Licht bochtige weg tussen de Kruiskerkestraat en de Bruggesteenweg. De naam verwijst naar het leen en de nabij gelegen hoeve "Goed te Galletas" (zie Haantjesstraat nummer 7) en zou afkomstig zijn van het Franse woord voor zolderkamer galetas.

De straat staat aangeduid op de "Grenskaart tussen de kasselrijen Kortrijk en de Oudburg" van 1627, geschilderd door landmeter Lodewijk de Bersacques met afbeelding van omwalde "Goet te ghysseloo" (nummer 1), zetel van de gelijknamige voormalige heerlijkheid. In 1242 legt bisschop Walter de Marvis de parochiegrens tussen Aalter en Ruiselede vast (zie Kruisbergstraat en Zandbergstraat). In het verslag hiervan is er sprake van Willem Cure in "Godselodamme". Dit toponiem is vermoedelijk hetzelfde als "Gijselodam" (zie Kruiskerkestraat), dat de naam ontleent aan de heerlijkheid Gijselo met foncier in het "Goed te Gijselo" (Gallatasstraat nummer 1). Deze heerlijkheid was een leen van Bellem en Schuurveld en beschikte over een baljuw en drie schepenen. De hoeve was ook toegankelijk vanaf de Klaphullestraat, op de Grenskaart via een bochtige weg, op de Ferrariskaart (1770-1778) aangeduid als een rechte dreef, op de Atlas der Buurtwegen (1842) beschreven als "Sentier de l'aqueduc dit Gysloodambuis au lieu de Bruwaen" of "Bruwaen Voetweg". De hoeve is heden omgebouwd tot een grote varkenskwekerij.

Op de Atlas der Buurtwegen vormt de straat samen met de Haantjesstraat een geheel als "Chemin de l'endroit dit Smisse gat au Cabaret de Wante par la maison dite Klepke" tussen de Smisseweg en de Kruiskerkestraat.

Op de Grenskaart staan ter hoogte van nummers 2 en 10 reeds huizen afgebeeld. Van oudsher schaars bebouwde straat met verspreide landelijke bewoning zoals te zien op de Atlas. De hoeve nummer 6, aangeduid op de Atlas heeft een woonhuis in grijsbeschilderde, verankerde baksteen onder zadeldak (Vlaamse pannen), begraasd erf met notelaar van de straat afgesloten door een meidoorn- en hulsthaag.