Geografisch thema

Vlaagtweg

ID
12798
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12798

Beschrijving

Landelijke, bochtige weg tussen de Groene Sprietstraat en de Bruggesteenweg. De naam verwijst naar vlagge = plaggen of zoden, die werden uitgegraven tijdens de bodemontginning.
In de omgeving liggen de hoeves "Klein Goed ter Vlaagt" (Smisseweg nummer 12, herbouwd) en langs de Abeelweg "Groot Goed ter Vlaagt" (zie Abeelweg nummer 37). De "Vlaeghtstraete" wordt al vermeld in 1764. Op de Atlas der Buurtwegen (1842) beschreven als "Sentier du Cabaret de Klaphulle à Thielt passant par le Cabaret de Groene Spriet et par le ferme dite 't Goed ter Vlaegt" of "Vlaegt Voetweg".

Als dreef afgebeeld op een figuratieve kaart uit de 17de eeuw met in een scherpe bocht het "Goed te Zevekote" (nummer 18) en op de hoek met de Groene Sprietstraat de "Maalstapelmolen".
De windmolen behoort tot de heerlijkheid Maalstapel, een leen van Vinderhoute-Merendree, behorend tot de Gentse kasselrij van de Oudburg. Het leen heeft geen foncier maar ontvangt renten op een aantal gronden. Deze gronden liggen tussen de Abeelstraat en de Klaphullebeek en reiken tot aan de grens met Schuiferskapelle. Hiernaast behoren nog twee enclaves tot de heerlijkheid: een eerste aan de oostkant van de Bruggesteenweg ten zuiden van de Wantebeek en een tweede in de Vorte Bossen (zie Bruwaanstraat), ten noorden van de Wantebeek. De heerlijkheid met baljuw en schepenen mocht recht spreken, de galg situeert zich ter hoogte van de Galgenstraat nummer 4. De heerlijkheid heeft nog eens twaalf lenen in Ruiselede waaronder "Klein Goed ter Vlaagt", indertijd eigendom van de ridders van Malta.

Er zou al in 1530 sprake zijn van een molen. In 1551 wordt een nieuwe opgericht door Symoen van de Coutere. Deze molen kan zowel olie stampen als eikenschors (gebruikt bij het leerlooien) vermalen. Op een figuratieve kaart van Lodewijk de Bersacques uit 1613 duidelijk afgebeeld als houten teerlingmolen en aangeduid als "Stampmuelen". Op de "Grenskaart tussen de kasselrijen Kortrijk en de Oudburg" van 1627, geschilderd door dezelfde Lodewijk de Bersacques staat "de muellemotte". De molen zou zeker al in 1661 zijn verdwenen. In 1760 spreekt men van zaailand "het stampcot met zuid den ouden meulenberg". Op de Ferrariskaart (1770-1778) staat nog de molenwal getekend.

Het "Goed te Zevekote" was eertijds een omwalde hoeve, de vroegst gekende vermelding "Van xix roeden ligghende voor Zevekoots" dateert volgens De Flou van 1457. In 1579 wordt het goed beschreven als een hofstede met bijgebouwen waaronder resten van een brouwerij, een vijvertje, weiden, meers en bos. In 1610 vermeldt als "Het Goede te Zevecote".
In 1613 schildert landmeter Lodewijk de Bersacques een figuratieve kaart met afbeelding van de gebouwen van het "Goed te Zevekote". Op de Grenskaart staat de hoeve als "T'Goet te zevecote", op de Ferrariskaart (1770-1778) aangeduid als pachthoeve "Cse Zevekotte". Vernieuwde gebouwen met bewaarde vijver.

Van oudsher landelijke straat met schaarse, verspreide bewoning. Op de Grenskaart staat ter hoogte van de nummers 1, 12 en 14 bebouwing afgebeeld.
Op de Ferrariskaart als dreef aangeduid met enkele verspreide landerijen. Nagenoeg dezelfde situatie op de Atlas met een concentratie van bewoning aan het kruispunt met de Bruggesteenweg zie huidig.
Op het kruispunt met de Groene Sprietstraat staat de Vermeulenskapel.

  • Rijksarchief Gent, Fonds Land van de Woestijne, nummer 402.
  • BRAET A., De familie Braet: daar bij de molens…, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 1, nummer 1, 1984, p. 27-28.
  • BRAET A., De onbekende molen van Maalstapel, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 4, nummer 1, 1987, p. 15-20.
  • BRAET M., Verklaring van de Ruiseleedse straatnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 23, nummer 1, 2006, p. 33.
  • COPPENS W., DEPREDOMME J., Een vlucht naar het verleden…, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 8, nummer 3, 1991, p. 124-125.
  • DEGUFFROY G., Ruiseleedse kapellen en kruisen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 12, nummer 3, 1995, p. 111-112.
  • DEGUFFROY G., Ruiseleeds Molenrepertorium, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 14, nummer 2, 1997, p. 75-77.
  • DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nummer 4, 1993, p. 195.
  • DEPREDOMME J., Ruiseleedse gebouwen en plaatsnamen op de Grenskaart van 1627, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 2, nummer 2, 1985, p. 87-92.
  • VERHOUSTRAETE A., Feodaal overzicht van Ruiselede, Maldegem, overdruk uit Appeltjes van het Meetjesland, jg. 16, 1965, p. 82-131.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vlaagtweg [online], https://id.erfgoed.net/themas/12798 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.