Aangelegd in 1930 als rechte verbinding tussen de Pieter Cornelisstraat en de Reystraat, zie ook gemeente-inleiding. Genoemd naar Jan Ruusbroec, een mystieke schrijver die volgens zijn tijdgenoten geboren werd te Ruisbroek in 1293. Hij werd in 1317 priester gewijd en deed tot 1343 dienst als kapelaan van de Sint-Goedelekerk te Brussel. Nadien verbleef hij in een kluis te Groenendaal in het Zoniënwoud; hieruit groeide een gemeenschap die de regel van Sint-Augustinus aannam; Ruusbroec werd verkozen tot prior tot zijn overlijden in 1381. Vrij snel na de aanleg werd de straat nagenoeg volledig bebouwd waardoor ze tot op vandaag wordt gekarakteriseerd door typische eengezinswoningen uit de jaren dertig, met veelvuldig voorkomende erkers; meerdere panden dragen de vermelding van de architect en het bouwjaar: de nummers 15 (1935), 31 (1935), 46 en 52 (1936) naar ontwerp van P. Hollemans; de nummers 19 (1935), 39 (1933) en 53 (1933) naar ontwerp van P. De Leener; de nummers 29 en 33, beide van 1934 naar ontwerp van Emile Hanssens, nummer 30 (1933) van M. Van Eyck en nummer 35 (1936) van J.J. De Broijer (komt ook voor als J.J. De Broeyer).