Smalle korte straat ten oosten van de kerk tussen de Markt en de Verlovestraat met in- en uitspringende rooilijn. Wordt verder gezet als de Poekevoetweg (zie infra) waarmee de straat vroeger één geheel vormde. De straat is gedeeltelijk opgenomen, met de nummers 1, 2, 3, 5 en 7 binnen de uitbreiding van het beschermde dorpsgezicht van Ruiselede, beschermd bij K.B. van 08/04/1981, uitgebreid bij M.B. van 12/02/1999.
Straat genoemd naar de Vlaamse dichter en toneelschrijver Albrecht Rodenbach (1856-1880), die aan het kleinseminarie te Roeselare les krijgt van Hugo Verriest en G.H. Flamen, onderpastoor van Ruiselede. Is vanaf 1875 de hoofdfiguur van de Blauwvoeterij en heeft een grote invloed op de Vlaamse beweging. Studeert in 1876 rechten te Leuven waar hij de Algemene Studentenbond opricht. Rodenbach komt zijn goede vriend Flamen, die dan in deze straat woont, vaak opzoeken.
De straat staat afgebeeld op de "Grenskaart tussen de kasselrijen Kortrijk en de Oudburg" van 1627, geschilderd door landmeter Lodewijk de Bersacques. Op een "Plan figuratif van het dorp of plaets van Ruysselede" van 1785 zijn nummers 1-3, 2, 5, 7, 12-14 en 13 als vrijstaande volumes getekend. Oorspronkelijk een voetweg, op de Atlas der Buurtwegen (1842) als "Sentier de Ruysselede à Poucques" of "Poucques Voetweg" aangeduid. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw volbouwen van de vrij gebleven ruimte. De zijstraten, de Verlovestraat en Nieuwstraat, zijn aangelegd respectievelijk in 1922 en 1925.
Woonstraat met aan de noordzijde aaneengesloten bebouwing bestaande uit burgerhuizen van één of twee bouwlagen onder zadeldaken daterend uit eind 18de-begin 19de eeuw. Op de hoek met de Nieuwstraat nummers 2-6 wordt volgens kadastergegevens circa 1872 in opdracht van Bruno Hoste uit Eeklo de eenheidsbebouwing bestaande uit een hoekhuis en aanpalende huizen (vijf en vier huizen) gerealiseerd. In de loop der tijd worden huizen samengevoegd en/ of voorzien van een nieuwe gevel en muuropeningen verbouwd. Verankerde bruine baksteenbouw van twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), afgewolfd op de hoek. Grijsbeschilderde plint, fijne waterlijst en blanco fries. Rechthoekige muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk, sommige met bepleisterde omlijstingen.
Enkele hoekpanden met afgeschuinde travee (nummers 6-10, 9-11, nummer 15) wijzen op de vroegere handelsfunctie (winkels, herbergen) die tegenwoordig volledig is weggevallen.
- Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Archiefnr. W/01558.
- Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen, 1509.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1872/3.
- BRAET M., Verklaring van de Ruiseleedse straatnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 23, nr. 1, 2006, p. 7.
- DEPREDOMME J., Ruiseleedse gebouwen en plaatsnamen op de Grenskaart van 1627, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 2, nr. 2, 1985, p. 87-92.