Straat met een recht tracé vanaf het kruispunt Markt/ Stationsstraat/ Handzamestraat tot aan de Processiestraat/ Ichtegemstraat. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844) is de straat aangeduid als de "Marckhofschen Lyckweg", een benaming die reeds voorkomt in de ommloper van 1680. Circa 1890 is de Hospitaalstraat nog een aardeweg, zie prentbriefkaart. Het huidige tracé komt in 1888 tot stand bij de aanleg van de steenwegen naar Ichtegem en Koekelare. Op de mutatieschetsen van 1894, 1899 en 1904 heet de straat "Steenweg naar Ichtegem" en "Steenweg van Cortemarck naar Couckelaere". De benaming "Hospitaalstraat" wordt bij De Flou voor het eerst vermeld in 1912. In 1931 is er bij het kadaster sprake van "Hospitaalstraat". De straatnaam refereert aan het hospitaal en klooster van de Zusters van Liefde (zie Hospitaalstraat nummers 22-24).
Het begin van de straat (op de hoek met Markt en Handzamestraat) wordt gekenmerkt door twee panden met afgeschuinde hoektraveeën, oorspronkelijk gecementeerde panden, nu echter deels verbouwd (zie Markt nummer 1/ Hospitaalstraat).
De straat wordt gekenmerkt door de imposante gebouwen van het klooster en hospitaal van de Zusters van Liefde, een neogotisch gebouwenbestand uit het laatste kwart van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw (zie Hospitaalstraat nummers 22-24). Voorts de gebouwen van het OCMW-rusthuis en het rust- en verzorgingshuis "Godsvelde", naar ontwerp van architect-ingenieur H. Van Kerckhove (Roeselare), van(af) 1974: lage volumes onder platte daken, kapel toegewijd aan de Heilige Camillus.
Aaneengesloten bebouwing, oorspronkelijk van arbeidershuizen van één à twee bouwlagen, nu meestal met verbouwd karakter. Nummer 10 (zie Hospitaalstraat nummer 10) is een gaaf bewaard voorbeeld van een laag arbeidershuis. Nummer 23 is een voorbeeld van een arbeidershuisje van anderhalve bouwlaag uit het eerste kwart van de 20ste eeuw: markerende I-profielen met rozetten als lateien en deels bewaard houtwerk. Voorts woningbouw vanaf de jaren 1950-1960. Z.nummer (rechts van nummer 3): pand met gesloten zijde naar de straat en grote rondbogige tuinpoort.
Gemeentearchief Kortrijk, Modern archief: bouwplannen, nummer 1974/722.
CASTELEIN L., Zusters van Liefde, in Jaarboek van de heemkundige kring "Crekel Beke", Kortemark, 2001, p. 135-209.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel VI, Brugge, 1926, kolom 561.
DENECKERE B., 150 jaar Margareta-Maria-Instituut Kortemark. 1824-1838-1988, Kortrijk, 1988, p. 41.
OOSTERLYNCK C., Leven en werk van Arthur Degeyter, architect (1919-2004), Deel I: tekstcorpus, onuitgegeven Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 2006-2007, s.p. (oeuvrelijst Arthur Degeyter).
STEVENS M., Kortemark. Een tedere terugblik. Een wandeling door het verleden, Roeselare, 1992, p. 35, 36 (iconografie)
STEVENS M., Kortemark. Er was geen mooier dorp dan het onze. Een wandeling door het verleden, Roeselare, 1991, p. 16.
VERHAEGHE M., Uit het verleden van Kortemark, Brugge, 1953, p. 184.
WERBROUCK M., Oude en nieuwe straten te Kortemark na de fusies, s.l., 1978, p. 44.
Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Baert, Sofie; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)