daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw, onder meer met typerend gebruik van zwarte baksteen voor plint en deuromlijsting. Tevens enkele woonhuizen in bungalowstijl met licht hellend, breed overkragend leien zadeldak, onder meer nummers 94 en 142, laatstgenoemde naar ontwerp (1966) van architect Marcel Lambrecht (Meulebeke).

Nummer 92 naar ontwerp (1976) van architect J. Waelkens (Meulebeke); woonhuis met roodbakstenen parement, rechthoekige muuropeningen en geïncorporeerde autobergplaats op rechthoekig grondplan gedomineerd door leien schilddak met overkraging op houten consoles en pijlers.
Nummer 11 naar ontwerp (1994) van architectenbureau Buro II (Roeselare). Woonhuis onder breed, overkragend zadeldak (daktegels) met witgeschilderd baksteenparement, grote, rechthoekige muuropeningen waarin aluminium schrijnwerk, geïncorporeerde autobergplaats en ingewerkt balkon in zijgevel; aangelegde en omhaagde tuin met bomen. Aan oostzijde, bedrijfsgebouw met recent kantoorgebouw en voorliggend weiland. Nummer 54 naar ontwerp (1992) van architect Joan Devolder (Meulebeke); woonhuis in grijze betonsteen met eenlagig centraal volume onder plat dak, waarin inkom tussen verticale zijlichten en afgeronde muur; tot twee bouwlagen opgetrokken flankerende volumes onder afhellende bedaking, rechts met geïncorporeerde autobergplaats, links met robuust balkon.

  • Gemeentearchief Meulebeke, Bouwaanvragen, 1966/13, 1976/108, 1992/85, 1994/88.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 2, 1878/108, 1951/72, 1955/98, 1956/63, 1967/92, 1968/71, 1978/41, 1995/82, 1998/57.
  • BAERT G., Tentoonstelling Meulebeke textielgemeente, brochure, Meulebeke, 1989, p. 50.
  • BAERT G., Van aubergien, lantsherberghskens en brandewijnhuysen te Meulebeke, in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 4, 1987, p. 71, 76, 79, 87-90, 92, 96, 99, 103, 111.
  • BOUCKHUYT L., De kapellekensbaan, een inventaris van de Meulebeekse veldkapellen, Meulebeke, 1994, p. 85-100, 163-164.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel VII, Brugge, 1927, kolom 677-678.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XII, Brugge, 1931, kolom 290-292.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XIII, Brugge, 1932, kolom 1069.
  • DELANGHE M., Een strop van een jongen, Een mensenleven op het einde van de 18de eeuw, in De Roede van Tielt, jg. 32, p. 68, 70-71, 74, 83.
  • DENEWET L.; GOEMINNE L., Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's Vlaams tijdschrift voor molinologie, jg. 22, nummer 3-4, 1994, p. 263-266.
  • DEVELTERE F., Luitenant Ernst Potthoff, enige Duitser op het Meulebeeks Kerkhof. De Bevrijding van Meulebeke, oktober 1918, in De Roede van Tielt, jg. 37, nummer 4, 2006, p. 213, 219, 227.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 147, 241-244, 252, 255.
  • HOUTHOOFD G.; DENEWET L.; BAERT G., De windmolens van Meulebeke, Meulebeke, 1994, p. 17-18, 25-26.
  • Hulstveldepad, brochure wandelroutes, Meulebeke, 1979, p. 5.
  • MAES F., Toponymie van Meulebeke t.e.m. 1700, onuitgegeven licentiaatverhandeling, Universiteit Gent, 1998-1999, p. 10, 17, 34, 45-46, 62, 76, 93, 117-118.
  • Onze vlasvezelbereidingsnijverheid. Jaarboek 1941. Textielcentrale, Kortrijk, 1941, p. 13, 261-263.
  • Paanderspad, brochure wandelroutes, Meulebeke, 1991, p. 2-3.
  • VANNESTE H., Meulebeke, in HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 97-98.
  • VANRENTERGHEM B., De Congregatie van de Zusters van 't Geloof, Bakermat in Tielt, verspreiding en evolutie, onuitgegeven studie, 2000-2001.
  • VERSCHUERE P., De Zusters van 't Geloove, Tielt, 1941, p. 143-145.
  • Westvlaamse Windmolens, in Curiosa, jg. 43, 2005, p. 24-26.

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Chicorei-ast en maalderij

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Herberg den Cleenen Paender

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve met mechanische zwingelarij

  • Omvat
    Kapel van Maria Troosteres der Bedrukten

  • Omvat
    Kapel van Onze-Lieve-Vrouw Troost in Nood

  • Omvat
    Kerk van het Onbevlekt Hart van Maria

  • Omvat
    Kruisbeeld

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouwekapel

  • Omvat
    Pijlerkapel Sint-Antonius

  • Omvat
    Wegkruis

  • Is deel van
    Meulebeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Paanderstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12675 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.