Bochtige weg tussen de Bruggesteenweg en de grens met Maria-Aalter (Aalter) op grondgebied Oost-Vlaanderen. Aldaar aansluitend op Hooggoed. De weg heeft een zekere hellingsgraad leidend naar het hoogste punt van Ruiselede (27,5 meter) op de grens met Aalter. Het tracé van de weg volgt, zoals te zien op de Ferrariskaart (1770-1778), gedeeltelijk het kronkelende verloop van een beek die uitmondt in de Wantebeek en met een brug net voorbij de kromming van de beek en de weg.
Op de Atlas der Buurtwegen (1842) beschreven als "Chemin du Krommekeer au Aeltreshoeksken par l'endroit dit Kruisbergen" of "Krommekeer Straet".
Het tweede deel van de weg ontstaat omstreeks 1840 wanneer hier, op gronden van het gemeentebestuur van Ruiselede, ontginningsdreven in dambordpatroon worden aangelegd en op de nieuwe percelen enkele landarbeiderswoningen worden gebouwd.
De weg paalt aan de Vorte Bossen (zie Bruwaanstraat) en loopt meer noordelijk door het Ruiseleeds Veld met aanpalend het Parochieveld (zie Parochieveldstraat). De Vorte Bossen-Gallatasbossen en Ruiseleeds Veld-Parochieveld behoren respectievelijk tot de ankerplaats Schoonbergbos-Vorte Bossen-Wantebeek en Hoogveld en zijn gesitueerd binnen de omvattende relictzone Oude Veldgebieden Hoogveld-Blekkervijver-Bulskampveld.
In het Ruiseleeds Veld bevindt zich de "Visserije" in de Billiets bossen, zo genoemd naar de toenmalige eigenaars en gelegen tussen de Kruisebergen en het Achterste Veld, ten noorden van de Kruisbergstraat, tegen de grens met Aalter. Deze vijver ligt in het brongebied van de Wantebeek en maakte deel uit van de "Gheeraertsvijvers". Er is zeker al sprake van de (kunstmatig aangelegde) vijver in 1800 die in 1861 door witzandwinning wordt vergroot. Op de Poppkaart (1845) en de Vandermaelenkaart (circa 1850) staat de vijver echter niet aangeduid. In 1995 verkoopt de familie Billiet de vijver en omliggende bossen, aansluitend bij het gemeentebos aan de Kruisebergen, aan de gemeente Ruiselede die het voor het publiek openstelt. Het domein beslaat 11 ha en is toegankelijk via de Krommekeerstraat en de Kruisbergstraat. De grotendeels kunstmatig aangelegde vijver heeft in het midden een eiland.
Landelijke straat met verspreide bewoning hoofdzakelijk bestaande uit boerenarbeiderswoningen waarvan de nummers 8, 12, 18-24, 30 circa 1840 zijn opgericht in het kader van de ontginningen van de nieuwe bebossing. Op de grens staat een grenspaal van 1805 ter markering van de nieuwe grens vastgelegd in 1804 (zie infra).
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1849/3.
- BRAET M., Het Ruisleeds Veld: parochie met een boeiend verleden, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 14, nummer 3, 1997, p. 108-109 (noot 6).
- BRAET M., Petrus Judocus De Muynck en zijn nageslacht, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 18, nummer 2, 2001, p. 82.
- BRAET M., Rusleda 900 jaar. Een kroniek 1106-2006, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 23, nummer 4, 2006, p. 235.
- BRAET M., Verklaring van de Ruiseleedse straatnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 23, nummer 1, 2006, p. 18-19.
- DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nummer 4, 1993, p. 190.
- GELAUDE E., VAN WONTERGHEM F., Ruiseleedse kroniek van het jaar 1804, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 8, nummer 2, 1991, p. 64.
- VERHOUSTRAETE A., niet-gepubliceerde nota's, circa 1950.