Straatnaam ontleend aan de molenaars- en olieslagersfamilie Van Hese van een verdwenen stenen oliewindmolen die volgens de literatuur minstens opklom tot de jaren 1770 en doorheen de geschiedenis eerst gekend was als "Grijzemolen" en later als "Rodemolen". Door één van de volgende eigenaars, olieslager René Burm werd het olieslaan gestopt en de molenromp circa 1894 omgevormd tot stoommaalderij. Vanaf dan maakt de molen deel uit van de pas gestichte samenwerkende maatschappij "Melkerij van den Rooden Molen / Laiterie Rooden Molen". De kap, gevlucht en installatie werd vanaf de jaren 1904 geleidelijk verwijderd. De molen werd tenslotte volledig afgebroken in 1998. Heden herinnert de cafénaam van het hoekhuis nummer 88 nog aan deze verdwenen molensite.
COENE F., De "Rosseelsmolen" is niet meer!, (Heem- en Oudheidkundige Kring Zele, Jaarboek Nr. 31, 2000, p. 106, 123-127).
DE VUYST M., Zele uit het verleden, Zele, 1986, p. 142-144.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oostvlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster, Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen 1960, derde band, XIV, Gent, 1962, 179.
PERMENTIER P., Melkerij de Rode Molen, in Heem- en Oudheidkundige Kring Zele, Jaarboek Nr. 7, 1975-1976, p. 63-75.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)