Licht bochtige weg tussen de Wingenesteenweg en de Bruggesteenweg, hoofdstraat van de parochie Doomkerke. De straat kruist (van zuid naar noord) de Pachtebeek en de bovenloop van de Wantebeek. Volgens De Flou is er al in 1457 sprake van de "brantstrate". De naam komt voor in 16de-eeuwse renteboeken. In het renteboek van 1686 van de heerlijkheid Sint-Pieters-Schalklede geschreven als "brant straete". De naam heeft te maken met het steken van turf, eeuwen geleden in gebruik als brandstof. De putten worden later vijvers, zo is er sprake van een laag gelegen weide met de naam "brantvivere".
Op de Ferrariskaart (1770-1778) is de weg als dreef getekend waarlangs enkele hoeves, vooral in het gedeelte tussen de Wingenesteenweg en de "Haantjeshoek" op het kruispunt met de Haantjes- en de Hamerstraat. De weg slingert zich verder noordwaarts door bos-, heide- en moerasgebied. Op de kaart staat in dit wegdeel enkel de hoeve zie nummer 16 aangeduid. Het gehucht "'t Haantje" is op Ferraris als "Haentienhoeck" geschreven.
Een verklaring voor deze naam ligt wellicht in de aanwezigheid van hoenderachtigen op het heidegebied en de daarmee gepaard gaande hanengevechten.
De naam verwijst zowel naar de wijk als naar de aloude, in 1930 verdwenen herberg (op de plaats van het huidige nummer 11). Meerdere vermeldingen in de loop van de 17de eeuw, de oudst gekende als "Het Haentij" dateert van 1619. In het renteboek van 1686 van de Gentse Sint-Pietersabdij, grootgrondbezitter in Ruiselede, staat de herberg vermeld als een enclave van de heerlijkheid Poeke. In het landboek van Ruiselede van 1699 beschreven als "eene aude herberge genaempt het aentien betemmert".
Langs de straat bevinden zich het z.g. Disveld en Mostveld. Op de Atlas der Buurtwegen (1842) vormt de straat één geheel met de Smisseweg en staat beschreven als "Chemin du hameau het Zwijntje par la forge Vandewalle à l'endroit dit Dischveld" of "Brand Straet" en ook "Smisse Weg".
De situatie langs de Brandstraat wijzigt ingrijpend wanneer op initiatief van pastoor Carolus Doom in 1857 op het gehucht een school wordt gesticht waar de zusters Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën van Ruiselede les komen geven. Dit geeft de aanzet tot het ontstaan van een nieuwe leefgemeenschap. Voor de toenemende schoolbevolking wordt in 1864 zo'n 300 m ten noorden van de Haantjeshoek een school met klooster (zie nummers 24-26) gebouwd. Quasi gelijktijdig geeft pastoor Doom de opdracht een *kerk (1864-1865) in neogotische stijl (een "kathedraal te lande") en een pastorie (1864) te bouwen. Vrij snel ontstaat de naam Doomkerke hoewel de oude wijknaam 't Haantje blijft voortbestaan.
Belangrijke sponsor is de Brugse familie Gilliodts, grootgrondbezitter, die de grond voor de bouw van school, kerk met kerkhof en pastorij schenkt en tevens de kleigrond voor het ter plaatse bakken van stenen. Deze klei wordt ontgonnen achter de pastorie en de hoeve nummer 16. De lager gelegen meers aldaar getuigt nog van die ontginning. Tussen 1864 en 1903 gebruikt men een buitenoven op het terrein voor het bakken van de bakstenen. De stenen worden eveneens gebruikt voor het bouwen van huizen rond de kerk wat in belangrijke mate het uitzicht van de dorpskern bepaalt.
Ook de familie Caïmo-Dewilde die hier grond verwerft door het opkopen van zwart goed na de Franse Revolutie, treedt op als verkoper van die grond (al dan niet met nieuw gebouwde huizen).
In dezelfde periode (circa 1867) verbouwt de familie De Roo, eveneens grootgrondbezitter op Doomkerke, iets verderop een huis met hoeve tot buitenverblijf (zie nummers 91-93) opnieuw met gebruik van de lokale baksteen.
Langs de weg staan indertijd een twintigtal herbergen, onder meer zie nummer 6. Ter hoogte van nummer 4 op de hoek met de Haantjesstraat zijn naast elkaar twee herbergen actief, tot 1925 "'t Peerdeke" en "'t Nieuw Haentje" (vermeld in 1875). Tegenwoordig zijn de herbergen afgebroken of in gebruik als woonhuis.
Oostzijde van de Brandstraat tussen Hamerstraat en Wingenesteenweg in het Renteboek van Sint-Pieters-Schalklede, 1686.
Heden overwegend woonstraat maar met beeldbepalende aanwezigheid van de kerk met kerkhof, bijhorende pastorie en school. Heterogene bebouwing met in het eerste wegdeel vooral landelijke bebouwing gedeeltelijk terug te vinden op de Ferrariskaart (zie nummers 2, 3, 16). Oudste kern (eind 18de eeuw?) wellicht terug te vinden in het boerenhuis van nummer 16.
Voorts lage huizen waaronder nummer 29, nummer 30 (circa 1870), nummer 31 (circa 1910), de voormalige herberg nummer 33 (circa 1904), nummer 35, of huizen met twee bouwlagen van twee of meerdere traveeën onder zadeldaken, sommige (half)vrijstaand. Het uitzicht van de dorpskern met de oorspronkelijke bouwvolumes is grosso modo bewaard. Vaak zijn gevels of muuropeningen gewijzigd in de loop van de 20ste eeuw waarmee de eenvormigheid door het gebruik van de lokale baksteen grotendeels teniet is gedaan. Recentere woningen op het eind van de straat.
Nummer +27 is volgens kadastergegevens als melkerij opgetrokken circa 1905 door Emiel Billiet, eigenaar van de melkerij in de Waterboordstraat nummer 2 (zie infra). Rond 1943 omgebouwd tot magazijn.
Nummer 105 is in 1947 opgericht als jongensschool met feest- en toneelzaal ontworpen door architect Joseph Dewulf (Ruislede), op gronden geschonken door de familie de Roo. De leerlingen van de Sint-Lodewijksschool verhuizen in 1976 naar de hoofdschool (nummers 24-26), het gebouw wordt verder gebruikt door verschillende verenigingen. In 1980 ingericht als kamphuis. De vzw 't Haantje laat in 2004-2005 het vervallen gebouw renoveren en uitbouwen tot een complex onder de naam "Parochiaal Centrum Kamphuis 't Haantje".
De Brandstraat paalt gedeeltelijk aan het *Sint-Pietersveld (zie Sint-Pietersveldstraat), bij M.B. van 24/06/2002 beschermd als landschap. Bij dit landschap, dat gedeeltelijk op grondgebied Wingene ligt, is het kasteelpark van het kasteel De Roo (zie nummers 91-93) opgenomen.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
't Waterhuisje
Omvat
Basisschool De Linde met klooster en ouderlingengesticht
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning en smidse
Omvat
Dorpswoningen
Omvat
Dorpswoningen
Omvat
Handelsgebouwen
Omvat
Herberg
Omvat
Herberg De Vlaamse Leeuw
Omvat
Hoeve
Omvat
Kasteeldomein De Roo
Omvat
Kosterswoning
Omvat
Kosterswoning
Omvat
Lourdeskapel
Omvat
Onderwijzerswoning
Omvat
Villa
Is deel van
Ruiselede
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brandstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12737 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.