Geografisch thema

Vossekotstraat

ID
12709
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12709

Beschrijving

Straat in de noordoostelijke hoek van de gemeente, vanaf de Marialoopplaats - Steenovenstraat met sterk kronkelend oostwaarts verloop tot aan de grens met Tielt, alwaar verdergezet als Reperstraat. Zogenaamd naar de thans verdwenen herberg "Het Vossekot" gelegen op de zuidelijke hoek van de Marialoopplaats en de huidige Processieweg, in de 17de eeuw gekend als "Te Hans Van Ackere" en in het begin van de 20ste eeuw gesloopt (zie Marialoopplaats nummer 40).

Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt de weg met verspreide, landelijke bebouwing weergegeven en vermeld als "straete van Maerloope naer den Abelboom", dan nog verbonden met de Lostraat door de zuidwaarts lopende "straete van de vierschaere van Loo naer Maerloope". De vierschaar van de heerlijkheid "Loo-Croovelde" is eertijds op de westelijke hoek met de Lostraat gelegen (zie Lostraat).

Op de Atlas der Buurtwegen (1846) onder huidige benaming gekend, ook omschreven als "weg van aen d' herberg genaemd het Vossekot naer d' hoeve Vandermeulen", met de haakse, noordwaarts lopende landweg "Kraekelingweg". In de 19de en de 20ste eeuw worden in de straat enkele herbergen uitgebaat, onder meer "De Nieuwe Klokke" later gekend als "De Zalm/Le Saumon", "De Rooster/La Grille" (zie nummers 2-4), "Marialoop", "De Wagenmakerij", "Sint-Elooi", "De Spiegel", "'t Voske" en "Breugel"; de meeste uitbatingen zijn in de loop der tijd stopgezet.

Na het wegtrekken van de Duitse soldaten op het einde van de Eerste Wereldoorlog kampeert de Franse cavallerie te Marialoop, onder meer op de hoeve Bekaert in de Vossekotstraat.

Woon- en agrarische functie. Oostelijk straatdeel aansluitende bij het landelijke gebied met hoeves gekenmerkt door 18de, 19de- en 20ste-eeuwse losstaande, verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldak.

Nummer 29, achteringelegen hoeve vlak aan de grens met Tielt, waarvan het beboomde erf met een gebouw reeds op een kaart bij het landboek van 1654-1656 weergegeven wordt, uitgebreid tot twee parallelle volumes op de Ferrariskaart (1770-1778) en met bijkomende kleine nutsgebouwen op het primitief kadasterplan (circa 1830), waar als toenmalige eigenaar ridder Pieter Clemmen uit Gent wordt geregistreerd. In de jaren 1990 omgevormd tot paardenstoeterij, waarbij het oude woonhuis gesloopt wordt voor een grote woonst met ontvangstruimte en burelen naar ontwerp (1995) van architectenbureau Allaert en Lanssens (Kortrijk) die tevens de schuur renoveert. Als siertuin heraangelegd, omhaagd erf met deels door bomen omzoomde toegangsdreef, voorliggende boomgaard, losse verharding, grasperken met onder meer bronzen beeld van steigerend paard en achteringelegen waterpartij. Grote, gerenoveerde schuurstalvleugel; geschilderde en verankerde baksteenbouw onder zadeldak (daktegels) met asemgaten, vierkante stalvensters, tweedelige staldeuren en korfboogpoorten, waarvan één deels gedicht met nieuwe, lagere poort; voorliggende gekasseide stoep. Parallel ten noorden ervan, recent, langgestrekt complex van woonhuis, ontvangstruimte en burelen; geschilderde baksteenbouw van anderhalve bouwlaag onder zadeldak (daktegels) met opengewerkte bovenbouw en gevelelementen in sierbeton. Ten zuidwesten ervan, half ondergrondse en overgroeide bakstenen aardappelkelder met segmentboogtoegang onder dito druiplijst. Nummer 21, hoeve met nieuw woonhuis daterend van 1941, waarvan erf met bakstenen bijgebouwen omgeven door open, witgeschilderde betonnen afsluiting, toegankelijk via ijzeren hek tussen betonnen pijlers. Aan de straat gelegen woonhuis met voortuin omheind door laag bakstenen muurtje met buisleuning; dubbelhuis onder zadeldak (geglazuurde mechanische pannen) met straatschermgevel uitlopende op hoeksteunberen; centrale travee benadrukt door breed dakvenster en verdiepte en getrapte rondbooginkom met deur en afgeronde zijlichten.

In westelijk straatdeel, onderbroken 19de- en 20ste-eeuwse rijbebouwing van een à twee bouwlagen onder pannen zadel- of mansardedaken (nok evenwijdig met straat) aansluitende bij de bebouwing in het centrum van het gehucht Marialoop.
Restanten van 19de- en 20ste-eeuwse eenlaagswoningen, onder meer enkele voormalige herbergen, thans veelal gerenoveerd of verbouwd, onder meer nummers 36-38.

Nummers 32-34, gerenoveerde enkelhuizen van anderhalve bouwlaag met laag ommuurde voortuintjes, siercementering in plint (nummer 34) en segmentboogopeningen onder strek; nummer 32 met vernieuwd parement. Nummers 14-16, woonhuizen met neoclassicistische inslag; roodbakstenen lijstgevel verlevendigd door zwartbakstenen getrapte fries, banden en omlijstingen van segmentboogvensters; natuurstenen onderdorpels; nummer 16 met recent verbouwde begane grond.

Aanvullende, eenvoudige interbellumbebouwing. Nummers 7-9, enkelhuizen in spiegelbeeldschema met verzorgd geelbruinbakstenen parement en verdiepte en getrapte inkom. Nummer 18, half vrijstaand enkelhuis met witgeschilderde bakstenen lijstgevel, muuropeningen onder ijzeren I-profielen met rozetbouten en geschilderd houtwerk van schuif- en T-ramen; haakse, witgekalkte achterbouw van twee bouwlagen onder pannen zadeldak met spitsbogige gevelnis met kruis.

Nummer 8, café "'t Voske", uitbating geopend in 1977; in oorsprong breedhuis van twee bouwlagen onder pannen mansardedak met gecementeerde, van schijnvoegwerk en muurankers voorziene zijgevel, in het derde kwart van de 20ste eeuw verbouwd en verhoogd met breed dakvenster, gesigneerd boven plint "W. AMEYE/ BOUWK. TIELT".

Tevens enkele vrijstaande eengezinswoningen daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw.

  • Gemeentearchief Meulebeke, Bouwaanvragen, 1995/41, 1996/52.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 2, 1941/38, 1955/76, 1998/46.
  • BAERT G., Van aubergien, lantsherberghskens en brandewijnhuysen te Meulebeke, in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 4, 1987, p. 72, 93, 99, 102-103, 110-111.
  • BOUCKHUYT L., De kapellekensbaan, een inventaris van de Meulebeekse veldkapellen, Meulebeke, 1994, p. 168-169.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XVI, Brugge, 1935, kolom 778.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 238.
  • VANNESTE H., Meulebeke, in HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 106.

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Dorpswoning in neoclassicistische stijl

  • Omvat
    Gietijzeren wegkruis

  • Omvat
    Herberg

  • Omvat
    Herbergen De Rooster/la Grille en Sint-Elooi

  • Omvat
    Hoeve

  • Is deel van
    Meulebeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vossekotstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12709 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.